Bedieningsorganen
voor klimaatregeling
Klimaatregelsystemen
Dubbel automatische klimaatre-
gelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Klimaatregelsysteem achter . . . . . 172
Luchtroosters
Ventilatieopeningen . . . . . . . . . . . . . . 174
Onderhoud
Luchtfilter passagiersruimte . . . . . 175
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Klimaatregelsystemen
Dubbel automatische klimaatregelsysteem
Met de klimaatregelingsknoppen op de middenconsole en op het klimaatrege-
lingsdisplay worden de verwarming, koeling en ventilatie bediend.
Klimaatregelingsknoppen middenconsole
1. Temperatuurregeling aan
bestuurders- en passagierszijde
2. Ventilatorregeling
3. Stoelverwarming en -ventilatie
bestuurders- en passagierszijde
(indien aanwezig)
4. Achterruitverwarming
5. Ontwaseming
6. UIT (aanjager)
7. Recirculatie
8. AUTO (automatische regeling)
167