INSTELLINGEN EN AFSTELLINGEN
Instelling van het maximale debiet
Voor elk ventiel kan de maximale doorstroomhoeveelheid
worden ingesteld met behulp van de menutoetsen op het
geavanceerde toetsenbord.
Om de doorstroomhoeveelheid van de op afstand be-
diende ventielen in te kunnen stellen, moet de startsleutel
op ON staan.
Gebruik de toets van het op afstand bediende ventiel (1)
om het gewenste ventiel (1, 2, 3, of 4) te selecteren.
Met het nummer van het geselecteerde ventiel op het
DMD gebruikt u de MENU OMHOOG/OMLAAG toets (1)
en toets (2) om de maximale doorstroomhoeveelheid voor
het geselecteerde ventiel te verhogen of te verlagen. De
doorstroomhoeveelheid zal in de tractorbesturingsmo-
dule opgeslagen blijven tot hij opnieuw geprogrammeerd
wordt; door de startsleutel uit te draaien, wordt de instel-
ling niet gewist.
OPMERKING: De instelling voor het debiet van het regel-
ventiel (1), Afbeelding 3, zal zowel voor het inschuiven als
het uitschuiven van de cilinder gelden.
OPMERKING: Tijdens het instellen van de op afstand be-
diende ventielen zal een pauze van meer dan twee se-
conden bij het bedienen van de toetsen ertoe leiden dat
de instelmodus afgesloten wordt en de module terugkeert
naar de vorige instelling: om door te gaan moet u de in-
stelmodus opnieuw activeren.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-94
1
BRE1566B
2
BRE1456D
3
BRE1570B