286
VERZORGING VAN DE AUTO
vierseizoenenbanden zijn te herkennen
aan de laatste twee tekens van deze
TPC-code: MS .
Overweeg om winterbanden te
monteren, indien u verwacht dat vaak
op besneeuwde of beijzelde wegen
wordt gereden. Vierseizoenenbanden
beschikken over de vereiste prestaties
voor de meeste winterse rijomstandig-
heden. Bij een besneeuwd of bevroren
wegdek zijn de grip en prestaties
echter minder, vergeleken met winter-
banden. Zie Winterbanden 0 286.
Winterbanden
Dit voertuig is oorspronkelijk niet
uitgerust met winterbanden. Winter-
banden zijn bedoeld voor meer grip op
wegen die met sneeuw en ijzel zijn
bedekt. Overweeg om winterbanden te
monteren, indien u verwacht vaak op
beijzelde of besneeuwde wegen te
rijden. Ga naar uw dealer voor meer
informatie over de beschikbaarheid
van winterbanden en de juiste
bandenkeuze. Zie ook Nieuwe banden
aanschaffen 0 296.
Met winterbanden kan de grip op
droge wegen minder zijn, kunnen de
banden meer lawaai maken en kan de
levensduur van het loopvlak korter
zijn. Nadat winterbanden zijn gemon-
teerd, moet u goed letten op eventuele
wijzigingen in het rijgedrag en de
remfunctie van uw auto.
Indien winterbanden worden gebruikt:
Gebruik banden van hetzelfde
merk en met hetzelfde type
loopvlak op alle vier wielposities.
Gebruik alleen radiaalbanden met
dezelfde afmetingen, belasting-
sindex en snelheidsindex als de
originele banden.
Er zijn mogelijk geen winterbanden
met dezelfde snelheidsindex als uw
originele banden beschikbaar als u
banden met de snelheidsindex H, V,
W, Y en ZR hebt. Indien banden met
een lagere snelheidsindex zijn
gekozen, mag u de maximale
snelheidscapaciteit van de banden
nooit overschrijden.
Zomerbanden
Deze auto wordt eventueel geleverd
met High Performance zomerbanden.
Het profiel en rubbersamenstelling
van deze banden zijn afgestemd op
optimale prestaties op een droog of
nat wegdek. Dit speciale profiel en
deze rubbersamenstelling gaan ten
koste van de prestaties bij koud weer
en op ijs en sneeuw. Als de verwach-
ting bestaat dat u regelmatig bij
temperaturen onder circa 5 °C (40 °F)
of op beijzelde of besneeuwde wegen
rijdt, wordt geadviseerd om winter-
banden te monteren. Zie Winterbanden
0 286.
Voorzichtig
High performance zomerbanden
hebben een rubbersamenstelling die
bij een temperatuur van -7 °C
(20 °F) of lager zijn flexibiliteit
verliest, waardoor er scheuren aan
de oppervlakte van het profiel
kunnen ontstaan. Sla high perfor-
mance zomerbanden altijd binnen