Sneller ingraven van het werktuig kan vereist zijn, bijvoor-
beeld na keren op een smalle kopakker. Ook gaan som-
mige werktuigen moeilijk de grond in, vooral als de grond
zwaar is. Houd de onderkant van de hef/daalschakelaar
(3) ingedrukt, het werktuig zal dalen op de snelheid die is
ingesteld met de daalsnelheidregelknop, tot het de grond
raakt.
De daalsnelheid en de instellingen van de Positieregeling
zullen dan genegeerd worden en het werktuig zal zich
snel in de grond graven, en tot de vooringestelde werk-
hoogte stijgen wanneer de schakelaar wordt losgelaten.
Het is ook mogelijk om de instelbare stop te gebruiken om
de werktuigdiepte in te stellen. Wanneer de vereiste werk-
tuigdiepte is bepaald, het duimwiel (4) draaien. Hierdoor
wordt de stop (1) verplaatst zodat hij tegen de voorrand
van de hendel van de positieregeling (2) aan zit. Wanneer
het werktuig wordt geheven met de hendel van de posi-
tieregeling, zal het altijd terugkeren naar dezelfde werk-
diepte wanneer de hendel vooruit tegen de stop aan wordt
gezet.
OPMERKING: Indien nodig kan de hendel van de positie-
regeling opzij worden verplaatst (naar links) om de stop te
omzeilen, om het werktuig verder te laten zakken.
Met de sliplimietregeling (1) die alleen beschikbaar is met
de optionele radarunit, kan de bestuurder een wielslip-
drempel selecteren. Als de wielslip deze drempel over-
schrijdt, zal de werkdiepte van het werktuig worden bijge-
steld om de wielslip te verminderen.
Wanneer de slipregeling geactiveerd is, zal het trekkracht-
regelingsysteem de werkdiepte van het werktuig tijdelijk
reduceren. Naarmate de achterwielslip afneemt, zal het
systeem van de trekkrachtregeling het werktuig weer te-
rug naar de oorspronkelijke werkdiepte laten zakken.
Opletten dat er geen te hoge of te lage wielsliplimiet ge-
selecteerd wordt. Door de sliplimiet op een zeer lage
waarde in te stellen, die niet verkregen kan worden in
natte condities, zullen de werksnelheid en diepte ernstig
verstoord worden.
OPMERKING: De wielslipfunctie werkt niet in positiere-
geling.
Het indicatielampje sliplimiet 'aan' (2) zal gaan branden
wanneer de slipregeling geactiveerd is en het werktuig
omhoog komt om de geselecteerde slipwaarde te herne-
men. De knop heeft een aanslag op de 'uit' stand (knop
helemaal met de klok mee gedraaid).
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-67
10
BRI4098G
11
BSE2884D
12
BRI4097B