Instellen van de geheugenpendelfunctie
Voor toepassingen met bijvoorbeeld een lader, biedt deze
transmissie de mogelijkheid om de geheugelpendelfunc-
tie te selecteren. Om de geheugelpendelfunctie te selec-
teren, gaat u als volgt te werk:
De startsleutel op 'uit' draaien.
•
Met de startsleutel op 'uit' de pendelhendel in de
•
stand voor achteruit rijden zetten. Terwijl u de pen-
delhendel in de stand voor achteruit rijden houdt, de
knop voor hoger schakelen (1) indrukken/vasthou-
den.
De startsleutel op 'aan' draaien (de motor niet star-
•
ten).
OPMERKING: Gedurende de programmeerprocedure
dient u het koppelingspedaal niet in te trappen.
Het display in het instrumentencluster toont 'OPt'.
•
De Omhoog- (1) of Omlaag- (2) knop gebruiken om
'OPt' 1 te selecteren.
2 s wachten tot het display verspringt naar de weer-
•
gave van YES of NO. De knoppen gebruiken om
YES te selecteren.
Wanneer YES geselecteerd wordt, de startsleutel uit
•
draaien om de instelling op te slaan.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-30
3
SS11M228
4
BSE2890C