Inhoudsopgave
Advertenties
HYDRAULISCH SYSTEEM
Probleem
Het hydraulische systeem
werkt niet
Hydraulische olie
oververhit
Aanslag op afstand
bediend ventiel springt te
vroeg los
Cilinder op afstand
bediend werktuig werkt te
snel of te langzaam
Op afstand bediend
werktuig werkt niet
DRIEPUNTSHEFINRICHTING
Probleem
3-puntsbevestiging
beweegt niet wanneer de
knop voor positieregeling
van de hefinrichting wordt
bewogen
Externe bediening
hefinrichting werkt niet
3-puntsbevestiging gaat
niet volledig omhoog
3-puntsbevestiging daalt
langzaam
3-puntsbevestiging
reageert langzaam op
trekkrachtbelasting
3-puntsbevestiging
reageert te sterk op
trekkrachtbelasting
Statuslampje
3-puntsbevestiging
knippert voortdurend
8 - PROBLEEMOPLOSSING
Mogelijke oorzaak
Foutcode geeft oorsprong van storing aan. Ga naar uw erkende dealer.
Oliepeil hydraulisch systeem heel laag.
Geblokkeerd(e) hydraulisch(e) oliefilter(s). Vervang oliefilter(s).
Oliepeil hydraulisch systeem te laag of te
hoog.
Oliekoeler hydraulisch systeem geblok-
keerd.
Geblokkeerd(e) hydraulisch(e) oliefilter(s). Vervang oliefilter(s).
Stroomregeling niet correct afgesteld.
Hydraulische belasting niet aan tractor
aangepast.
Deblokkeerdruk aanslag te laag ingesteld. Stel druk aanslag af of ga naar uw erkende
Stroomregeling niet correct afgesteld.
Slangen niet correct aangesloten.
Belasting overschrijdt systeemcapaciteit.
Beperking van beweging bedieningshendel
op afstand bediend ventiel.
Mogelijke oorzaak
Foutcode geeft oorsprong van storing aan. Ga naar uw erkende dealer.
Bevestiging niet in fase met de knop van de
positieregeling.
Snelhefschakelaar in stand voor externe
bediening.
Hoogtelimietregelaar niet in de juiste stand. Stel de hoogtelimietregelaar af.
Snelhefschakelaar niet in stand voor ex-
terne bediening.
Hoogtelimietregelaar niet in de juiste stand. Stel de hoogtelimietregelaar af.
Daalsnelheidregelaar niet in juiste stand.
Positie/trekkrachtregeling
steld.
Daalsnelheid te laag.
Werktuig werkt niet goed.
Positie/trekkrachtregeling
steld.
Positie/trekkrachtregeling
steld.
Voeg zoveel olie toe als nodig is.
Corrigeer oliepeil zoals vereist.
Maak schoon.
Laat afkoelen en stel stroomregeling af al-
vorens verder te werken.
Ga naar uw erkende dealer.
dealer.
Stel de stroomregeling af.
Sluit de slangen op de juiste manier aan.
Verminder belasting of gebruik juiste maat
cilinder (ga naar uw erkende dealer).
Stel kabels af of ga naar uw erkende dealer.
Breng de knop van de positieregeling weer
in fase met de onderste hefarmen.
Schakelaar in de juiste stand zetten.
Zet schakelaar in het midden (stand voor
externe bediening).
Stel de daalsnelheidregelaar af.
onjuist
afge-
Stel positie/trekkrachtregeling af.
Stel de daalsnelheidregelaar af.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding van
het werktuig.
onjuist
afge-
Stel positie/trekkrachtregeling af.
onjuist
afge-
Stel positie/trekkrachtregeling af.
8-6
Corrigerende maatregel
Corrigerende maatregel
Advertenties
Inhoudsopgave
