Hoofdversnellingspook
De hoofdversnellingspook (1) is voorzien van elektrische
druktoetsen waarmee de Dual Command functie geacti-
veerd kan worden.
De underdrive wordt hydraulisch ingeschakeld, aange-
zien het ventiel wordt geactiveerd door een solenoïde die
bediend wordt door drukknoppen (2) en (3) op de hoofd-
versnellingspook.
Druk op de onderste schakelaar (3) om de Underdrive
in te schakelen (schildpadsymbool). Druk op de boven-
ste schakelaar (2) (haassymbool) om de Dual Command
functie uit te schakelen en terug te gaan naar directe aan-
drijving.
Wanneer de directe aandrijving is ingeschakeld, gaat het
groene indicatielampje op het instrumentenpaneel, met
'haas' symbool, branden om aan te geven dat de Dual
Command in de directe aandrijfmodus is.
Groepenhendel
De rechter hendel (4) is de groepenhendel die, samen
met het koppelingspedaal, wordt gebruikt om één van de
drie groepen te selecteren (I - laagste snelheidsgroep,
II- middengroep en III - hoogste snelheidsgroep). Hier-
door wordt het aantal versnellingen verdriedubbeld, zo-
wel vooruit als achteruit, van 4 naar 12. De transmissie
is zodanig ontworpen dat het mogelijk is om te schakelen
tussen de midden en hoge groep terwijl de tractor in be-
weging is. Stop de tractor als u tussen de middengroep
en de lage groep moet schakelen.
LET OP: De tractor mag niet worden aangesleept om hem
te starten – zie pagina 4-8.
WAARSCHUWING
Gevaar van rollend materieel!
Trek de handrem stevig aan. Zet de motor uit
voordat u de machine verlaat. De transmissie
voorkomt niet dat de machine kan rollen terwijl
de motor is uitgeschakeld.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
W1144A
6-23
1
SS11M226