Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Constant Motortoerental; Instelling Van Engine Speed Management - New Holland T6.120 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

CONSTANT MOTORTOERENTAL

Met ESM (Engine Speed Management - motortoerental-
beheer) kan de bestuurder één of twee vaste motortoe-
rentallen vastleggen die geschikt zijn voor de uit te voeren
werkzaamheden. ESM zal een vast motortoerental vast-
houden, de functie kan echter niet gebruikt worden om
een constante rijsnelheid (cruise control) te verkrijgen.
Met geactiveerd ESM zal het indicatielampje (1) op het in-
strumentencluster branden wanneer het systeem in wer-
king is.
Wanneer geactiveerd, controleert ESM voortdurend of er
veranderingen optreden in de motorbelasting of het mo-
tortoerental. Als de belasting op de motor stijgt en het
toerental begint te zakken, zal ESM de eenheid voor re-
geling van het motortoerental elektronisch regelen om dit
te compenseren, zodat een constant toerental wordt ge-
handhaafd.

Instelling van Engine Speed Management

Met lopende motor zet u het handgas op 1000 RPM. Om
het toerentalbeheer te activeren, kort op de bovenkant
van de schakelaar (2) op de rechter console drukken. Om
te deactiveren, de bovenkant van de schakelaar opnieuw
indrukken.
Programma 1 selecteren door kort op de onderkant van
de schakelaar (2) te drukken en daarna met behulp van de
schakelaar voor toerentalregeling (1), het motortoerental
te verhogen tot het gewenste niveau. Wanneer het toe-
rental voor programma 1 is ingevoerd, kan programma
2 geselecteerd worden (indien gewenst) door nogmaals
kort op de onderkant van schakelaar (2) te drukken. Her-
haal bovenstaande procedure om het tweede toerental in
te stellen.
OPMERKING: Door de schakelaar voor instelling van het
toerental kort in te drukken, wordt het toerental in stappen
van 10 RPM verhoogd of verlaagd. Wanneer u de scha-
kelaar ingedrukt houdt, wordt het toerental verhoogd of
verlaagd met een snelheid van 100 RPM / seconde, mits
de motor onbelast is.
OPMERKING: Bij het 'uit' draaien van de contactsleutel
(motorstop) worden programma-instellingen die tijdens de
werking van de tractor zijn doorgevoerd, van het werk-
geheugen overgebracht naar het hoofdgeheugen. Om
voor voldoende tijd voor de gegevensoverdracht te zor-
gen, wacht u minimaal 5 s voordat u het contact weer in-
schakelt.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-4
1
SS11M120
2
BRJ4978D

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

T6.140T6.150T6.160T6.155T6.165T6.175

Inhoudsopgave