Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiten Van Afstandsbedieningscilinders; Aansluiten Van Enkelwerkende Cilinders - New Holland T6.120 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

AANSLUITEN VAN AFSTANDSBEDIENINGSCILINDERS

Elk regelventiel heeft een stel vrouwelijke snelkoppelin-
gen van 0.5 in. De koppelingen zijn van het zelfafdich-
tende / vergrendelende type, maar staan wel toe dat de
slangen van de afstandcilinders zich lostrekken in het ge-
val het werktuig van de tractor losraakt.
De hefkoppeling (uitschuiven) (1) zit aan de linkerkant, de
daalkoppeling (inschuiven) (2) aan de rechterkant.
Elke koppeling is voorzien van een scharnierende, onder
veerdruk staande stofkap. Om een afstandcilinder aan
te sluiten, de stofkap oplichten tot deze in de geheven
stand blokkeert en vervolgens de hydraulische slang in de
koppeling steken en controleren of hij goed op zijn plaats
zit.
Controleren of de slang(en) zo lang is (zijn) dat de tractor
/ het werktuig in alle richtingen kunnen draaien. Om los
te koppelen, de slang op korte afstand van de koppeling
vastpakken, de slang naar voren, in de koppeling, druk-
ken en dan de slang snel uit de koppeling trekken.

Aansluiten van enkelwerkende cilinders

De slang van een enkelwerkende cilinder verbinden met
de linker (hef)koppeling (1) op het regelventiel.
Om een enkelwerkende cilinder uit te schuiven, de bedie-
ningshendel naar achteren trekken naar de hefstand (R).
Wanneer de cilinder tot de gewenste positie is uitgescho-
ven, de hendel met de hand terugzetten in de neutrale
stand.
Om een enkelwerkende cilinder in te trekken, de hendel
volledig naar voren zetten, in de zweefstand (F).
OPMERKING: In de tijdgeprogrammeerde modus met
enkele werking zal de bedieningshendel in de uitgescho-
ven stand blokkeren en niet automatisch terugkeren naar
de neutrale stand.
LET OP: Altijd de zweefstand gebruiken om een enkel-
werkende cilinder in te schuiven. De daalstand is alleen
bedoeld voor dubbelwerkende cilinders.
OPMERKING: Indien een enkelwerkende cilinder wordt
afgekoppeld in de uitgeschoven stand terwijl hij een last
draagt, kan de slang opnieuw op het op regelventiel wor-
den aangesloten, maar zal hij pas weer gaan functioneren
wanneer de druk is afgevoerd. Als volgt te werk gaan:
De slang aansluiten zoals eerder beschreven.
De motor starten en de cilinder een moment onder
druk zetten door de bedieningshendel van het re-
gelventiel in de uitschuifstand te zetten en daarna
onmiddellijk in de zweefstand, om de cilinder in te
laten schuiven en het werktuig te laten zakken.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-84
1
BRE1565B
2
BRI4137B
3
SS11M216

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

T6.140T6.150T6.160T6.155T6.165T6.175

Inhoudsopgave