Instellen van het slipalarmpunt
VOORZICHTIG
Gevaar van oogletsel!
De radarrijsnelheidssensor zendt een micro-
golfsignaal met geringe intensiteit uit, dat bij
normaal gebruik geen schadelijke gevolgen
heeft. Hoewel de intensiteit van het signaal
gering is, mag u niet rechtstreeks in de sensor
kijken wanneer deze in gebruik is.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit licht tot
middelzwaar letsel tot gevolg hebben.
OPMERKING: Indien de optionele radarunit niet geïnstal-
leerd is, zal de slipalarmfunctie uit het display worden
weggelaten.
Het slipalarmpunt kan worden ingesteld als een waarde
van één of twee cijfers, wanneer deze wordt overschre-
den, zal een geluidsalarm klinken. Als u een wielsliplimiet
van 15 % wilt instellen, gaat u als volgt te werk.
Met de contactsleutel in de stand AAN de Menu/En-
•
ter-toets ingedrukt houden. In het DMD verschijnt
SETUP MENU, maar dit verspringt naar het Klok-
menu. De Menu/Enter-toets loslaten.
Gebruik de toetsen Menu omhoog/omlaag om door
•
het menu te lopen tot het symbool voor de wielslip
(1) wordt weergegeven.
Opnieuw op de Menu/Enter-toets drukken om het
•
instelscherm te selecteren; bij het eerste cijfer dat
moet worden ingesteld, verschijnt een knipperende
cursor. Met behulp van de cijferwaardetoets '1' in-
voeren, de cursor naar rechts verplaatsen met de
cijferselectietoets en met behulp van de cijferwaar-
detoets '5' invoeren. Het slipalarmpunt is nu inge-
steld op 15 %.
De Menu/Enter-toets aanraken om de instelling op
•
te slaan en terug te gaan naar het hoofdmenu. Op
de Exit/Cancel-toets drukken om terug te keren naar
het oorspronkelijke display.
Als de wielslip de vooraf ingestelde limiet overschrijdt,
verschijnt het slipsymbool in het DMD en gaat het oranje
waarschuwingslampje branden op de instrumentencon-
sole.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN
C0013A
3-62
11
SS11K085