3
Overzicht Omnipod 5-systeem
Tabblad POD-INFO
Op het tabblad POD-INFO wordt
aangegeven of er een actieve Pod is, en als
er een actieve Pod is, hoeveel insuline er
nog in de Pod zit en wanneer deze moet
worden vervangen.
Als de Omnipod 5-app niet met een
actieve Pod kan communiceren, wordt er
op het tabblad POD-INFO 'Geen Pod-
communicatie' weergegeven. Tik op
MEER INFORMATIE voor details.
Let op:
Als er geen communicatie is tussen de Pod en de Controller, blijft
de Pod insuline toedienen volgens de instellingen die op de Pod actief
waren voordat de communicatie werd verbroken. Zo gaat bijvoorbeeld de
geautomatiseerde insulinetoediening van de Pod in de Geautomatiseerde
Modus gewoon door. Om uw systeemstatus en kennisgevingen te zien
en om nieuwe instructies naar de Pod te sturen, dient de communicatie
hersteld te worden. De communicatie kan hersteld worden door de
Controller binnen 1,5 meter (5 voet) van de Pod te brengen. Zie "26.5.
Communicatieproblemen Pod– "Probeer opnieuw"" op pagina 323.
Als er geen actieve Pod is, wordt op het
tabblad POD-INFO het bericht 'Geen
actieve Pod' weergegeven. Zie voor het
instellen van een nieuwe Pod "Activeren
en vervangen van uw Pod" op pagina 71.
Tik als er een actieve Pod is op POD-
GEGEVENS BEKIJKEN om het scherm te
openen waar u uw Pod kunt deactiveren
of vervangen.
Op het scherm POD-GEGEVENS BEKIJKEN
wordt het volgende weergegeven:
•
Hoeveelheid insuline in de Pod.
•
Tijdstip van de laatste communicatie
tussen de Omnipod 5-app en de Pod.
•
Uiterste gebruiksdatum (datum en
tijdstip) van de Pod.
•
Herinneringen.
•
De knop POD VERVANGEN.
Tip: U kunt dit scherm ook
openen door te tikken op het
Menupictogram (
44
) > Pod.