18
KORT EN BONDIG
Klimaatregelingsdisplay
1. Aanduiding buitentemperatuur
2. Temperatuurregeling bestuurder
en passagier
3. Knop van aanjager
4. Achter (klimaatdisplay achter)
5. A/C-modus (airconditioning)
6. SYNC (gesynchroniseerde tempe-
ratuur)
7. Keuzeknop klimaatregeling
(bedieningspaneel)
8. Knoppen luchttoevoermodus
bestuurder en passagier
Zei Dubbel automatische klimaatregel-
systeem 0 167 en Klimaatregelsysteem
achter 0 172 (indien aanwezig).
Versnellingsbak
Drukschakelknoppen
Indien aanwezig, kunt u via drukscha-
kelen met een automatische trans-
missie op dezelfde manier schakelen
als een handgeschakelde transmissie.
U gebruikt drukschakelen als volgt:
1. Trek in D (Drive) de schakelhef-
boom terug om naar M (handge-
schakelde modus) te gaan.
2. Gebruik drukschakelen om
handmatig met een automatische
transmissie te schakelen.
3. Sluit deze modus af door
nogmaals aan de schakelhef-
boom te trekken.
Zie Mechanische modus 0 200.
Voertuigkenmerken
Infotainmentsysteem
Raadpleeg de handleiding van het
infotainmentsysteem voor informatie
over de radio, audiospelers, telefoon,
spraakherkenning en het navigatiesys-
teem. U vindt er ook informatie over
instellingen.
Stuurwielschakelaars
Het infotainmentsysteem kan met de
stuurbedieningsknoppen worden
bediend. Zie "Stuurbedienings-
knoppen" in de Infotainmenthand-
leiding.