Inhoudsopgave
Advertenties
SYMPTOOM/SYMPTOMEN
MOTOR
Probleem
De motor start niet, of
start moeizaam
Motor draait hortend en/of
slaat af
Motor heeft onvoldoende
vermogen
Motor klopt
Motor oververhit.
8 - PROBLEEMOPLOSSING
Mogelijke oorzaak
Onjuiste startprocedure.
Weinig of geen brandstof.
Lucht in brandstofleidingen.
Lage omgevingstemperatuur.
Brandstofsysteem vuil.
Verstopt(e) brandstoffilter(s).
Slecht functionerende brandstofpomp of in-
spuiters.
Slecht werkende brandstofsolenoïde of so-
lenoïderelais.
Ongeschikte viscositeit motorolie.
Brandstof ongeschikt voor bedrijfstempera-
tuur.
Lage startersnelheid.
Verstopt(e) brandstoffilter(s)
Brandstofsysteem vuil.
Brandstofsolenoïde onjuist afgesteld.
Ontluchter brandstofdop verstopt.
Motor overbelast.
Luchtfilter geblokkeerd.
Lage bedrijfstemperatuur motor.
Motor oververhit.
Verstopt(e) brandstoffilter(s).
Ongeschikte brandstof.
Slecht werkende brandstofinspuiters.
Slecht werkende brandstofinspuitpomp.
Maximaal 'onbelast' toerental te laag inge-
steld
Lekkage leidingen aanjager luchtinlaat of
uitlaatspruitstuk.
Slecht werkende turbocompressor.
Werktuig niet correct afgesteld.
Timing brandstofinspuitpomp.
Laag motoroliepeil.
Lage motoroliedruk.
Lage bedrijfstemperatuur motor.
Motor oververhit.
Laag motoroliepeil.
Laag motorkoelvloeistofpeil.
Defecte thermostaat/thermostaten.
Vuile/geblokkeerde radiateurkern.
Overbelasting motor te hoog.
Defecte drukdop radiateur.
Geblokkeerd koelsysteem.
Losse of versleten ventilatorriem.
Herzie startprocedure.
Controleer brandstofpeil.
Ontlucht brandstofcircuit.
Gebruik hulpmiddel voor koude start.
Reinig en ontlucht brandstofsysteem.
Vervang element(en) brandstoffilter
Ga naar uw erkende dealer.
Ga naar uw erkende dealer.
Gebruik olie van de juiste viscositeit.
Gebruik brandstof die geschikt is voor de
temperatuurcondities.
Zie lage startersnelheid onder Elektrisch
systeem.
Vervang element(en) brandstoffilter.
Reinig en ontlucht brandstofsysteem.
Ga naar uw erkende dealer.
Was de dop in schone brandstofolie.
Schakel naar een lagere versnelling, ver-
minder de trekkrachtbelasting of het gedra-
gen ballastgewicht.
Voer luchtfilteronderhoud uit.
Controleer thermostaten
Zie Motor oververhit.
Vervang element(en) brandstoffilter.
Gebruik het juiste brandstoftype.
Ga naar uw erkende dealer.
Ga naar uw erkende dealer.
Ga naar uw erkende dealer.
Controleer en corrigeer of ga naar uw er-
kende dealer.
Ga naar uw erkende dealer.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding van
het werktuig.
Ga naar uw erkende dealer.
Voeg zoveel olie toe als nodig is.
Ga naar uw erkende dealer.
Controleer thermostaten
Zie Motor oververhit.
Voeg zoveel olie toe als nodig is.
Vul de koeivloeistofopvangtank. Contro-
leer het koelsysteem op lekken.
Controleer thermostaat/thermostaten.
Maak schoon.
Schakel naar een lagere versnelling, ver-
minder de trekkrachtbelasting of het gedra-
gen ballastgewicht.
Vervang dop.
Spoel koelsysteem door.
Controleer spanning, corrigeer of vervang
de riem als hij versleten is.
8-4
Corrigerende maatregel
Advertenties
Inhoudsopgave
