Mogelijke oorzaken
van hyperglykemie
Houdbaarheids-
datum insuline
verlopen of insuline
blootgesteld aan
extreme
temperaturen
Infusieplaats op
of vlakbij een
moedervlek
of litteken
Ontstoken
infusieplaats
Losgeraakte canule
Lege Pod
Onjuist
basaalprogramma
(Handmatige
Modus)
Onjuiste bolustiming
of te kleine bolus
Eiwit- of
vetrijke maaltijd
Minder beweging
dan normaal
Leven met diabetes 15
Voorgestelde handeling
Deactiveer en verwijder de huidige Pod. Breng
een nieuwe Pod gevuld met een nieuwe flacon
insuline aan.
Deactiveer en verwijder de huidige Pod. Breng een
nieuwe Pod op een andere plaats aan.
Deactiveer en verwijder de huidige Pod.
Breng een nieuwe Pod op een andere infusieplaats
aan en raadpleeg uw zorgverlener.
Deactiveer en verwijder de huidige Pod.
Breng een nieuwe Pod op een andere plaats aan.
Opmerking: Vermijd plaatsen vlakbij een tailleband,
riem of andere gebieden waar door wrijving de canule
kan losraken.
Deactiveer en verwijder de huidige Pod.
Breng een nieuwe Pod op een andere plaats aan.
Controleer of het juiste basaalprogramma actief is.
Raadpleeg uw zorgverlener over het aanpassen
van uw basaalprogramma's of het gebruik van een
tijdelijke basaalsnelheid.
Controleer de koolhydraatinname.
Dien de bolus voor of tijdens het eten toe in plaats
van erna.
Controleer uw glucose voordat u zichzelf een
maaltijdbolus geeft. Pas indien nodig de bolus aan.
Raadpleeg uw zorgverlener voor richtlijnen.
Bereken de inname van eiwitten/vetten en houd
daar rekening mee bij de timing van de bolus en het
soort bolus.
Raadpleeg uw zorgverlener over het gebruik van de
optie voor een verlengde bolus.
Raadpleeg uw zorgverlener over het aanpassen
van uw basaalprogramma's of het gebruik van een
tijdelijke basaalsnelheid (Handmatige Modus).
195