ACC-lampje
Lampje
standaard-cruise-
control
Bij inschakeling van ACC gaat een
groen
-lampje branden op de
instrumentengroep en verschijnt de
actuele volgtijd. Bij inschakeling van
de standaard-cruisecontrol gaat een
groen
-lampje branden op de
instrumentengroep, maar de volgtijd
verschijnt niet.
Bij inschakeling van de auto neemt de
cruisecontrol weer de stand in die
werd gebruikt toen de auto werd
uitgeschakeld.
Waarschuwing
Controleer altijd het cruisecontrol-
lampje op de instrumentengroep
om na te gaan in welke modus de
Waarschuwing
(Vervolg)
cruisecontrol staat alvorens het
systeem te gebruiken. Als ACC niet
actief is, remt de auto niet automa-
tisch voor andere voertuigen, wat
tot ongelukken kan leiden als de
remmen niet handmatig worden
bediend. Daarbij kunnen u en
anderen ernstig of dodelijk letsel
oplopen.
Adaptieve cruisecontrol instellen
Als
aan is terwijl het systeem niet
gebruikt wordt, kan deze per ongeluk
worden ingedrukt en wordt de cruise
control actief terwijl u dat niet wilt.
Zorg dat de knop
uit is wanneer u
de cruisecontrol niet gebruikt.
Selecteer de gewenste instelsnelheid
voor de cruisecontrol. Dit is de rijsnel-
heid zonder voorliggers.
ACC wordt niet ingesteld bij een
snelheid lager dan 25 km/h (16 mph),
hoewel het systeem bij lagere
snelheden weer kan werken.
RIJDEN EN BEDIENEN
U stelt ACC als volgt in tijdens het
rijden:
1. Druk op
.
2. Versnel tot de gewenste snelheid.
3. Druk kort op SET .
4. Haal uw voet van het gaspedaal.
Na het instellen van ACC kan deze de
auto onmiddellijk afremmen als de
gemeten afstand tot een voorligger
onvoldoende is.
ACC is ook in te stellen wanneer de
auto stilstaat en ACC is ingeschakeld
en het rempedaal wordt bediend.
Het ACC-lampje brandt op de instru-
mentengroep en het HUD-display
(Head-Up Display), mits aanwezig. Bij
uitschakeling van ACC brandt het
lampje wit. Bij inschakeling van ACC
brandt het lampje groen.
213