64
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Waarschuwing
(Vervolg)
stoelverwarming voorzichtig en
vooral niet te lang achter elkaar, om
de kans op brandwonden te
verkleinen. Leg niets op de stoel
wat de warmte tegenhoudt, zoals
een deken, kussen, overtrek of iets
dergelijks. De stoelverwarming kan
hierdoor oververhit raken. Een
oververhitte stoelverwarming kan
brandwonden veroorzaken of de
stoel beschadigen.
Indien aanwezig, bevinden de knoppen
zich bij de bedieningsorganen voor de
klimaatregeling op de middenconsole.
Het contact moet zijn ingeschakeld,
anders werkt deze functie niet.
Druk op
of
om de zittingverwar-
ming van de bestuurders- of passa-
giersstoel in te schakelen.
Druk op
of
om de ventilatie van
de bestuurders- of passagiersstoel in
te schakelen.
Druk eenmaal op de knop voor de
hoogste stand. Met elke druk op de
knop wordt de stoelverwarming of
-koeling één stand lager gezet en ten
slotte uitgeschakeld. De controle-
lampjes naast de knoppen gaan
branden een verlichten een drie bij de
hoogste stand en een één bij de
laagste stand. Als de verwarming van
de voorstoelen in de hoogste stand
staan, is het mogelijk dat de verwar-
ming na ca. 30 minuten automatisch
lager wordt gezet.
Na uitschakeling van deze functie zijn
de symbolen voor de stoelverwarming
en -ventilatie op de knoppen wit. Een
stoel met ventilatiefunctie is voorzien
van een ventilator die lucht door de
stoel zuigt of perst. De lucht wordt
niet gekoeld. Wanneer de stoelverwar-
ming wordt ingeschakeld, brandt het
symbool met een rode kleur. Wanneer
de stoelventilatie wordt ingeschakeld,
wordt het symbool blauw.
Het verwarmen van de passagiersstoel
kan langer duren.
Automatische stoelverwarming en
-ventilatie
Als de auto is uitgerust met automati-
sche stoelverwarming of -ventilatie en
het contact aan is, activeert u met
deze functie automatisch de stoelver-
warming of -ventilatie op het niveau
zoals vereist door de interieurtempe-
ratuur.
Het actieve stoelverwarmings- of
-ventilatieniveau (hoog, medium, laag
of uit) wordt aangegeven door de
knoppen voor de handmatige stoelver-
warming en -ventilatie op de midden-
console. Gebruik de knoppen voor de
handmatige stoelverwarming en
-ventilatie op de middenconsole om
de automatische stoelverwarming of
-ventilatie uit te zetten. Als de passa-
giersstoel niet bezet is, activeert de