Uw NEW HOLLAND-dealer zal u instructies geven over de algemene werking van uw nieuwe materieel. (Zie het "Afleveringsrapport" op de achterkant van deze handleiding.) De servicemonteurs van uw dealer zijn in de fabriek opgeleid en staan klaar voor het beantwoorden van al uw vragen over de werking van uw machine.
1 - ALGEMENE INFORMATIE Verbeteringen CNH America LLC streeft continu naar het verbeteren van zijn producten. Wij behouden het recht voor verbeterin- gen of wijzigingen door te voeren wanneer dit praktisch en mogelijk is, zonder enige verplichting om wijzigingen of toevoegingen aan te brengen aan eerder verkocht materieel.
1 - ALGEMENE INFORMATIE Bedoeld gebruik BEDOELD GEBRUIK VAN UW TRACTOR keren dat de afmetingen en de snelheid van de PTO-as op de tractors passen bij die van het werktuig. Uw tractor is ontworpen en gebouwd voor het trekken, • Gebruik de tractor niet in combinatie met werktuigen dragen en aandrijven van een verscheidenheid aan ge- zonder eerst de bij het werktuig geleverde specifieke monteerde of getrokken werktuigen, maar dit alles binnen...
Pagina 10
1 - ALGEMENE INFORMATIE • Laat geen bijrijders op de tractor: laat geen personen sprakelijk worden gesteld voor schade aan de machine staan op de toegang tot het platform of op de opstap- of andere eigendommen die, of voor persoonlijk letsel trede van de cabine wanneer de tractor in beweging is.
• Controleer of elk niet- NEW HOLLAND-materieel dat u aanbrengt op de machine is voorzien van een CE-markering. • Het maximale vermogen van stralingsapparatuur (radio, telefoons enz.) moet beneden de grenzen liggen die zijn vastgesteld in de nationale regelgeving van het land waarin de machine wordt gebruikt.
1 - ALGEMENE INFORMATIE Inhoud van de handleiding Deze handleiding geeft informatie over het bedoelde moeten worden uitgevoerd door professionele service- gebruik van deze tractor onder de door de fabrikant monteurs. Voor een aantal van de laatstgenoemde voorziene omstandigheden bij normaal bedrijf en handelingen zijn mogelijk speciale faciliteiten, techni- routineservice en -onderhoud.
1 - ALGEMENE INFORMATIE Afkortingen van metrische en Engelse eenheden Typische toepassingen Metrische eenheid Engelse eenheid Naam Symbool Naam Symbool Oppervlakte (Landoppervlakte) acre hectare vierkante meter m² vierkante voet ft² vierkante inch in² vierkante millimeter mm² vierkante inch in² Elektriciteit Ampère Ampère Volt...
Pagina 14
1 - ALGEMENE INFORMATIE Typische toepassingen Metrische eenheid Engelse eenheid Naam Symbool Naam Symbool Temperatuur (behalve thermodynamisch) graden Fahrenheit graden Celsius °C °F Tijd minuut minuut second second Koppel (inclusief buigmoment, krachtmoment en moment van een koppel) newton meter pond voet lb ft pond voet lb in...
1 - ALGEMENE INFORMATIE Productidentificatie Het productidentificatieplaatje (1) bevindt zich aan de rechterkant van het frame, naast het ontgrendelmecha- nisme van de motorkap. De nummers op het plaatje zijn van belang wanneer uw tractor in de toekomst servicewerkzaamheden vereist. NHIL12CT01016AA NHIL13CT00853AA Het motoridentificatieplaatje (2) bevindt zich aan de ach- terkant van het motorkleppendeksel.
Pagina 16
1 - ALGEMENE INFORMATIE De plaat van de kantelbeveiligingsinrichting (ROPS) (3) bevindt zich op de dwarssteun van de ROPS, achter de brandstoftank. met aan achterkant gemonteerde ROPS. NHIL12CT00793AA NHIL13CT00856AA 1-10...
1 - ALGEMENE INFORMATIE De plaat (4) van de kantelbeveiligingsinrichting (ROPS) bevindt zich bij een in het midden gemonteerde ROPS op de dwarssteun van de ROPS, achter de brandstoftank. NHIL13CT00215BA NHIL13CT00855AA Opbergen van gebruikershandleiding op de machine Opbergen van de handleiding De bedieningshandleiding wordt samen met de documen- ten van de conformiteitsverklaring af fabriek meegezon- den met de tractor.
1 - ALGEMENE INFORMATIE Machinepositie OPMERKING: De aanduidingen links en rechts met be- trekking tot het materieel zijn gezien vanaf de achterkant van de unit, in de normale rijrichting. NHIL13CT00889AA NHIL13CT00890AA Linker zijaanzicht Rechter zijaanzicht NHIL12CT00855AA NHIL12CT01039AA Achteraanzicht Vooraanzicht 1-12...
1 - ALGEMENE INFORMATIE Conformiteitsverklaring EG-conformiteitsverklaring Conform richtlijn 2006/42/EG De fabrikant levert de machine inclusief een document getiteld "EG-conformiteitsverklaring", dat garandeert dat de machine voldoet aan de Europese richtlijnen voor de veiligheid van machines. Dit document bevindt zich gewoonlijk in de machine wanneer de machine aan u wordt geleverd. Indien dit niet het geval is, dient u het op te vragen bij uw dealer.
Pagina 20
1 - ALGEMENE INFORMATIE NHAG DOC FATCS Op de volgende pagina vindt u een kopie van de EG-conformiteitsverklaring (EG-conformiteitsverklaring conform 2006/42/EG). De EG-conformiteitsverklaring is de verklaring van de fabrikant dat zijn materieel voldoet aan de relevante voorschrif- ten van de EU. Bewaar het originele document op een veilige plaats.
Pagina 21
1.A.2 Leon Claeysstraat 3A B-8210 Zedelgem, België 1.A.3 verklaren op onze eigen verantwoordelijk- heid dat het product: New Holland Boomer 30, Boomer 35 Landbouwmachine Commerciële naam en model: [2] Klasseaanduiding: [3] Boomer 30, Boomer 35 Type: [4] Serienummer: [5] ..............
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE VEILIGHEIDSINFORMATIE###_2_### Symbool voor veiligheidswaarschuwing en definitie van signaalwoorden Veiligheid van personen Dit is het symbool voor een veiligheidswaarschuwing. Het wordt gebruikt om u te wijzen op mogelijk gevaar voor persoonlijk letsel. Neem alle veiligheidsmededelingen in acht die achter dit symbool worden vermeld om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Veiligheidsvoorschriften Algemene veiligheidsvoorschriften Wees voorzichtig als u met de machine op hellingen rijdt. Probeer GEEN materiaal van enig deel van de machine Geheven werktuigen, volle tanks en andere belasting lei- te verwijderen terwijl deze in bedrijf is of er onderdelen in den tot een verschuiving van het zwaartepunt van de ma- beweging zijn.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Voordat u uit de machine stapt: 1. Laat de motor draaien met laag stationair toerental. 1. Parkeer de machine op een stevige, vlakke onder- 2. Schakel alle aandrijfsystemen uit. grond. WAARSCHUWING 2. Zet alle bedieningselementen in de neutrale stand of Bepaalde onderdelen kunnen uitlopen de stand voor de parkeervergrendeling.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Zet de motor uit en verwijder de contactsleutel voordat u De motor, transmissie, uitlaatcomponenten en hydrauli- elektrische aansluitingen loskoppelt of tot stand brengt. sche leidingen kunnen heet worden tijdens bedrijf. Wees voorzichtig bij het verrichten van servicewerkzaamheden Als u een koelvloeistofdop op onjuiste wijze verwijdert, aan dergelijke onderdelen.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Hef werktuigen en voorzetstukken voldoende ver boven De rijsnelheid moet zodanig zijn, dat de machine op elk de grond om onbedoeld contact met de weg te voorko- moment stabiel is en u altijd de complete controle over de men.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE De plaats voor de brandblusser op uw tractor wordt aan- geduid op afbeelding 2 en door de bijgaande sticker die hieronder staat weergegeven. 20108592 NHIL12CT00793BA GEVAAR Brandgevaar! Zorg ervoor dat er altijd een brandblusser in of in de buurt van de machine aanwezig is. Houd de brandblusser in goede staat middels routi- neonderhoud en -service conform de instruc- ties van de fabrikant.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Bij gebruik van hulpaccu's of het aansluiten van startka- Accuzuur veroorzaakt brandwonden. Accu's bevatten bels voor het starten van de motor, dient u de procedure zwavelzuur. Vermijd contact met de huid, ogen of kle- te volgen die staat vermeld in de gebruikershandleiding. ding.
Pagina 30
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE • Vervang gordels waarin sneeën zitten die de riem zwak • Reinig gordels uitsluitend met een zeepoplossing en kunnen maken. warm water. • Controleer of de bouten goed vastzitten in de steun of • Gebruik geen bleekmiddel of verf op de gordels, aan- bevestiging van de stoel.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Veiligheidsconstructie voor de bestuurder Uw machine is uitgerust met een veiligheidsconstructie monteur voordat de machine weer mag worden gebruikt voor de bestuurder, zoals: een rolkooi (ROPS: Roll voor werkzaamheden: Over Protective Structure), een veiligheidsconstructie bij • De veiligheidsconstructie MOET WORDEN VERVAN- vallende voorwerpen (FOPS: Falling Object Protective GEN.
C. (3) Zie ommezijde. D. (4) Getekend door. E. (5) Reden Het label met de tekst: "NIET BEDIENEN" is verkrijgbaar bij uw NEW HOLLAND-dealer. Gevaarlijke chemicaliën Als u wordt blootgesteld aan of in contact komt met Voordat u servicewerkzaamheden aan uw machine ver- gevaarlijke chemicaliën, kunt u ernstig letsel oplopen.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Bewaar vloeistoffen en filters conform de ter plaatse gel- Voor toegepaste chemicaliën gelden extra voorzorgs- dende wetten en voorschriften. Gebruik uitsluitend ge- maatregelen. Zorg dat u alle informatie over de chemi- schikte verpakkingen voor de opslag van chemicaliën of caliën hebt gekregen van de fabrikant of distributeur van petrochemische stoffen.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Heffen en lasten boven de machine Gebruik nooit laadbakken, vorken, enz. of ander hef-, worden gehouden voor servicewerkzaamheden of toe- transport- of graafmaterieel voor het heffen van personen. gankelijkheid van onderdelen. Het geheven werktuig niet als werkplatform gebruiken. Laadbakken, vorken, enz.
Er is geen speciaal gereedschap vereist voor het gebruik of onderhoud van uw machine. Voor andere diensten dan die welke zijn vermeld in deze handleiding, verzoeken wij u contact op te nemen met uw NEW HOLLAND-dealer. H Service en onderhoud Zie het hoofdstuk vanaf Veiligheidsvoorschriften voor de veiligheidsvoorschriften.
Pagina 37
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Hydraulische slangen Hoewel periodieke inspectie van hydraulische slangen vereist is, hoeft de bestuurder geen onderhoud eraan uit te voeren. Zie de algemene veiligheidsvoorschriften voor inspectie op Veiligheidsvoorschriften. De tractor slepen WAARSCHUWING Voorkom letsel! Onjuiste sleepprocedures kunnen ongevallen veroorzaken. Volg bij het slepen van uw machine de procedure in deze handleiding.
Pagina 38
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING Brandgevaar! Voeg geen benzine, alcohol of gemengde brandstoffen toe aan diesel, behalve indien en voor zo ver aanbevolen in deze handleiding. Combinaties van brandstoffen kunnen het brand- en explosiege- vaar vergroten. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. W0401A WAARSCHUWING Brandstofdampen zijn explosief en brandbaar.
Pagina 39
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING Voorkom letsel! Blijf altijd uit het werkbereik van het werktuig. Ga met name NIET staan tussen de tractor en een getrokken werktuig of een driepuntshefinrichting, terwijl u de hefinrichting bedient. Zorg ervoor dat er zich geen omstanders in of nabij deze werkbereiken bevinden. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Pagina 40
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Bepaling van de totale massa, de asbelastingen, het draagvermogen van de banden en het minimaal vereiste ballastgewicht. WAARSCHUWING Verlies van controle! Bij het rijden met hoge snelheid op de openbare weg moet u de aanbevolen bandenspanning en maximale belasting van de fabrikant strikt opvolgen.
Pagina 41
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Sectie 4.4 ► Verklaring omtrent trillingen De trillingswaarde wordt gemeten conform richtlijn 78/764/EEC . Zie 2-22 . Sectie 4.5.1 ► Werken met voorlader (risico van vallende objecten) 1. Er is altijd gevaar verbonden aan werken met een frontlader. 2.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Krikpunten van de tractor WAARSCHUWING Defectraken van materieel kan leiden tot ongevallen of letsel! Gebruik alleen hijsapparatuur die voldoende capaciteit heeft voor het heffen van de lasten die u ver- plaatst. Controleer de hijsapparatuur dagelijks op beschadigde en ontbrekende onderdelen. Zorg ervoor dat er zich geen andere monteurs of omstanders onder de last bevinden terwijl deze beweegt.
Dit zijn maximumwaarden die onder normale bedrijfsomstandigheden nooit worden overschreden. Geluidsniveau aan het Extern geluidsniveau - Model Aandrijflijn oor van de bestuurder - dB(A)** dB(A)* Boomer 30 Transmissie (versnellingen) 87.9 81.4 Hydrostatische transmissie Boomer 30 88.9 77.0 (HST) Boomer 35 Transmissie (versnellingen) 88.8...
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Trillingsniveaus GEVAREN MET BETREKKING TOT BLOOT- STELLING AAN TRILLINGEN OPMERKING: Het trillingsniveau door het gehele lichaam OPMERKING: Meer informatie over trillingen door het ge- is afhankelijk van een groot aantal parameters, waarvan hele lichaam (WBV: Whole-Body Vibration) bij landbouw- sommige verband houden met de machine, andere met tractoren vindt u in specifieke publicaties, en de bijbeho- het terrein en de meeste met de bestuurder.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Stabiliteit van de machine WAARSCHUWING Gevaar tijdens het rijden! Om instabiliteit van de machine te voorkomen, moet u ALTIJD de vereisten in deze handleiding met betrekking tot de stabiliteit van de machine in acht nemen. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. W0452A De volgende procedure beschrijft de vereisten voor ma- chinestabiliteit en de methode voor het berekenen van de...
Pagina 46
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Gegevens die noodzakelijk zijn voor het evalueren van de stabiliteit SS11D001 Legenda Voor deze waarde, zie: Massa van de onbelaste tractor = tractor met standaarduitrusting Deze handleiding en minimale brandstofhoeveelheid, zonder gewichten of vloeibare ballast, zonder bestuurder en met enkele wielen Voorasbelasting van onbelaste tractor Deze handleiding Achterasbelasting van onbelaste tractor...
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Constante parameters Minimumverhouding: Wettelijk werkelijke asbelasting van vereiste belaste vooras/massa van de onbelaste tractor 0.45 Minimumverhouding: Wettelijk werkelijke asbelasting van vereiste belaste achteras/massa van de onbelaste tractor Vereiste voorballast Te berekenen Aan de voorkant vereiste ballast bij het dragen van een belasting BR aan de achterkant BEREKENING VAN BFr...
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Veiligheidsborden De volgende veiligheidsbordjes zitten op de machine voor de persoonlijke veiligheid van de bestuurders en andere werknemers. Alvorens met de machine te gaan werken, om de machine heen lopen en de inhoud en positie van deze veiligheidsbordjes bestuderen.
Pagina 49
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING Bewegende delen! Uw handen en kleding uit de buurt van de draaiende ventilator en aandrijfriem houden. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel. Aantal: 2 Onderdeelnummer: MT40269461 84269904_B (1) Plaats: rechterkant van radiateurmantel.
Pagina 50
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING Probeer niet een object te slepen of te trekken via de ROPS. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel. Aantal: 1 Onderdeelnummer: MT40269463 84269909N (2) Plaats: onderste carrosseriepaneel. 93099330 WAARSCHUWING Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)
Pagina 51
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWINGVoorkom letsel! De externe hydraulische bedieningsschakelaars alleen activeren wanneer u naast de machine staat (buiten het spoor van de banden). NOOIT op of in de buurt van het werktuig of tussen het werktuig en de machine gaan staan. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Pagina 52
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING Niet bedienen indien de ROPS niet op zijn plaats zit. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel. Aantal: 1 Onderdeelnummer: MT40269460 84269880N NHIL12CT00855AA (6) Plaats: onderkant van de ROPS-constructie. NHIL13CT00213GA 2-30...
Pagina 53
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING Voor uw eigen veiligheid en die van anderen dient u altijd een brandblusser bij u te hebben (op de hiervoor bedoelde plaats). Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel. Aantal: 1 Onderdeelnummer: MT40269466 84269927N...
Pagina 54
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWINGGevaar tijdens het rijden! Het bedieningshandboek raadplegen voordat u de tractor probeert te slepen. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel. Aantal: 1 Onderdeelnummer: MT40269477 84270901N (9) Plaats: linkerspatbord. NHIL12CT00975AA WAARSCHUWINGVoorkom letsel! U dient alle waarschuwingen uit de bedieningshand-...
Pagina 55
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWINGOnverwachte beweging van de machine! Alvorens reparaties of onderhoudswerkzaamheden op de machine uit te voeren, verwijdert u de sleutel. Voor specifieke informatie de bedieningshandleiding lezen. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel. Aantal: 1 Onderdeelnummer: MT40269467 84269928...
Pagina 56
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING Onverwachte beweging van de machine! Ga voorzichtig te werk wanneer u de machine start met startkabels. Lees de gebruikershandleiding. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel. Aantal: 1 Onderdeelnummer: MT40269475 84270895 (13) Plaats: op bovenzijde van startmotor.
Pagina 57
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING: GA ALS VOLGT TE WERK BIJ STARTEN MET STARTKABELS (accu met negatieve massa) 1 Draag oogbescherming. 2 Sluit beide uiteinden van de ene kabel aan op de positieve (+) klemmen van beide accu's. 3 Sluit één uiteinde van de andere kabel aan op de minpool (-) van de 'goede' accu.
Pagina 58
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWINGVerbrandingsgevaar! Verwijder altijd de dop van de overlooptank VOORDAT u de vuldop verwijdert. Verwijder de doppen nooit terwijl de motor draait of wanneer de koelvloeistof heet is. Schakel de motor uit en laat het systeem afkoelen. Draai de dop langzaam los met een dikke doek en laat de druk ontsnappen.
Neem de stickers en de bedieningsinstructies uit deze handleiding door met degenen die de tractor zullen besturen. Houd de stickers schoon en leesbaar. Bestel vervangende exemplaren bij uw erkende NEW HOLLAND-dealer wanneer zij beschadigd zijn of onleesbaar worden. 76115241...
Pagina 60
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Contactslot • Nederlands MT40008540 Plaats: op de rechterzijde van het motorkappaneel achter. 40008540 83115228 Aftakasschakelaar • Nederlands MT40189937 Plaats: op de rechterzijde van het dashboardpaneel. 40189937 83115223 2-38...
Pagina 61
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Regelklep voor neerlaatsnelheid • Nederlands MT40008821 Plaats: onder de bestuurdersstoel, nabij de parkeerrem. 40008821 83115219 Tankdop Alleen dieselbrandstof met een ultralaag zwavelgehalte • Nederlands MT40241059 Plaats: op de bovenkant van de tankdop aan de linker- zijde van de brandstoftank. 40241059 83115220 2-39...
Pagina 62
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Gashendel • Nederlands MT40232389 Plaats: aan de rechter bovenzijde van het dashboardpa- neel. 40232389 NHIL12CT01025AA Positiehendel • Nederlands MT40008842 Plaats: aan de rechter regelmodule, naast de bestuur- 40008842 dersstoel en het rechter spatbord. 83115234 2-40...
Pagina 63
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE ONDERHOUD VAN HET LUCHTFILTER 1. Schakel de motor uit wanneer u onderhoudswerk- zaamheden uitvoert aan het luchtfilter. 2. Gebruik de tractor alleen wanneer het luchtfilter is aangebracht. 3. Reinig en inspecteer het luchtfilter regelmatig Als u zich hier niet aan houdt, kan de machine beschadigd raken.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE Internationale symbolen Op de instrumenten, bedieningselementen, schakelaars en het zekeringenkastje zijn diverse universele symbolen gebruikt als leidraad voor de werking van de machine. Hieronder ziet u een overzicht van deze symbolen en hun betekenis. Thermostart Positie- Radio Aftakas starthulp Besturing...
Stoelregelingen Tractorstoel afstellen Uw NEW HOLLAND-tractor is uitgerust met een verstel- bare luchtgeveerde stoel. Om de stoel naar voren of naar achteren te verstellen, trekt u de hendel (1) omhoog. Als de stoel is versteld, laat u de hendel weer los.
Pagina 66
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN OPMERKING: Verzorging van vinyl-, kunststof- en rubbe- ren onderdelen voor een MAXIMALE levensduur Reinig vinyl-, kunststof- en rubberen onderdelen UIT- SLUITEND met een mild autoschoonmaakmiddel en water, zoals hieronder beschreven: “Spoel eerst loszittend vuil van de onderdelen af met wa- ter.
ROPS aanwezig is, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. De ROPS en de veiligheidsgor- dels zijn verkrijgbaar bij uw NEW HOLLAND-dealer. De veiligheid die door de ROPS en de veiligheidsgordel wordt geboden, wordt zo goed als tenietgedaan indien NHIL12CT00855AA u uw veiligheidsgordel niet vastmaakt.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Opklapbare ROPS Een opklapbare rolkooi, afbeeldingen 2 en 3 is in de fa- briek gemonteerd. Werk zo veel mogelijk met deze ROPS in de stand "UP" (omhoog). Gebruik de ROPS alleen in de "ingeklapte" stand als dit absoluut noodzakelijk is. Procedure voor het inklappen van de ROPS Om de ROPS in de stand "DOWN"...
ROPS aanwezig is, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. De ROPS en de veiligheidsgor- dels zijn verkrijgbaar bij uw NEW HOLLAND-dealer. De veiligheid die door de ROPS en de veiligheidsgordel wordt geboden, wordt zo goed als tenietgedaan indien u uw veiligheidsgordel niet vastmaakt.
Pagina 70
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Opklapbare ROPS Een opklapbare rolkooi (1) wordt in de fabriek gemon- teerd. Werk zo veel mogelijk met deze ROPS in de stand "UP" (omhoog). Gebruik de ROPS alleen omlaag als dit absoluut noodzakelijk is. NHIL13CT00213GA Procedure voor het inklappen van de ROPS VOORZICHTIG Zware onderdelen! De rolkooi (ROPS, Roll Over Protective Struc-...
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN BEDIENINGSELEMENTEN VOORUIT Instrumentenpaneel NHIL12CT01093FA 1. Indicatielampje voor koude start - Licht op wanneer 4. Waarschuwingslampje voor de motoroliedruk - Licht de contactsleutel in de ingeschakelde stand wordt ge- op wanneer de contactsleutel in de ingeschakelde draaid. Het blijft gedurende ca. 8 seconden bran- stand staat en blijft korte tijd branden nadat de motor den, terwijl de gloeibougies de voorverbrandingska- is gestart.
Pagina 72
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN 6. Urenteller - Registreert het aantal uren en delen van ter geeft "Cold" (Koud) aan wanneer de contactsleu- uren dat uw tractor in bedrijf is geweest, ongeacht het tel in de uitgeschakelde stand staat. Als de naald in motortoerental.
Pagina 73
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN NHIL12CT01093FA Grootlichtindicator - Als het grootlicht van de verlich- 13. Indicatielampje voor cruise-control (alleen HST) ting voor de openbare weg aan is, brandt dit symbool. - Brandt wanneer de contactschakelaar in de in- geschakelde stand en de tuimelschakelaar voor Indicatielampje aftakas ingeschakeld - Wanneer de cruise-control wordt ingeschakeld.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Kruissnelheidregeling - modellen met hydrostatische transmissie (HST) WAARSCHUWING Gevaar van verlies van controle! Om de machine optimaal onder controle te houden, mag u de cruise-control niet gebrui- ken bij hoge rijsnelheden of bij het rijden op de openbare weg. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Koppelingspedaal Het koppelingspedaal (1) bedient de eentrapskoppeling en bevindt zich aan de linkerkant van het bestuurders- platform. OPMERKING: Het koppelingspedaal is alleen aanwezig is op tractoren met versnellingen. Trap altijd het koppelingspedaal volledig in tijdens het in- of uitschakelen van de voorwielaandrijving.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Gaspedaal - Modellen met mechanische transmissie Het gaspedaal (1) kan onafhankelijk van de gashendel worden gebruikt om de snelheid van de tractor te regelen. OPMERKING: Het gaspedaal is alleen aanwezig op me- chanische tractoren. OPMERKING: Het is raadzaam om het gaspedaal te ge- bruiken bij rijden op de weg.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Schakelaar aftakas LET OP: Het meeste materieel voor de aftakas achter werkt het best bij 540 RPM ± 10 RPM. De markeringen op de toerenteller geven 540 tpm voor de aftakas aan. Als de ...
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Hendel van differentieelslot - BEDIENING WAARSCHUWING Wanneer het differentieelslot is ingeschakeld, is het lastig om te sturen. Dit kan leiden tot een ongeval. Gebruik het differentieelslot in het veld om de trekkracht te vergroten, maar schakel het uit bij het keren aan het einde van een rij.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Pedalen van de hydrostatische transmissie (HST) De rijsnelheid van tractoren met een hydrostatische trans- missie varieert voortdurend tussen nul en de nominale maximumsnelheid van de betreffende schakelgroep. De snelheid kan worden geregeld met de HST-pedalen voor vooruit (1) en achteruit (2) op de rechtervoetplaat. Om vooruit te rijden, trapt u het pedaal (1) voor vooruit in totdat de gewenste rijsnelheid is bereikt.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Multifunctionele verlichtingsschakelaar De multifunctionele lichtschakelaar (1) bevindt zich aan de linkerkant van het instrumentenpaneel en wordt ge- bruikt voor het bedienen van de verlichting voor de open- bare weg vóór/werklampen, de zijlichten/achterlichten en de richtingaanwijzers. NHIL13CT00709AA NHIL13CT00708AA (A) MECHANISCH MODEL (B) MODEL MET HST 3-16...
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN BEDIENINGSELEMENTEN LINKS Schakelgroephendel Schakelgroephendel Model met versnellingen De schakelgroephendel (1) bevindt zich op de linkerre- gelmodule bij tractoren met mechanische transmissie. Er zijn drie schakelgroepen: (H) hoog, (M) middelhoog en (L) laag. LET OP: Bedien de schakelgroephendel nooit wanneer de tractor in beweging is.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Hendel voor de voorwielaandrijving De voorwielaandrijving (4WD) wordt bediend met een hendel. De hendel bevindt zich op de linker regelmodule. OPMERKING: Gebruik voorwielaandrijving voor extra tractie op mulle grond, onder natte, gladde omstandig- heden of op hellingen. Bij normaal gebruik op stevige grond, op een hard wegdek of als u met hoge snelheden op de openbare weg gaat rijden, schakelt u de voor- wielaandrijving uit voor een maximale levensduur van de...
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN BEDIENINGSELEMENTEN RECHTS Hydraulische hefinrichting (HPL) De hendel (1) van de hydraulische hefinrichting (HPL) be- vindt zich op de rechter regelmodule. De hendel regelt de stand van de twee hefarmen. GEVAAR Gevaar van verbrijzeling! Controleer of er zich geen personen in de om- geving bevinden voordat u een werktuig neer- laat.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Trekkrachtregeling De hendel van de trekkrachtregeling (1) bevindt zich in de sleuf op de rechter regelmodule, naast de positiere- gelhendel (2). De hendel van de trekkrachtregeling stelt de gewenste diepte van het aangekoppelde werktuig in. Trekkracht- regeling is het beste voor werktuigen die in de grond wer- ken, zoals ploegen,eggen of schoffels.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Afstandsklep(pen) achter Uw tractor is uitgerust met twee afstandskleppen achter. De bedieningshendels (1) en (2) bevinden zich vóór de rechter regelmodule. Om de klep met één plunjer of twee plunjers te bedienen, duwt u de betreffende bedieningshendel naar achteren om de cilinder uit te schuiven of naar voren om de cilinder in te trekken.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Regelklep met twee plunjers - optioneel De optionele dubbelwerkende regelklep (1) is op de voor- kant van het rechterspatbord aangebracht. Deze klep wordt hoofdzakelijk gebruikt voor de bediening van de voorlader, maar kan ook worden gebruikt voor de bedie- ning van andere werktuigen die aan de voorkant worden aangebracht.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN Aansluiting van hydrauliekslangen WAARSCHUWING Gevaar van verbrijzeling! Voordat u de cilinders of werktuigen loskop- pelt, dient u de uitrusting of het werktuig vol- doende te ondersteunen en vast te zetten. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN BEDIENINGSELEMENTEN BUITEN CABINE Ontgrendelingshendel motorkap Gezien vanaf de linkerkant van de tractor: 1. Om de motorkap te openen, gebruikt u een geschikte of verstelbare sleutel om de motorkapvergrendeling (1) te ontgrendelen, afbeelding 2, en hem linksom te draaien.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES BEDIENINGSINSTRUCTIES###_4_### INBEDRIJFSTELLING VAN MACHINE Inloopprocedure van de motor Uw tractor heeft een lange levensduur en werkt betrouwbaar indien u tijdens de inloopperiode van 50 uur op de juiste manier handelt. Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren geldt: 1. Vermijd "trekken" van de motor. Als u bij zware belas- ting een te hoge versnelling inschakelt, kan dit leiden tot een tekort aan trekkracht van de motor.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Werking van de aftakas Aftakas achter 1. Om de aftakas in te schakelen, drukt u de aftakasscha- kelaar (1) in en draait u de schakelaar in de ingescha- kelde stand (2). OPMERKING: Als de aftakas is ingeschakeld, gaat het (A) indicatielampje voor de aftakas op het instru- mentenpaneel branden.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Middelste aftakas (optioneel) 1. Om de middelste aftakas in te schakelen, trekt u de hendel (1) voor de middelste aftakas omhoog, drukt u de aftakasschakelaar in en draait u de schakelaar in de ingeschakelde stand. OPMERKING: Wanneer de middelste aftakas is in- geschakeld, is de aftakas achter eveneens ingescha- keld.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Driepuntshefinrichting De driepuntshefinrichting van de tractor wordt gebruikt om materieel aan te koppelen dat op drie punten wordt be- vestigd en gewoonlijk wordt aangedreven door de afta- kas, bijvoorbeeld rotormaaiers, ploegen, klepelmaaiers, sneeuwblazers, enz. De drie bevestigingspunten zijn de twee onderste hefarmen en de topstang.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Koppelen van uitrusting op de driepuntshefinrichting WAARSCHUWING Gevaar van verstrikt raken! Voordat u uitrustingsstukken koppelt of loskoppelt of de aftakas verwisselt: 1) Schakel de parkeerrem in. 2) Zet alle bedieningsele- menten in de neutraalstand en de regelknop voor de aftakas in de uitgeschakelde stand.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Afstelling van de hefstang links WAARSCHUWING Gevaar van verbrijzeling! Voordat u een hefstang loskoppelt van de onderste hefarm, moet u het aangekoppelde werktuig neerlaten op de grond en de motor uitzetten. Zorg ervoor dat het aangekoppelde werktuig juist wordt ondersteund en dat alle druk is afgelaten uit het hydraulisch systeem voordat u de borgpennen van de hefstang verwijdert.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Afstelling van telescopische stabilisatoren en (optioneel) flexibele eindstangen Telescopische stabilisatoren en vaste eindstangen zijn standaarduitrusting van de tractor, de flexibele eindstan- gen zijn optionele uitrusting. De telescopische stabilisatoren (1) maken gebruik van een opstelling met een pen en meerdere gaten, voor ge- makkelijke afstelling van de zijdelingse beweging van de driepuntshefinrichting.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Uitschuifbare trekstang LET OP: Bij het vervoeren van materieel over de open- bare weg, moet tussen de trekinrichting van de tractor en die van het werktuig een veiligheidsketting worden aan- gebracht met een trekkracht die gelijk is aan het brutoge- wicht van het werktuig.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Tuimelaar van hydraulische hefinrichting De tuimelaar (1) van de hydraulische hefinrichting is voor- zien van twee openingen voor de bevestiging van de top- stang. Bevestig de topstang in de onderste opening voor het trekken van lichte werktuigen zoals maaimachines. Bevestig de topstang in de bovenste opening voor het trekken van zwaardere werktuigen zoals bodemwerktui- gen.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES STARTEN VAN MACHINE Contactslot Het contactslot (1) bevindt zich aan de rechterkant van het motorkappaneel achter, vlak onder de gashendel. Wan- neer de sleutel in de middelste stand "ON" (AAN) (2) wordt gedraaid, worden de waarschuwingslampjes, de instru- menten en het voorverwarmingssysteem geactiveerd.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES De motor starten Model met versnellingen WAARSCHUWING Gevaar voor overrijden! Neem altijd plaats in de bestuurdersstoel en schakel de parkeerrem in voordat u de motor start. Probeer de motor nooit te starten terwijl u naast de machine staat. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Pagina 100
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES HST-model WAARSCHUWING Gevaar voor overrijden! Neem altijd plaats in de bestuurdersstoel en schakel de parkeerrem in voordat u de motor start. Probeer de motor nooit te starten terwijl u naast de machine staat. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Pagina 101
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Bestuurderaanwezigheidssysteem (startstand) Transmissie- Aftakas Aftakas Koppelings- Bestuurder Transmissie Parkeerrem Status type pedaal achter midden HST- Ingeschakeld N.v.t. Niet op stoel pedalen in Start neutraalstand HST- Uitgescha- Start met Niet op stoel pedalen in N.v.t. keld alarm neutraalstand HST- Op stoel Ingeschakeld N.v.t.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES De tractor starten met startkabels WAARSCHUWING WAARSCHUWING Onverwachte beweging van de machine! Explosief gas! Zit altijd op de bestuurdersstoel wanneer u Tijdens het opladen van accu's komen ex- de machine bedient. Omzeil het contactslot plosief waterstofgas en andere dampen vrij. NIET.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES STOPPEN VAN MACHINE De motor uitschakelen Volg voor het stoppen van de motor de volgende procedure: 1. Blijf op de bestuurdersstoel zitten. 2. Trek de gashendel naar achteren in de stand voor sta- tionair toerental. 3. Schakel de parkeerrem in. 4.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Maken van een noodstop Mechanisch model Ga als volgt te werk om een noodstop uit te voeren: 1. Trap het koppelingspedaal (1) en de rempedalen (2) tegelijkertijd in. 2. Trek de gashendel (3) naar achteren om het motortoe- rental te verlagen.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Remmen Rempedalen WAARSCHUWING Gevaar van verlies van controle! Verlaag altijd de rijsnelheid en gebruik het stuurwiel voor het nemen van een bocht. Als u de machine bij hoge snelheden bedient, mag u nooit scherpe bochten maken door de rempedalen te gebruiken.
Pagina 106
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Parkeerrem WAARSCHUWING Onverwachte beweging! Voordat u uit de machine stapt, moet u altijd de parkeerrem inschakelen en de motor uitzetten. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. W0209A LET OP: Zorg ervoor dat de parkeerrem volledig is uitge- schakeld voordat u met de tractor rijdt.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES RIJDEN MET MACHINE Afstelling van stuur De tractor is voorzien van een verstelbaar stuurwiel dat kan worden gekanteld. De hendel voor het kantelen van de stuurkolom (1) bevindt zich aan de rechterkant van de stuurkolom. 93099330 Om het stuur te kantelen, trekt u de hendel (1) omhoog en beweegt u het stuur in de gewenste stand.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Werking van het stuur De tractor is voorzien van een hydraulische stuurinrichting die ervoor zorgt dat het stuurwiel gemakkelijk kan worden gedraaid. Een onbelast reactiesysteem voorkomt dat het stuurwiel in beweging komt wanneer met de voorwielen over ruw terrein wordt gereden. Opmerkingen omtrent de werking •...
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Bediening van transmissie bij lage omgevingstemperatuur olie toe. Deze verhoging van de olieviscositeit beperkt de mogelijkheid van de olie om te stromen en het transmis- WAARSCHUWING sie- en hydraulische circuit te smeren. De koude olie kan Onverwachte beweging! leiden tot abnormale geluiden en langzamere werking als Ga als volgt te werk tijdens het opwarmen: gevolg van de hogere olieviscositeit.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Werking van de hydrostatische transmissie (HST) De rijsnelheid van tractoren met een hydrostatische trans- missie varieert voortdurend tussen nul en de nominale maximumsnelheid van de betreffende schakelgroep. De snelheid kan worden geregeld met de HST-pedalen voor vooruit (1) en achteruit (2) rechts op het bestuurdersplat- form.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Werking van cruise-control WAARSCHUWING Gevaar van verlies van controle! Om de machine optimaal onder controle te houden, mag u de cruise-control niet gebrui- ken bij hoge rijsnelheden of bij het rijden op de openbare weg. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Bediening van gesynchroniseerde 12 x 12 transmissie De 12 x 12-transmissie werkt met een koppelingspedaal (1) een shuttlehendel vooruit/achteruit (2) hoofdversnel- lingshendel (3) en een keuzehendel schakelgroep (4). De combinaties van shuttlehendel, hoofdschakelhendel en keuzehendel schakelgroep bieden de bestuurder een combinatie van twaalf versnellingen vooruit en achteruit.
Pagina 113
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Voor het bedienen van de 12 x 12-transmissie, voert u de volgende stappen uit: 1. Start de motor en trek de HPL-bedieningshendel (1) naar achteren om het werktuig (indien aanwezig) van de grond te heffen. 2. Duw de gashendel (2) naar voren tot het motortoeren- tal hoger is dan 1500 ...
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES PARKEREN VAN MACHINE Remmen en bedieningselementen - Parkeren Schakeluitvoering WAARSCHUWING Voorkom letsel! Voer altijd de volgende han- delingen uit voordat u smeer-, onderhouds- of servicewerkzaamheden uitvoert aan de ma- chine. 1. Schakel alle aandrijvingen uit. 2. Schakel de parkeerrem in.
Pagina 115
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES Model met HST WAARSCHUWING Voorkom letsel! Voer altijd de volgende han- delingen uit voordat u smeer-, onderhouds- of servicewerkzaamheden uitvoert aan de ma- chine. 1. Schakel alle aandrijvingen uit. 2. Schakel de parkeerrem in. 3. Laat alle voorzetstukken neer op de grond of hef ze en schakel alle vei- ligheidsvergrendelingen in.
5 - TRANSPORTWERKZAAMHEDEN Werking alarmknipperlichten De alarmknipperlichten vóór (1) en achter (2) worden ge- activeerd door de schakelaar voor de alarmlichten (3), die zich linksonder op het instrumentenpaneel bevindt. OPMERKING: De alarmknipperlichten werken met de sleutel in elke stand. NHIL12CT01039AA NHIL12CT01038AA Om de noodknipperlichten te activeren, drukt u op boven- kant van de schakelaar voor de alarmlichten (3).
5 - TRANSPORTWERKZAAMHEDEN Werking van richtingaanwijzer De richtingaanwijzers worden ingeschakeld door de multi- functionele schakelaar (1) naar voren te duwen wanneer u rechts afslaat en naar beneden te duwen wanneer u links afslaat. De sleutel moet in de ingeschakelde stand ("ON") staan, anders werken de richtingaanwijzer niet.
5 - TRANSPORTWERKZAAMHEDEN Werking van verlichting voor de openbare weg De verlichting voor de openbare weg (1) en de zijverlich- ting (2) worden in- en uitgeschakeld met behulp van de multifunctionele verlichtingsschakelaar (3) die zich links op het instrumentenpaneel bevindt. Deze lampen werken alleen als de contactsleutel in de stand "AAN"...
5 - TRANSPORTWERKZAAMHEDEN Werking van werklampen De werklampen (1) worden in- en uitgeschakeld met be- hulp van de schakelaar werklamp (2) die zich aan de rech- terzijde van het instrumentenpaneel bevindt. Deze lam- pen werken alleen als de contactsleutel in de stand "AAN" staat.
5 - TRANSPORTWERKZAAMHEDEN Werkverlichting achteraan (optioneel) De optionele werklamp achter (1) is gemonteerd op de ROPS en wordt bediend door een schakelaar die zich op de lamp bevindt. De werklamp kan naar voren wijzend of naar achteren wijzend worden aangebracht op de ROPS. OPMERKING: Het wordt niet aangeraden om de werk- lamp achter te laten branden als tevens de optionele 7-pens aansluiting voor de aanhangwagen en de ver-...
Draai • Controleer altijd de vrije hoogte van de tractor, vooral de ketting indien nodig losser of strakker vast. De vei- wanneer deze wordt vervoerd. ligheidskettingen en geschikte bevestigingsmiddelen zijn verkrijgbaar bij uw NEW HOLLAND-dealer.
5 - TRANSPORTWERKZAAMHEDEN VERZENDTRANSPORT Vervoeren van een tractor op een laadbed LET OP: Maak de kettingen niet vast om de stuurcilin- • Zet de voorkant van de tractor vast aan de voorkant van ders, spoorstangen of assen. Deze onderdelen kunnen het frame.
5 - TRANSPORTWERKZAAMHEDEN Om de tractor te slepen moet een sterke ketting worden gebruikt. Bij het slepen van de tractor vanaf de achterkant mag uitsluitend de trekstang worden gebruikt. Bij het trek- ken van de tractor aan de voorkant uitsluitend de trekpen gebruiken die op de voorste ballastgewichten of frontdra- ger is aangebracht.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN 6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN###_6_### ALGEMENE INFORMATIE Ballastgewichten van tractor Voor voldoende tractie en maximale prestaties tijdens Wanneer een aan de achterkant gedragen werktuig in de trekwerkzaamheden, en als contragewicht voor aan de transportstand wordt geheven, moet de reactie van het achterkant gemonteerd materieel, moet ballastgewicht voorwiel ten minste 20% van het tractorgewicht zijn.
Pagina 128
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN Ballastgewichten van tractor Gietijzeren gewichten (optioneel) Gietijzeren gewichten zijn verkrijgbaar als accessoires bij uw NEW HOLLAND-dealer. Op het voorste uiteinde, aan de achterzijde en op de achterwielen van de tractor kun- nen gewichten worden geplaatst. Steun van frontgewichtdrager (optioneel)
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN Steun voor contragewicht achter (optioneel) Om gietijzeren gewichten aan de achterzijde van de trac- tor aan te brengen, dient een optionele uitbreidingssteun (1) te worden aangebracht op de driepuntshefinrichting achter. Er kunnen maximaal zeven koffergewichten (2) op de steun worden aangebracht.
320/70 R24 115 kg (253 lb) tractor. Omdat speciaal gereedschap vereist is om de 125B, 6PR, R1 banden te vullen, moet u uw NEW HOLLAND-dealer Grasland 41 x 14,00-20, 157 kg (346 lb) raadplegen.
Pas de intervallen aan bij slechte omgevings- en bedrijfs- service-intervallen. omstandigheden. De intervallen moeten worden verkort LET OP: Gebruik altijd originele onderdelen, olie en filters voor zanderige, stoffige en extreem hete bedrijfsomstan- van NEW HOLLAND voor een juiste werking van de trac- digheden.
Pagina 132
Pomp vers smeervet in de smeernippels om het onder- deel voldoende te smeren en om verontreinigingen uit het smeerkanaal te verwijderen. Veeg het overtollige smeervet weg. Gebruik een vetspuit met schoon universeel smeervet van hoge kwaliteit NEW HOLLAND A GR-9 M MBRA ULTI PUR-...
7 - ONDERHOUD Accuscheidingsschakelaar De accuscheidingsschakelaar bevindt zich aan de onderkant van de accuplaat, aan de rechterkant van de tractor. Gebruik de schakelaar om de accuvoeding naar de voertuigsystemen los te koppelen wanneer er een elektrische component moet worden verwijderd of losgekoppeld voor onderhoudsdoeleinden.
7 - ONDERHOUD Dieselbrandstof (39 °F) of als de tractor moet worden gebruikt boven een hoogte van 1524 m (5000 ft). WAARSCHUWING • Gebruik nr. Gebruik diesel van kwaliteit 1-2 waarvan Brandgevaar! het stolpunt ten minste -12 °C (10 °F) lager is dan de Neem bij het werken met dieselbrandstof de verwachte omgevingstemperatuur, om problemen met volgende veiligheidsmaatregelen in acht: 1.
Biodieselbrandstof kan roest en deeltjes aan de bin- LET OP: U moet bij uw NEW HOLLAND-dealer navragen nenkant van brandstofopslagtanks op locatie verwijderen. welk mengsel is goedgekeurd voor uw motor. Bedenk...
7 - ONDERHOUD Basisinstructies Brandstof tanken WAARSCHUWING WAARSCHUWING Hete vloeistof onder druk! Vloeistof onder druk kan doordringen in de De brandstof in de hogedrukbrandstofleiding huid en ernstig letsel veroorzaken. staat direct na het uitzetten van de motor nog De brandstof in de verstuiver staat onder druk. onder druk.
7 - ONDERHOUD Koppel - Minimumaanhaalkoppels voor normale montage OPMERKING: Aanhaalkoppels voor metrische bevestigingsmiddelen van M4 tot en met M8 zijn vermeld in pound- inch ( # lb in). Aanhaalkoppels voor metrische bevestigingsmiddelen van M10 tot en met M24 zijn vermeld in pound-foot ( # lb ft).
7 - ONDERHOUD Identificatiemarkeringen Metrische zeskantbouten, zeskantflensbouten en slotbouten, klasse 5,6 en hoger 20083680 Identificatiemarkeringen metrische bouten 1. Identificatie van fabrikant 2. Eigenschappenklasse Metrische zeskantmoeren en borgmoeren, klasse 05 en hoger 20083681 Identificatiemarkeringen metrische zeskantmoeren 1. Identificatie van fabrikant 2. Eigenschappenklasse 3.
Pagina 139
7 - ONDERHOUD OPMERKING: Aanhaalkoppels voor bevestigingsmiddelen met Imperial-eenheden van 1/4 inch tot en met 5/16 inch zijn vermeld in pound-inch ( # lb in). Aanhaalkoppels voor bevestigingsmiddelen met Imperial-eenheden van 3/8 inch tot en met 1 inch zijn vermeld in ...
Pagina 140
7 - ONDERHOUD Identificatiemarkering Klassen van inchbouten en vrijdraaiende moeren Identificatiemarkeringen voor SAE-klasse (J995) van bouten en moeren Klasse Identificatiemarkering voor klasse Beschrijving van markering Klasse 2 Geen lijnmarkeringen Klasse 5 Drie lijnmarkeringen Klasse 8 Zes lijnmarkeringen Klasse 2 Geen lijnmarkeringen in de omtrek Klasse 5 Twee lijnmarkeringen in de omtrek, 120°...
Pagina 141
7 - ONDERHOUD Klassen van zelfborgende inch-moeren, vol- ledig metaal (drie gangbare markeringsme- thoden) Bij zelfborgende moeren wordt de klasse van de moer aangeduid aan de hand van een van de drie verschillende markeringsmethoden die de sterkte en de fabrikant aanduiden. Gangbare identificatiemarkeringen voor klassen van zelfborgende moeren Klasse Identificatiemarkering voor klasse...
Type en beschrijving Smeermiddel Onderdeelnummer Grootte container 0.946 l (1 US qt) 9613313 NEW HOLLAND A MBRA 3.785 l (1 US gal) 86641052 10W-30 UPER 18.93 l (5 US gal)
7 - ONDERHOUD ONDERHOUDSOVERZICHT Onderhoudsoverzicht Smeren Reinigen Vastdraaien Vloeistof aftappen Vervangen Afstellen Vloeistof verversen Ontluchten Test Controleren Service_Punten Pagina Aantal Om de 10 bedrijfsuren of dagelijks Motoroliepeil 7-14 Motorkoelsysteem 7-15 Na de eerste 50 bedrijfsuren Motorolie en filter 7-16 Brandstoffilter 7-18 Hydraulisch oliefilter 7-18...
7 - ONDERHOUD 2. Indien het oliepeil laag is, verwijdert u de vuldop (2) en vult u olie bij via de vulopening. 93099356 3. Vul zoveel olie bij dat het oliepeil reikt tot tussen de lage (L) en hoge (H) markeringen op de peilstok. Vul niet te veel bij.
7 - ONDERHOUD Koelvloeistofniveau controleren OPMERKING: Controleer dagelijks of iedere 10 bedrijfsu- ren het koelvloeistofniveau. De motor moet koud zijn wan- neer het koelvloeistofniveau wordt gecontroleerd. 1. Voer een visuele inspectie van de koelvloeistofniveau in de expansietank uit (1) het koelvloeistofniveau dient tussen de markeringen "LAAG"...
Pagina 147
™ HSP E MBRA ASTERGOLD NGINE SAE 10W-30 -29 - 16 °C (-20 - 60 °F) NEW HOLLAND AMBRA MASTERGOLD HSP SAE 5W-30 Oliespecificatie API CF-4 of CH-4 OPMERKING: Tractoren worden af fabriek geleverd met (15W40-)olie. 7-17...
7 - ONDERHOUD Brandstoffilter OPMERKING: Vervang het dieselfilter na de eerste 50 be- drijfsuren en vervolgens om de 300 bedrijfsuren. 1. Sluit de brandstofinlaatslang naar het brandstoffilter af. 2. Verwijder de bezinkingskolf (4) door hem aan de on- derkant te draaien. 3.
7 - ONDERHOUD Hydrostatische-oliefilter OPMERKING: Vervang het oliefilter van het HST-systeem na de eerste 50 bedrijfsuren, en vervolgens om de 300 bedrijfsuren. Het hydrostatisch systeem maakt gebruik van een op- schroef-oliefilter; dit bevindt zich aan de linkerkant van de tractor, onder het bestuurdersplatform. Ga als volgt te werk om het filter (1) te vervangen: 1.
7 - ONDERHOUD 4. Inspecteer de bestuurdersstoel en de bevestigingsmid- delen voor de veiligheidsgordel. Haal indien nodig de bouten (4) aan met het juiste koppel van 54 N·m (40 lb ft) en vervang versleten of beschadigde onderdelen. 93100883 Wielbout/-moer Haal de wielbouten (1)en -moeren (2) altijd aan met het...
7 - ONDERHOUD Om de 50 uur Smeernippels OPMERKING: Onder normale bedrijfsomstandigheden moet u onderstaande smeerpunten om de 50 bedrijfsuren invetten met een smeervet van goede kwaliteit (zie de tabel met aanbevolen smeermiddelen). Wanneer u de machine in extreem vuile omstandigheden gebruikt, moet u vaker smeren dan om de 50 bedrijfsuren.
93099360 2. Het oliepeil is juist wanneer de olie reikt tussen de twee markeringen (A) op de peilstok. Als het niveau laag is, vul de hydraulische olie NEW HOLLAND A MBRA MULTI G 134™ bij via de HYDRAULIC TRANSMISSION OIL peilstokopening.
7 - ONDERHOUD Koppelingspedaalspeling OPMERKING: Controleer de vrije slag van het koppelings- pedaal om de 50 bedrijfsuren. 93100862 1. Trap het koppelingspedaal in tot u weerstand voelt. 2. De vrije slag van het koppelingspedaal (A) gemeten vanaf de ruststand tot de stand waar weerstand wordt gevoeld, moet 20 - 30 ...
7 - ONDERHOUD Instellen van neutraalstand van hydrostatische transmissie (HST) Gebruik de volgende procedure om de instelling van de juiste neutrale stand van de hydrostatische transmissie te controleren. 1. Bestuurder op de stoel. 2. De motor draait met hoog stationair toerental. 3.
7 - ONDERHOUD Banden en wielen OPMERKING: Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren of wekelijks. De bandenspanning bepaalt het draagvermogen van een band. Controleer de spanning van uw tractorbanden en zoek vervolgens de banden in de 9-2-tabel" in deze hand- leiding.
Pagina 156
7 - ONDERHOUD Houd u aan de volgende veiligheidsmaatregelen bij het oppompen van of het verrichten van servicewerkzaam- heden aan banden, om (dodelijk) letsel te voorkomen: • Zorg ervoor dat de velg schoon is en vrij is van roest. • Smeer de beide velgschouders en de velgflensen in met zeepsop.
2. Het oliepeil is juist wanneer de olie reikt tussen de bo- venste (A) en onderste (B) markering op de peilstok. 3. Als het niveau laag is, vult u NEW HOLLAND A MBRA 90 olie bij via de gecombineerde peilstok/vul- YPOIDE plug.
7 - ONDERHOUD Luchtfilter - Primair element OPMERKING: Reinig het primaire element om de 50 be- drijfsuren. Bij extreem stoffige omstandigheden moeten de service-intervallen mogelijk worden verkort. 1. Trek het primaire element (1) uit de bus. Verwijder al het losse vuil uit de bus en controleer het uiteinde van de bus op vuil dat ertoe kan leiden dat het nieuwe element niet juist kan worden afgedicht.
7 - ONDERHOUD Elke 100 uur Brandstoffilter OPMERKING: Het brandstoffilter moet om de 100 be- drijfsuren worden afgetapt. 1. Zorg ervoor dat er voldoende brandstof in de brandstof- tank zit en sluit of dop de brandstofinlaatslang naar het brandstoffilter af. Verwijder de brandstofbezinkkolf (1). 2.
7 - ONDERHOUD Om de 300 uur Motorolie en filter Zie 7-16. Hydraulische-oliefilter - Hydraulisch systeem OPMERKING: Vervang het oliefilter van het hydraulisch systeem na de eerste 50 bedrijfsuren, en vervolgens om de 300 bedrijfsuren. Het hydraulisch systeem maakt gebruik van een schroef- oliefilter, dat zich aan de linkerkant van de tractor bevindt, onder het bestuurdersplatform.
7 - ONDERHOUD ROPS (kantelbeveiligingsinrichting) - Onderhoud en inspectie Zie 7-19. Wielbout/-moer Haal de wielbouten (1)en -moeren (2) altijd aan met het voorgeschreven koppel wanneer de wieleenheid is verwij- derd van de tractor of wanneer de wielbouten zijn losge- draaid. Aanhaalkoppel voorwielen •...
7 - ONDERHOUD Primair luchtfilterelement OPMERKING: Vervang het primaire element om de 300 bedrijfsuren. Bij extreem stoffige omstandigheden moeten de service-intervallen mogelijk worden verkort. 1. Trek het primaire element (1) uit de bus. Verwijder al het losse vuil uit de bus en controleer het uiteinde van de bus op vuil dat ertoe kan leiden dat het nieuwe element niet juist kan worden afgedicht.
93100868 2. Verwijder de peilstok/vulplug (2) 93100889 3. Vul de as met olie NEW HOLLAND A MBRA YPOIDE 90 totdat het oliepeil reikt tussen de bovenste (A) en onderste markering (B) op de peilstok. Breng de peil- stok/vulplug weer aan.
7 - ONDERHOUD 6. Verwijder de plug (3) langzaam en gedurende korte tijd uit de onderste eindreductiekast. Hierdoor kan lucht uit het onderste huis ontsnappen, zodat het correcte oliepeil kan worden bereikt. Breng de plug weer aan en kantel de as in de tegenovergestelde richting. Herhaal deze procedure voor de andere eindreductiekast.
7 - ONDERHOUD 2. Verwijder de peilstok (3) en vul de tank met NEW HOL- LAND A MULTI G 134™ MBRA HYDRAULIC TRANSMIS- hydraulische olie. De transmissie is gevuld SION OIL met de juiste hoeveelheid wanneer de olie reikt tot tus- sen de twee markeringen op de peilstok.
7 - ONDERHOUD Motorkoelvloeistof Koelsysteem aftappen en spoelen OPMERKING: De radiateur en het motorblok moeten ie- dere 12 maanden worden afgetapt en gespoeld. Vul ver- volgens met een mengsel van 50% permanente antivries en 50% schoon water. Om het koelsysteem af te tappen: 1.
Pagina 167
7 - ONDERHOUD WAARSCHUWING Ontsnappende vloeistof! Hydraulische vloeistof of dieselbrandstof die onder druk uit het systeem spuit, kan door de huid dringen en infecties of ander letsel veroor- zaken. Om letsel te voorkomen: laat de druk volledig af voordat u vloeistofleidingen loskop- pelt of werkzaamheden aan het hydraulisch systeem uitvoert.
7 - ONDERHOUD Brandstofverstuivers - Ontluchten Ontluchten van de inspuitleidingen Ontlucht de inspuitleidingen als: • De brandstoftank volledig leeg is geraakt. • Nieuwe verstuivers zijn aangebracht. • De inspuitpomp is verwijderd voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Om de inspuitleidingen te ontluchten: 1.
Pagina 169
7 - ONDERHOUD 4. De pedalen voor vooruit en achteruit rijden moeten zich op dezelfde hoogte bevinden. Stel de pedaalhoogte af door de bout (1) los te draaien en as (2) naar behoefte te draaien. Zodra de juiste hoogteafstelling is verkre- gen, houd u de as (2) op zijn plaats terwijl u de bout (1) vastdraait.
7 - ONDERHOUD V-riem Afstellen van de spanning van de V-riem: WAARSCHUWING Gevaar van verstrikt raken! Probeer geen inspectie of afstelling uit te voeren terwijl de motor van de machine draait. 1. Trek de parkeerrem aan. 2. Zet de motor uit. 3. Neem de sleutel uit het contact. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
7 - ONDERHOUD ROPS (kantelbeveiligingsinrichting) - Mogelijke schade GEVAAR Gevaar van verbrijzeling! Pas de ROPS op geen enkele wijze aan. Niet-goedgekeurde aanpassingen, zoals lassen, boren of za- gen verzwakken de ROPS en doen afbreuk aan uw bescherming. Laat de ROPS vervangen door een erkende dealer indien de ROPS op enige wijze beschadigd is.
V-snaar en de bedradingsaansluitingen. Als deze punten in goede staat verkeren en het waarschuwingslampje blijft niet opladen aangeven, dient u contact op te nemen met uw New Holland-dealer. 7-42...
7 - ONDERHOUD Zekeringen Het zekeringenblok bevindt zich aan de linkerkant van de stuurkolom, onder de tunnel. Vervang doorgeslagen ze- keringen altijd door een zekering met de gespecificeerde waarde voor het betreffende circuit. Van boven tot onder omvat het zekeringenblok de volgende zekeringen: 93100905 Zekering #...
7 - ONDERHOUD Koplamp Als de koplampen niet werken, moet het lampje worden vervangen. Ga als volgt te werk om het lampje te vervan- gen: 1. Open de motorkap van de tractor. 2. Verwijderen van het lampje: • Verlichting (1) voor op de openbare weg en werk- lampen (2).
7 - ONDERHOUD 2. Druk op de lamp van het rem-/achterlicht (2) of de lamp van de richtingaanwijzer (3) en draai linksom de oude lamp uit de fitting te verwijderen. 3. Breng de nieuwe lamp aan in de fitting en draai de rechtsom lamp totdat deze goed vastzit.
Pagina 176
7 - ONDERHOUD Ga als volgt te werk om het lampje van het markeerlicht te vervangen: 5. Verwijder de twee schroeven (3) waarmee het glas van de bovenste richtingaanwijzer is bevestigd en verwijder het glas. NHIL12CT01105AA 6. Druk op het lampje (4) en draai het lampje linksom in de fitting om het te verwijderen.
7 - ONDERHOUD Wielbout/-moer Haal de wielbouten (1)en -moeren (2) altijd aan met het voorgeschreven koppel wanneer de wieleenheid is verwij- derd van de tractor of wanneer de wielbouten zijn losge- draaid. Aanhaalkoppel voorwielen • 176 - 196 N·m (130 - 145 lb ft) 93100874 Aanhaalkoppel achterwielen •...
7 - ONDERHOUD Spoorinstelling voorwielen Als de toespoorinstelling niet juist is, stel als volgt af: 1. Draai de borgmoeren (1) van de spoorstang los. 2. Stel de spoorstangbuiseenheid (2) af zoals vereist voor een toespoorinstelling van 0 - 5 mm (0 - 0.2 in). 3.
7 - ONDERHOUD Koppelingspedaalspeling OPMERKING: Controleer de vrije slag van het koppelings- pedaal om de 50 bedrijfsuren. De vrije slag van het koppelingspedaal moet worden ge- handhaafd op A = 20 - 30 mm (0.79 - 1.18 in). Afstellen van het koppelingspedaal: 1.
7 - ONDERHOUD STALLING Stalling - Stalling Hieronder vindt u een lijst met beschermende maatregelen die moeten worden uitgevoerd als u de tractor langdurig wilt stallen: 1. Reinig de tractor grondig. Werk indien nodig de lak bij om roestvorming te voorkomen. 2.
Controleer of de motor smering ontvangt en of elk bedieningselement goed werkt. 6. Rijd zonder belasting met de tractor om te controleren of alles goed werkt. Bijwerken van lak De volgende New Holland-lakken worden aanbevolen voor het herstellen van de lak. Kleur Onderdeelnr. Hoeveelheid 16 ...
8 - PROBLEEMOPLOSSING PROBLEEMOPLOSSING###_8_### SYMPTOOM/SYMPTOMEN Motor - Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De startmotor draait niet Accu weinig geladen Laad of vervang de accu met de contactschakelaar in de stand (START). Losse accu of kabelklemmen van de start- Draai de klemmen vast motor Defecte contactschakelaar Repareer of vervang de schakelaar...
8 - PROBLEEMOPLOSSING Probleem Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De kleur van de rook uit Luchtfilter verstopt Reinig of vervang het motorluchtfilter de uitlaat is zwart. Overmatige brandstoftoevoer Repareer de brandstofinspuitpomp, indien nodig Defecte brandstofverstuiver Repareer of vervang de brandstofverstui- Laag motorvermogen Verstopte brandstofverstuiver Repareer de verstuiver, indien nodig Koolstofopophoping op de klepzitting...
8 - PROBLEEMOPLOSSING Hydraulisch hefsysteem - probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De driepuntshefinrichting Ontbreken van transmissie-/hydraulische Vul naar behoefte olie bij beweegt niet omhoog olie Lucht in de hydraulische aanzuigleiding Haal het hydraulisch filter aan en controleer alle aansluitingen van de hydraulische aan- zuigleiding Hydraulisch filter verstopt Vervang het hydraulisch filter...
8 - PROBLEEMOPLOSSING Probleem Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De zuigerafdichting van de cilinder is be- Repareer de cilinder naar behoefte schadigd De voorwielen draaien Onjuiste montage van het stuurtandwiel Repareer het stuurtandwiel naar behoefte tegenovergesteld aan het stuurwiel Onjuiste montage van de stuurslangen Monteer de stuurslangen naar behoren Olielekkage van de Afdichting beschadigd...
Pagina 187
8 - PROBLEEMOPLOSSING Probleem Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel Koplampen branden zwak Accuspanning is laag Laad de accu op of vervang hem Defecte bedrading van koplampen of de- Controleer en repareer de bedrading naar fecte massa-aansluiting behoefte Koplampen branden niet Lampje doorgebrand Vervang het lampje naar behoefte Zekering doorgeslagen Controleer de oorzaak en vervang de ze-...
9 - SPECIFICATIES SPECIFICATIES###_9_### Spoorbreedteafstellingen OPMERKING: De spoorbreedte wordt gemeten tussen de hartlijnen van de banden. Voorwielafstellingen Type band Instelling Tractormodel Landbouw, R1 Voorwielaandrijving 1158 mm (45.60 in) 7-12 Grasland, R3 Voorwielaandrijving 25 x 8,50-14 1214 mm (47.80 in) Grasland, R3 1132 ...
9 - SPECIFICATIES Wielen - Bandenspanning Er moet rekening worden gehouden met de bandenspanning wanneer gewicht, instrumenten of werktuigen aan de tractor worden toegevoegd, anders kan de tractor worden beschadigd. In de onderstaande tabel ziet u de bandenspanningen. BANDENSPANNINGEN VOOR Type band Bandenmaat Landbouw:...
9 - SPECIFICATIES Algemene specificaties Model Model Model Model - Boomer 30 - Boomer 35 - Boomer 30 - Boomer 35 Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ versnellingen versnellingen versnellingen versnellingen MOTOR Riemdoorbui- 10 - 13 mm 10 - 13 mm ging (0.4 - 0.5 ...
Pagina 193
9 - SPECIFICATIES Model Model Model Model - Boomer 30 - Boomer 35 - Boomer 30 - Boomer 35 Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ versnellingen versnellingen versnellingen versnellingen REMMEN Aftakas achter Met de klok mee Met de klok mee Aftakas Met de klok mee Met de klok mee...
Pagina 194
9 - SPECIFICATIES Model Model Model Model - Boomer 30 - Boomer 35 - Boomer 30 - Boomer 35 Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ versnellingen versnellingen versnellingen versnellingen Schakelgroep 3.23 km/h 3.35 km/h Schakelgroep 13.71 km/h 14.23 ...
Pagina 195
9 - SPECIFICATIES Model Model Model Model - Boomer 30 - Boomer 35 - Boomer 30 - Boomer 35 Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ versnellingen versnellingen versnellingen versnellingen Voorwiel --- schijf AANHAALKOPPELS ROPS- op naaf: BEVESTIGINGSBOUT 176 - 196 N·m 176 - 196 ...
9 - SPECIFICATIES Afmetingen van de tractor Model Model Model Model - Boomer 30 - Boomer 35 - Boomer 30 - Boomer 35 Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ versnellingen versnellingen versnellingen versnellingen (1) - LENGTE: Grasland. 1350 mm 1350 mm (53.15 ...
Pagina 197
9 - SPECIFICATIES Model Model Model Model - Boomer 30 - Boomer 35 - Boomer 30 - Boomer 35 Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ Hydrostatisch/ versnellingen versnellingen versnellingen versnellingen Graslandbanden: GEWICHT: 1065 mm 1065 mm 11.2-24 Met ROPS/ (41.93 ...
10 - ACCESSOIRES 10 - ACCESSOIRES###_10_### Optionele uitrusting Grilleafscherming Een optionele scharnierende afscherming voor de grille aan de voorzijde biedt bescherming aan de voorzijde van de tractor. De grilleafscherming is compatibel met een voorlader of maximaal drie 27 kg (60 lb) gewichten met gewichtssteun vóór.