Waarschuwing:
Zorg ervoor dat uw Controller ALTIJD veilig en binnen uw
bereik is om te voorkomen dat anderen uw insulinetherapie kunnen wijzigen.
Onbedoelde veranderingen in uw insulinetoediening kunnen een te lage of te
hoge insulinetoediening tot gevolg hebben, wat kan leiden tot hyperglykemie of
hypoglykemie. Wees voorzichtig met wie u de PIN-code van de Controller deelt.
Waarschuwing:
Gebruik het Omnipod 5-systeem NIET bij lage atmosferische
druk (minder dan 700 hPA). Een dergelijke lage atmosferische druk is
aanwezig op grote hoogte, bijvoorbeeld als u gaat bergbeklimmen of op
een hoogte van meer dan 3000 meter (10.000 voet) woont. Verandering in
atmosferische druk kan ook optreden tijdens het opstijgen bij vliegreizen.
Er kan onbedoelde insulinetoediening optreden als kleine luchtbelletjes
in de Pod uitzetten. Dit kan leiden tot hypoglykemie. Het is belangrijk om
uw glucose tijdens het vliegen regelmatig te controleren om langdurige
hypoglykemie te voorkomen.
Waarschuwing:
Gebruik het Omnipod 5-systeem NIET in zuurstofrijke
omgevingen (meer dan 25% zuurstof), zoals bij gebruik van aanvullende
zuurstof thuis of in een operatiekamer en in hyperbarische kamers.
Een hyperbarische kamer, ook hogedrukkamer genoemd, wordt
soms gebruikt om de genezing van diabetische ulcera te stimuleren of
om koolmonoxidevergiftiging, bepaalde bot- en weefselinfecties en
decompressieziekte te behandelen. Blootstelling aan een zuurstofrijke
omgeving kan leiden tot verbranding van de Pod of de Omnipod 5-Controller,
wat ernstige brandwonden op het lichaam kan veroorzaken.
Waarschuwing:
Gebruik het Omnipod 5-systeem NIET in een omgeving met
een hoge atmosferische druk (meer dan 1060 hPA), zoals in een hyperbarische
kamer. Een hyperbarische kamer, ook hogedrukkamer genoemd, wordt
soms gebruikt om de genezing van diabetische ulcera te stimuleren of
om koolmonoxidevergiftiging, bepaalde bot- en weefselinfecties en
decompressieziekte te behandelen. Blootstelling aan een hoge atmosferische
druk kan uw Pod en Omnipod 5-Controller beschadigen, wat kan leiden tot
een te lage insulinetoediening, wat kan leiden tot hyperglykemie.
1.6 Algemene voorzorgsmaatregelen
Let op:
Gebruik de onderdelen van het Omnipod 5-systeem (Controller,
Pod) NIET als u schade vermoedt na een onverwachte gebeurtenis, zoals
vallen op of stoten tegen een hard oppervlak. Het gebruik van beschadigde
onderdelen kan uw gezondheid in gevaar brengen omdat het systeem mogelijk
niet goed werkt. Als u niet zeker weet of een of meer onderdelen beschadigd
zijn, stop dan met het gebruik van het systeem en neem contact op met de
Cliëntenzorg voor ondersteuning.
Let op:
Gebruik het Omnipod 5-systeem ALLEEN met geautoriseerde
apparaten (Omnipod 5-app, Controller en Pod en de Dexcom G6 CGM).
Probeer NIET het Omnipod 5-systeem te gebruiken met niet-geautoriseerde
apparaten. Pogingen om het Omnipod 5-systeem te gebruiken met niet-
Inleiding 1
11