BEPALING OVER HET BEOOGD GEBRUIK
Uw machine werd ontworpen in overeenstemming met Europese richtlijnen met betrekking tot gezondheids- en vei-
ligheidsrisico's. Alhoewel de machine zodanig werd ontworpen dat alle mogelijke risico's tot een minimum beperkt
zijn, is het strikt noodzakelijk dat u de informatie op alle stickers en labels van het PPP (Plant Protection Product -
gewasbeschermingsmiddel) aandachtig leest, begrijpt en in acht neemt en dat u altijd de informatie en aanwijzingen
uit deze handleiding opvolgt om alle mogelijke restrisico's te voorkomen. Als u meer hulp nodig heeft, aarzel dan niet
om contact op te nemen met uw dealer.
Uw tractor werd ontworpen en gebouwd om te trekken, te dragen en een verscheidenheid aan gemonteerde of ge-
trokken werktuigen aan te drijven, dit alles binnen bepaalde fysieke limieten. De werksnelheid en prestatie kunnen
van een aantal verschillende parameters afhangen, bijvoorbeeld de weers- en terreincondities. Alhoewel de machine
ontworpen is om in combinatie met verschillende werktuigen te werken, kunnen er een aantal combinaties van bo-
venstaande parameters zijn die een ernstige afname van de machineprestatie en/of het gemonteerde of getrokken
werktuig in de hand werken. Als u een achteruitgang in de prestatie bemerkt, neem dan contact op met uw dealer; hij
kan u nuttige informatie geven om de situatie te verbeteren en wellicht is er een specifieke kit beschikbaar waarmee
u de prestaties kunt verhogen.
U dient de volgende voorzorgsmaatregelen nauwgezet
door te lezen en in acht te nemen:
Gebruik deze machine NIET voor andere doelein-
•
den of op andere manieren dan beschreven in de
handleiding, op de stickers of in andere bij de ma-
chine geleverde veiligheidsinformatie. In dit docu-
mentatiemateriaal is het bedoelde gebruik van de
machine vastgelegd.
Gebruik de machine niet buiten de limieten voor wat
•
betreft helling en stabiliteit van het terrein. Als de
machine buiten deze limieten wordt gebruikt, kan
hij over de kop slaan of kantelen. Neem de aanbe-
velingen uit deze handleiding in acht.
De rijsnelheid behoort dusdanig te zijn dat u al-
•
tijd volledige controle en machinestabiliteit behoudt.
Nat terrein of andere condities waarbij er weinig grip
op de grond is kunnen de remafstand langer maken
of leiden tot instabiliteit van het voertuig. Stem uw
rijsnelheid altijd af op de belasting van het voertuig
en de eigenschappen van de weg.
Gebruik de machine niet nabij of op zachte oevers
•
van kanalen en beken of oevers en bermen die zijn
ondermijnd door knaagdieren. De machine kan op-
zij zakken en omslaan.
Gebruik de machine niet op kwetsbare brughoof-
•
den en zwakke brugvloeren. Dergelijke construc-
ties kunnen instorten en de machine zo doen om-
slaan.
Inspecteer altijd de conditie en het draagvermogen
van bruggen en opritten voordat u er overheen rijdt.
Gebruik geen op de machine gemonteerde werktui-
•
gen die niet bij de machine passen of die niet stevig
bevestigd zijn. Dergelijke werktuigen verhogen de
kans op omslaan en kunnen tegen de machine aan-
slaan wanneer ze losraken. Verzeker u ervan dat de
afmetingen van de driepuntsverbindingen van zo-
wel de machine als het werktuig bij elkaar passen, in
overeenstemmen met de categorieën die zijn vast-
gelegd in ISO 730. Verzeker u ervan dat de afme-
tingen en de snelheid van de P.T.O.-as op de ma-
chines passen bij die van het werktuig.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
Gebruik de machine niet in combinatie met werk-
•
tuigen zonder eerst de bij het werktuig geleverde
specifieke bedieningshandleiding te hebben ge-
raadpleegd. De machine is een universeel hulp-
middel voor het dragen, trekken en aandrijven van
een verscheidenheid aan werktuigen. Deze hand-
leiding alleen kan u niet alle informatie geven die
nodig is voor een veilig gebruik van de combinatie.
Gebruik de machine niet voor trekwerk, in geval-
•
len waarin u niet weet of de lading zal meegeven,
bijvoorbeeld bij het trekken van boomstronken; als
de boomstronk niet meegeeft, kan de machine om-
slaan.
Houd er rekening mee dat het zwaartepunt van de
•
machine hoger kan komen te liggen wanneer lasten
op de frontlader of driepuntshef worden geheven. In
dergelijke omstandigheden kan de machine eerder
dan verwacht omslaan.
Stap niet van de machine af zonder de P.T.O. uit
•
te schakelen, de transmissie in de parkeerstand
of neutrale stand te schakelen en de parkeerrem
te activeren, tenzij er voor bepaalde werktuigen,
bijvoorbeeld pompen of houtversnipperaars, con-
tinu P.T.O.-bedrijf vereist is. Dergelijke werktuigen
kunnen een noodstopinrichting op het werktuig zelf
hebben, aangezien de operator tijdens het bedrijf
bepaalde handelingen moet kunnen uitvoeren.
Andere werktuigen, ingeschakeld en aangedreven
door de machine, beschikken echter over geen
ander middel om de vermogensoverbrenging te
stoppen dan de P.T.O.-koppeling van de machine.
U dient de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te
•
nemen (bijv. hulp van een assistent) om altijd op
de hoogte te zijn van de eventuele aanwezigheid
van omstanders, zeker wanneer u manoeuvreert in
nauwe gebieden, bijvoorbeeld op het erf en in schu-
ren.
Houd gedurende het werk personen uit de buurt van
de machine. Vraag omstanders het land te verla-
ten. Er bestaat niet alleen het risico om onder de
machine te komen, maar bepaalde op de machine
gemonteerde werktuigen, zoals draaiende maaiers,
kunnen voorwerpen wegslingeren en zo letsel ver-
2-19