7 - ONDERHOUD
CONTROLEER DE BANDENSPANNING EN DE STAAT VAN DE
BANDEN
Met het ventiel aan de bovenkant, de spanning van de
voor- en achterbanden controleren en aanpassen. Profiel
en zijvlakken controleren op eventuele beschadigingen.
De bandenspanning aanpassen aan de te dragen belasting
aan. Zie pagina 6-168.
OPMERKING: Indien de banden gevuld zijn met een op-
lossing van calciumchloride/water, moet een speciale druk-
meter gebruikt worden, aangezien de oplossing corrosie
zal veroorzaken bij een gewone drukmeter. De spanning
controleren met de ventielsteel aan de bovenkant van de
band.
1
BAIL09APH167AVA
7-33