Mogelijke risico's
•
Het Omnipod 5-systeem gebruikt sensorglucosewaarden en -trends
om de insulinetoediening te berekenen. Als de sensorglucosewaarden
onnauwkeurig zijn, kan het systeem een onnauwkeurige dosis insuline
toedienen, wat kan leiden tot hyperglykemie of hypoglykemie.
•
Het Omnipod 5-systeem gebruikt informatie en instellingen die u invoert
om de insulinetoediening te berekenen en aan te passen. Als de informatie
die u invoert onnauwkeurig is, of als u het systeem geen informatie over
koolhydraten en glucose geeft, kan het systeem een onnauwkeurige dosis
insuline toedienen, wat kan leiden tot hyperglykemie of hypoglykemie.
•
Het dragen van een Pod kan een infectie veroorzaken. Let op tekenen
van infectie, zoals bloedingen, pijn en huidirritatie, waaronder roodheid.
Raadpleeg uw zorgverlener als er irritatie optreedt.
•
Een knik in de canule of een losse canule kan de insulinetoediening
onderbreken. Een glucosewaarde die niet daalt na een bolus of een
andere onverklaarbare hoge glucosewaarde kan wijzen op een blokkade
(verstopping) of een andere onderbreking in de insulinetoediening.
•
Luchtbellen in de Pod of canule kunnen de insulinetoediening beïnvloeden.
Als er veel lucht in de Pod zit, kan het systeem een onnauwkeurige dosis
insuline toedienen, wat kan leiden tot hyperglykemie of hypoglykemie.
•
Complicaties op de infusieplaats, zoals littekenweefsel en infectie, kunnen
de insulinetoediening minder effectief maken. Een glucosewaarde die niet
daalt na een bolus of een andere onverklaarbare hoge glucosewaarde kan
wijzen op een ineffectieve insulinetoediening.
•
Hardwaredefecten, softwarefouten en Pod-fouten kunnen een onderbreking
van de insulinetoediening veroorzaken. Een storing in de Pod kan leiden tot
hyperglykemie of diabetische ketoacidose. Houd uw Omnipod 5-Controller
en smartphone aan en in de buurt, zodat u op de hoogte blijft van recente
insulinetoediening en belangrijke alarmen en berichten.
Belangrijke informatie voor de gebruiker
Let vooral op de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in deze
gebruikershandleiding. De woorden 'Waarschuwing' en
weergegeven in rode, vetgedrukte tekst.
Het Omnipod 5-systeem is ontworpen voor gebruik met de Dexcom G6
CGM. Om de Dexcom G6 met het Omnipod 5-systeem te gebruiken, dient
u de Dexcom G6-sensor, Zender en gebruiksaanwijzing aan te schaffen en de
Dexcom G6-app te downloaden op uw smartphone.
Als u nog nooit een glucosesensor gebruikt hebt, blijf dan uw BG-meter
gebruiken totdat u vertrouwd bent met het gebruik van de sensor.
Of u nu het systeem zonder of met de Dexcom G6 gebruikt, is het van groot
belang dat u alle instructies in deze gebruikershandleiding doorneemt voordat
u het systeem in gebruik neemt.
Inleiding 1
'Let
op' zijn
13