Display hefpositie
In het digitale display op het instrumentenpaneel wordt
de positie van de onderste hefarmen op een schaal van
'0' tot '100' weergegeven. '0' betekent dat de hefarmen
helemaal beneden staan. '100' betekent dat ze helemaal
geheven zijn. De weergave selecteren met behulp van
de CAL/SEL-schakelaar of het geavanceerde toetsenblok
(indien gemonteerd).
Indicatielampjes
Het storingswaarschuwingslampje (4) heeft twee functies:
Een knipperend lampje duidt op een storing in de
•
systeemcircuits. Dit gaat vergezeld van het fout-
symbool van de hefinrichting in het puntrasterdis-
play.
Een vast brandend lampje betekent 'hef gedeacti-
•
veerd'.
De indicatielampjes (1) en (2) branden wanneer de hen-
del van de positieregeling gebruikt wordt om het werktuig
te heffen of te laten zakken of als er bij de normale trac-
torwerking correcties in de hef- of daalbeweging worden
gemaakt. Het onderste lampje (2) gaat branden wanneer
de 3-puntshef omlaag komt. Het bovenste lampje (1) gaat
branden wanneer de hef omhoog gaat.
Een indicatielampje 'sliplimiet aan' (3) gaat branden wan-
neer de wielsliplimietregeling geactiveerd is
Storingwaarschuwingslampje en display
In het onwaarschijnlijke geval dat er zich een storing voor-
doet in de EDC, begint het storingswaarschuwingslampje
(4) Afbeelding 4 te knipperen. Het waarschuwingslampje
gaat vergezeld van het hefsymbool (1) en foutcode (2) in
het puntrasterdisplay.
De code geeft het tractorcircuit of de sensor aan waarin
de fout is opgetreden, en het type fout, zoals kortsluiting,
open circuit, defect van de sensor, etc. In dit geval moet
de tractor worden nagekeken door uw dealer.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-62
5
BRE1438A
6
BRI4097C
7
SS11K152