250
RIJDEN EN BEDIENEN
Bij actieve TSC gaat het waarschu-
wingslampje voor de Traction Control
(TCS)/StabiliTrak branden op de
instrumentengroep. Verlaag in dat
geval de rijsnelheid. Als de aanhanger
blijft slingeren, kan StabiliTrak het
motorvermogen verlagen om op die
manier de rijsnelheid terug te brengen.
Zie Tractieregeling/Elektronische stabili-
teitsregeling (ESC) 0 205.
Waarschuwing
Ook als de auto is uitgerust met
TSC kan een slingerende aanhanger
ertoe leiden dat u de controle over
het stuur verliest en betrokken
raakt bij een botsing of van de weg
raakt. Breng bij detectie van een
overmatig slingerende aanhanger de
rijsnelheid terug tot een veilig
niveau. Controleer de aanhanger en
de auto om de oorzaak van de
slingerbeweging weg te nemen.
Daarbij valt te denken aan
verkeerde of overmatige belading
van de aanhanger, niet goed vastge-
zette lading, een verkeerde
Waarschuwing
(Vervolg)
trekhaakinstallatie, een te hoge
treksnelheid of ook hanteert u de
verkeerde bandenspanning of
bandensoort op de auto of
aanhanger. Zie Slepen, uitrusting
0 247 voor de aanhangergewichten
en geadviseerde trekhaakinstal-
laties.
Accessoires die u niet bij de dealer
hebt aangeschaft, kunnen de presta-
ties van de auto negatief beïnvloeden.
Zie Accessoires en aanpassingen 0 253.
Aanpassingen en
aanvullingen
Niet-originele elektrische
apparatuur
Waarschuwing
De diagnoseaansluiting (DLC) dient
voor servicetests en emissietests/
keuringen. Zie Storingsindicatie-
lampje (Storingsindicatielampje
motor) 0 133. Aansluiting van
andere apparatuur op de DLC
zoals apparatuur voor wagenparkbe-
heer of rijgedragcontrole
autosystemen negatief beïnvloeden.
Dit kan van invloed zijn op de
werking van de auto en een ongeluk
veroorzaken. Dergelijke apparaten
hebben mogelijk ook toegang tot de
informatie die in de autosystemen
is opgeslagen.
kan de