– met mechanische regelventielen aan de
achterzijde:
Door gebruik te maken van de ventielen I of II aan de ach-
terzijde van de tractor, kan de fronthefinrichting worden
bediend via de hendels van de op afstand bediende ven-
tielen.
Met de fronthefinrichting verbonden met het betreffende
ventiel, de hendel naar achteren (R) trekken om de front-
hefinrichting te heffen. Zet de hendel op (N) om de be-
weging van de hefinrichting te stoppen, de hefinrichting
zal op de bereikte hoogte blijven. Selecteer (L) om de
hefinrichting te laten dalen. Met de hendel in de zweef-
stand (F) kan de hefinrichting omhoog en omlaag bewe-
gen (zweven) zodat het werktuig het profiel van het terrein
kan volgen.
De fronthefinrichting kan met elk van de regelventielen
aan de achterzijde worden verbonden.
Wanneer een werktuig extra hydraulische voorzieningen
nodig heeft, kunnen deze worden verbonden met een wil-
lekeurig ongebruikt ventiel.
Als het werktuig extra hydraulische voorzieningen nodig
heeft, kunnen deze worden aangesloten op één van de
ongebruikte, op afstand bediende ventielen. Voor het ge-
mak wordt geadviseerd het tweede ventiel (II) voor dit doel
te gebruiken
Als alternatief kunnen de hendels waarmee de ventie-
len I en II bediend worden, vervangen worden door een
joystick voorop de rechterkant van de bestuurderstoel.
OPMERKING: Wanneer de joystick gebruikt wordt voor
het bedienen van de ventielen aan de achterzijde, kan een
zweefstand (F) worden verkregen door de hendel volledig
naar rechts te zetten. De functie is niet beschikbaar wan-
neer er gewerkt wordt met een in het midden gemonteerd
op afstand bediend ventiel met 2 schuiven.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-75
3
BRE1719C
4
BRH3757B