Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen 13
13.3 Geluiden en trillingen
Het Omnipod 5-systeem maakt gebruik van geluiden en trillingen om uw
aandacht te vestigen op een alarm of kennisgeving.
Let op:
Zet uw Controller of smartphone NIET op stil, trillen of een
andere instelling die verhindert dat u alarmen of kennisgevingen van
uw Omnipod 5-app hoort. Als u de alarmen en kennisgevingen van
uw Controller niet hoort, is het mogelijk dat u niet tijdig de nodige
wijzigingen in uw insulinetherapie aanbrengt. Uw Pod alarmeert nog
steeds en u kunt het alarm of de kennisgeving zien op de Omnipod 5-app.
Tip: Zie voor het testen van geluiden en trillingen "Controleren alarmen" op
pagina 151.
Pod-alarmen
Bij een probleem dat van invloed kan zijn op de insulinetoediening, laat de
Pod een alarmtoon horen.
•
Bij een gevarenalarm laat de Pod continu een ononderbroken toon horen
die regelmatig wordt onderbroken door een reeks pieptonen.
•
Bij een waarschuwingsalarm of een kennisgeving laat de Pod pieptonen
horen die periodiek worden herhaald totdat u dit bevestigt.
Omnipod 5-app alarmen
Omnipod 5-app Het geluid van een alarm is afhankelijk van de
geluidsinstellingen van uw Controller, bijvoorbeeld Stil of Trillen.
De knop Geluid/Trillen op uw Controller
Met de knop Geluid/Trillen, rechtsboven op het scherm van de Controller,
bepaalt u of er voor kennisgevingen trillingen of geluiden worden gebruikt.
•
Om trillen AAN te zetten, houdt u de onderkant van de knop
Geluid/Trillen ingedrukt totdat het trilpictogram (
scherm verschijnt.
•
Om het geluid AAN te zetten, houdt u de bovenkant van de knop
Geluid/Trillen ingedrukt totdat het geluidpictogram (
scherm verschijnt.
•
Om het volume te verhogen of te verlagen, drukt u op de boven- of
onderkant van de knop Geluid/Trillen. Op het scherm kunt u de volume-
indicator ook naar links bewegen om het volume te verlagen en naar
rechts om het volume te verhogen.
) op het
) op het
147