BRANDSTOFEISEN
Diesel
De motor op uw tractor is van geavanceerd design en ver-
enigt betrouwbare prestaties met een zuinig brandstof-
verbruik. Om deze prestaties te behouden is het belang-
rijk dat het geplande tractoronderhoud op de juiste inter-
vallen wordt uitgevoerd.
LET OP: De diesel die u voor uw motor gebruikt moet
voldoen aan de Specificatiestandaard EN 590 (of equiva-
lent).
Gebruik van diesel die niet aan bovengenoemde Specifi-
catiestandaard voldoet, kan ernstige schade aan de mo-
tor en het brandstofsysteem veroorzaken. Gebruik van
niet-goedgekeurde brandstoffen kan de garantiedekking
ongeldig maken.
De kwaliteit van de gebruikte brandstof is een belang-
rijke factor voor betrouwbare prestaties en een lange le-
vensduur van de motor. De brandstoffen moeten schoon,
goed geraffineerd en niet-corrosief voor de onderdelen
van het brandstofsysteem zijn. Gebruik brandstof van be-
kende kwaliteit van een betrouwbare leverancier.
Gebruik nummer 2- D bij temperaturen boven de -7 °C
(19 °F).
Gebruik nummer 1- D bij temperaturen onder de -7 °C (19
°F).
Voor optimale verbranding en minimale motorslijtage,
moet de gebruikte brandstof voldoen aan de vereisten
m.b.t. toepassing en eigenschappen die vermeld zijn in
onderstaande 'Keuzetabel dieselbrandstof'.
KEUZETABEL DIESELBRANDSTOF
Algemene
Eindkook-
brandstof-
punt (max.)
classificatie
288 °C (550
Nr. 1- D
°F)
357 °C (675
Nr. 2- D
°F)
OPMERKING: Bij lang stationair draaien of koud weer,
onder de 0 °C (32 °F) of wanneer continu gewerkt wordt
op een hoogte boven de 1500 m (4921 ft), gebruikt u
nummer 1- D brandstof.
* Wanneer continu gewerkt wordt bij lage temperaturen
of op grote hoogte, is een cetaangetal van minimaal 45
vereist.
7 - ONDERHOUD
Cetaangetal
Zwavelge-
halte (max.)
(min.)
3 mg/kg
40*
5 mg/kg
40
Bij gebruik van dieselbrandstof met een zwavelgehalte
van meer dan 5 mg/kg moeten de olie en filters vaker
vervangen worden, zoals is aangegeven in het onder-
houdsprogramma.
Gebruik van dieselbrandstof met een zwavelgehalte van
meer dan 10 mg/kg wordt niet aanbevolen.
Voor het zuinigste brandstofverbruik gebruikt u nummer
2- D brandstof zo gauw de temperatuur dit toelaat.
Gebruik geen nummer 2- D brandstof bij temperaturen
onder -7 °C (19 °F). Bij lage temperaturen zal de brandstof
verdikken, hetgeen het draaien van de motor kan belem-
meren. (Neem contact op met uw dealer als dit gebeurt.)
Om zeker te zijn dat een bepaalde brandstof over de
vereiste eigenschappen beschikt, kunt u advies vragen
aan een betrouwbare brandstofleverancier. De verant-
woordelijkheid voor schone brandstof berust zowel bij de
brandstofleverancier als bij de brandstofgebruiker.
Opslag, behandeling en transport
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om er zeker
van te zijn dat de opgeslagen brandstof vrij blijft van vuil,
water en andere verontreinigende stoffen.
Sla de brandstof op in zwarte ijzeren tanks, niet
•
in verzinkte tanks, aangezien de zinkcoating rea-
geert met de brandstof en verbindingen vormt die
de brandstofpomp en de injectors vervuilen.
Installeer de bulkopslagtanks niet in direct zonlicht
•
en plaats ze onder een lichte hoek, zodat de bezink-
sels in de tank ver van de uitlaatleiding neerslaan.
Om verwijdering van vocht en bezinksel te verge-
•
makkelijken, moet er op het laagste punt, aan de an-
dere kant van de uitlaatleiding, een afvoerdop aan-
gebracht worden.
Als de brandstof niet door de opslagtank gefilterd
•
wordt, moet bij het tanken een trechter met fijn gaas
worden gebruikt op de vulnek van de brandstoftank.
Ga bij de aanschaf van brandstof zo te werk dat
•
u geen zomerbrandstof overhoudt die u dan in de
winter moet gebruiken.
7-2