Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Van Een Nieuwe Pod; Vullen Van De Spuit Met Insuline - OmniPod 5 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5
Activeren en vervangen van uw Pod
5.2 Instellen van een
nieuwe Pod
1. Ga naar: Menupictogram (
Pod
of
Home > POD-INFO
2. Tik op NIEUWE POD INSTELLEN.

5.3 Vullen van de spuit met insuline

Waarschuwing:
Spuit NOOIT grote luchtbellen of luchtzakken in bij het
vullen van de Pod met insuline. Lucht in het systeem neemt ruimte in
waar insuline hoort te zitten en kan de insulinetoediening beïnvloeden.
Dit kan een over- of onderdosering van insuline tot gevolg hebben, wat
kan leiden tot hyperglykemie of hypoglykemie.
De volgende stap is het met insuline vullen van de spuit (de 'vulspuit') die bij
de Pod werd geleverd:
1. Maak de bovenkant van de injectieflacon
met insuline schoon met een wattenstaafje
voor alcoholvoorbereiding.
2. Draai de vulnaald goed vast op de vulspuit.
3. Trek het dopje van de naald.
4. Bepaal hoeveel insuline u in de Pod moet
doen. Als u de Pod bijvoorbeeld 72 uur gaat
gebruiken, bepaalt u de hoeveelheid insuline
die u de komende 72 uur gaat gebruiken.
Uw zorgverlener kan u helpen de juiste
hoeveelheid te bepalen.
Opmerking: De Pod werkt alleen bij een minimum van 85 eenheden 100-
E insuline. De Pod kan maximaal 200 eenheden 100-E insuline toedienen.
5. Zuig net zo veel lucht op in de spuit als de gewenste hoeveelheid insuline.
6. Steek de naald in de insulineflacon en injecteer de lucht. Door lucht te
injecteren wordt het eenvoudiger om insuline op te trekken.
74
) >
Trek uit elkaar

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor OmniPod 5

Inhoudsopgave