Inhoudsopgave
Advertenties
Belangrijke veiligheidsinformatie
glucose regelmatig controleren kan u
waarschuwen voor de aanwezigheid
van een blokkade (verstopping). Een
blokkade kan leiden tot hyperglykemie.
Let op:
Tik ALTIJD op INSULINE
STARTEN om de insulinetoediening
tijdens het gebruik van de Handmatige
Modus na het einde van een
pauzeperiode te hervatten. Na zo'n
pauze start de insulinetoediening niet
automatisch. Als u de insulinetoediening
niet start, kunt u hyperglykemie krijgen.
Let op:
Wees als u reist u ALTIJD
bewust van mogelijke veranderingen
in tijdzones. Als u de tijdzone niet
aanpast, wordt uw insulinetherapie
toegediend op basis van de oude
tijdzone, wat kan leiden tot verstoringen
in uw insulinetoedieningsschema en
onnauwkeurige geschiedenislogs.
Bespreek met uw zorgverlener hoe u uw
insulinetoediening kunt regelen als u
tussen verschillende tijdzones reist.
Let op:
Reset de Omnipod 5-app
NIET zonder overleg met uw zorgverlener.
Hierdoor worden al uw instellingen, de
adaptieve basaalsnelheid en de geschiedenis
gewist en dient u uw actieve Pod te
vervangen. Voordat u een reset uitvoert,
dient u een actueel overzicht te hebben van
uw instellingen en een nieuwe Pod met
benodigdheden om te gebruiken bij het
opnieuw opstarten van de app.
Let op:
VERMIJD het bewaren van
onderdelen en benodigdheden voor
het Omnipod 5-systeem in de buurt
van kinderen, huisdieren of insecten.
Onbedoelde toegang kan leiden tot
schade aan systeemonderdelen of
invloed hebben op de steriliteit.
Pod
Let op:
Gebruik een Pod NIET als
de steriele verpakking is geopend of
beschadigd, als u de Pod na het openen
van de verpakking hebt laten vallen of
als de Pod verlopen is, omdat deze dan
niet goed kan werken, wat de kans op
infectie verhoogt.
22
Let op:
Steek de vulspuit ALTIJD in de
vulpoort en niet op een andere plaats
op de Pod. Steek de vulspuit niet meer
dan één keer in de vulpoort. Gebruik
alleen de vulspuit en de vulnaald uit de
Pod-verpakking. De vulspuit mag maar
één keer worden gebruikt en alleen
bij het Omnipod 5-systeem. Als u de
bovenstaande instructies niet opvolgt,
kan uw Pod beschadigd raken.
Let op:
Gebruik de Pod of de vulspuit
NOOIT opnieuw en gebruik nooit een
vulspuit die niet bij uw Pod is geleverd.
Voer de Pod en de vulspuit altijd af
volgens de plaatselijke richtlijnen
voor afvalverwerking. Gebruik bij het
vervangen van de Pod alleen een nieuwe
Pod met bijgeleverde vulspuit. Neem
altijd benodigdheden mee om uw Pod
te kunnen vervangen, mocht dat op enig
moment nodig zijn.
Let op:
Volg ALTIJD de volgende
stappen om de plaats voor te bereiden.
Als de plaats niet goed is schoongemaakt
of als uw handen vuil zijn, verhoogt u het
risico op infectie.
•
Was uw handen.
•
Maak de bovenkant van de
injectieflacon met insuline
schoon met een wattenstaafje
voor alcoholvoorbereiding.
•
Maak de infusieplaats schoon met
water en zeep of een wattenstaafje
voor alcoholvoorbereiding en laat
deze volledig drogen.
•
Houd steriele materialen uit de
buurt van mogelijke ziektekiemen.
Let op:
Breng de Pod ALTIJD aan zoals
voorgeschreven. Als u een Pod aanbrengt
op een plaats met weinig vetweefsel,
knijp dan in de huid rond de Pod tot na
het inbrengen van de canule. Als u deze
techniek niet toepast op plaatsen met
weinig vetweefsel, kunnen zich blokkades
(verstoppingen) voordoen.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
