Download Print deze pagina

Cadillac XT5 2017 Gebruikershandleiding pagina 292

Advertenties

290
VERZORGING VAN DE AUTO
ging door andere banden of wielen
kan ertoe leiden dat het TPMS niet
goed werkt. Controleer altijd de
TPMS-storingsindicator nadat een of
meerdere banden of wielen van de
auto zijn vervangen. Zo weet u of de
TPMS goed werkt met de nieuwe
banden of wielen.
Zie Werking bandenspanningscontrole-
systeem 0 290 voor aanvullende infor-
matie.
Zie Verklaring van Conformiteit 0 346.
Werking bandenspannings-
controlesysteem
De auto kan zijn voorzien van een
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS). Het TPMS is ontwikkeld om
de bestuurder te waarschuwen in
geval van een lage bandenspanning.
Alle banden en wielen zijn hiervoor
uitgerust met TPMS-sensoren, met
uitzondering van het reservewiel met
reserveband. De TPMS-sensoren
bewaken de luchtdruk in de banden
en ze versturen de waarden van de
bandenspanning naar een ontvanger
die zich in het voertuig bevindt.
Wanneer een lage bandenspanning
wordt gedetecteerd, gaat op de instru-
mentengroep het TPMS-waarschu-
wingslampje voor een lage
bandenspanning branden. Als het
waarschuwingslampje oplicht, moet u
zo snel mogelijk stoppen en de
banden op spanning brengen volgens
de specificaties op het informatielabel
voor banden en laadvermogen. Zie
Belastingslimieten auto 0 183.
Op het Driver Information Center
(DIC) verschijnt een bericht voor
controle van de bandenspanning van
een bepaalde band. Het waarschu-
wingslampje voor lage bandenspan-
ning en het DIC-waarschuwingsbericht
zullen bij elke contactcyclus opkomen,
totdat de banden weer op de juiste
spanning zijn gebracht. De banden-
spanningen worden weergeven op het
DIC. Voor aanvullende informatie en
details over bediening van het DIC en
de displays, zie Bestuurdersinformatie-
centrum (DIC) 0 142.
Het waarschuwingslampje voor lage
bandenspanning kan bij koud weer
gaan branden als de auto wordt
gestart, en vervolgens uitgaan als de
auto begint te rijden. Dit kan een
eerste aanwijzing zijn dat de banden-
spanning aan de lage kant is en dat
deze op de juiste spanning moet
worden gebracht.
Het informatielabel voor banden en
laadvermogen, dat op de auto is
aangebracht, geeft de originele banden
aan en de juiste bandenspanning voor
koude banden. Zie Belastingslimieten
auto 0 183 voor een voorbeeld van het
informatielabel voor banden en
laadvermogen en de locatie ervan. Zie
ook Bandenspanning 0 287.
Het TPMS waarschuwt u bij een lage
bandenspanning, maar het vormt geen
vervanging van het normale bande-
nonderhoud. Zie Banden controleren
0 294, Banden verwisselen 0 294 en
Banden 0 284.

Advertenties

loading