vertraging van 30 seconden
genegeerd en activeert het alarm-
systeem onmiddellijk.
Het autoalarmsysteem wordt niet
geactiveerd als de portieren met de
sleutel worden vergrendeld.
Als u het bestuurdersportier opent
zonder eerst te ontgrendelen met de
RKE-zender, klinkt de claxon en gaan
de lichten knipperen om aan te geven
dat de alarmvoorbereidingsfase van
start gaat. Als u gedurende de alarm-
voorbereidingsfase van 10 seconden
de auto niet start of het portier niet
ontgrendeld door
op de RKE-zender
in te drukken, wordt het alarm geacti-
veerd.
Het alarm wordt ook geactiveerd als
een passagiersportier, de achterklep of
de motorkap wordt geopend zonder
eerst het systeem te deactiveren.
Wanneer het alarm is ingeschakeld,
gaan de richtingaanwijzers knipperen
en klinkt de claxon ongeveer 30
seconden. Het alarmsysteem wordt
opnieuw ingeschakeld voor de
volgende niet-geautoriseerde gebeur-
tenis.
Alarmsysteem deactiveren
Om het alarmsysteem te deactiveren
of het alarm uit te schakelen als het is
afgegaan:
Druk op
op de RKE-zender.
Ontgrendel de auto via het Keyless
Entry-systeem.
Start de motor.
Om te voorkomen dat het alarm per
ongeluk afgaat:
Vergrendel de auto met nadat alle
inzittenden zijn uitgestapt en alle
portieren dichtstaan.
Ontgrendel een portier altijd met
de RKE-zender of gebruik het
Keyless Entry-systeem.
Het ontgrendelen van het bestuurder-
sportier met de sleutel deactiveert niet
het systeem en zet het alarm ook
niet uit.
SLEUTELS, PORTIEREN EN RUITEN
Poging tot inbraak herkennen
Als bij indrukken van
klinkt en de lampen drie keer
knipperen, werd het alarm geactiveerd
terwijl het alarmsysteem ingescha-
keld was.
Als het alarmsysteem geactiveerd is,
verschijnt er een bericht op het DIC.
Hellingsensor en inbraaksensor
sirene
Naast de standaard diefstalbeveili-
gingsfuncties kan dit systeem ook zijn
uitgerust met een hellingshoeksensor,
een inbraaksensor en een sirene.
De sirene produceert een akoestisch
alarmsignaal dat verschilt van de
claxon. De sirene heeft zijn eigen
stroombron en kan een alarmsignaal
geven, wanneer er met de accu van de
auto wordt geknoeid.
De hellingsensor kan het alarm laten
afgaan bij detectie van autobeweging,
zoals een wijziging in de positie van
de auto.
De inbraaksensor bewaakt het
interieur van de auto en kan het alarm
laten afgaan, als de sensor ervan
45
de claxon