Activeren en vervangen van uw Pod
3. Droog de infusieplaats met een schone handdoek.
4. Gebruik een wattenstaafje voor alcoholvoorbereiding om de infusieplaats
te ontsmetten. Begin in het midden van de plaats en veeg zachtjes met een
draaibeweging vanuit het midden naar buiten.
5. Laat de infusieplaats aan de lucht drogen. Blaas niet op de plaats om deze
te drogen.
Verwijderen van de tab van de Pod
Waarschuwing:
Breng een Pod NIET aan als u ziet dat de canule voorbij
de beschermlaag van de pleister komt nadat het lipje op de Pod is
verwijderd. Deze canule kan niet worden ingebracht, wat kan leiden tot
een te lage insulinetoediening, wat tot hyperglykemie kan leiden.
Verwijderen van de tab van de Pod (schermstap
1. Draai de Pod zodat de tab naar boven
wijst en naar u toe is gericht.
2. Plaats uw duim op de onderkant (vlakke
rand) van de tab en trek deze omhoog.
De tab breekt nu af. Gooi de tab weg.
Als u de tab verwijdert, kan er aan het
einde van de canule of in het putje een
druppel insuline te zien zijn.
3. Als een van de volgende situaties zich
voordoet, tikt u op ANNULEREN, gooit u
de Pod weg en begint u opnieuw met een
nieuwe Pod:
• De Pod valt per ongeluk, wat kan
betekenen dat deze niet meer steriel is.
• De Pod of de pleister op de Pod is nat,
vuil of beschadigd.
• De canule steekt uit de beschermlaag
van de pleister als de tab is verwijderd.
4. Trek de witte papieren beschermlaag aan
de treklipjes los van de hechtstrip. Let op
dat u de pleister niet van de Pod lostrekt.
Zorg ervoor dat de pleister niet dubbelvouwt.
Aanbrengen van de Pod
Controleren en aanbrengen van de Pod (schermstap
1. Controleer de Pod. Tik op ANNULEREN en gooi de Pod weg als de
pleister is gevouwen, gescheurd of beschadigd en begin opnieuw met
een nieuwe Pod.
):
):
5
81