Adres: Insulet Corporation, 100 Nagog Park, Acton MA 01720, VS Model Controller: PDM-M001-G-MG Serienummer: Controller FCC ID: 2ADINN5004L Controller FCC ID: 2ADINN5004LR1 Pod FCC ID: RBV-029 Pod FCC ID: RBV-029C Omnipod® 5 geautomatiseerd insulinetoedieningssysteem Startdatum: Omnipod® Trainer Zorgverlener Naam Naam Straat en huisnummer...
Pagina 5
5.5 Controleren van de infusieplaats ........
Pagina 6
16.4 Annuleren van een lopende bolus ....... . .209 16.5 Instellingen voor herinneringen ........210...
Pagina 7
17.4 Insuline 'on board' (IOB) ......... . .218 17.5 Aanpassingen aan uw berekening ....... .219 17.6 Toedienen van een directe bolus .
Pagina 8
Inhoud 21.5 Over Geautomatiseerde Modus: Beperkt ......269 21.6 Restrictie geautomatiseerde toediening ......271 Hoofdstuk 22: Schakelen tussen de Handmatige Modus en de Geautomatiseerde Modus .
Pagina 9
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten. viii...
• Geautomatiseerde Modus: Een Pod bevat SmartAdjust™-technologie die ervoor zorgt dat elke 5 minuten de insuline aangepast wordt om uw glucosewaarde op uw persoonlijke glucosedoelstelling, of Streefwaarde glucose, te brengen. De aanpassing is gebaseerd op een voorspelling...
Pagina 14
Inleiding 1 • Handmatige Modus: Het Omnipod 5-systeem dient insuline toe gebaseerd op door de gebruiker gedefinieerde basaalprogramma's. In de Handmatige Modus wordt de insulinetoediening niet automatisch aangepast. • Activiteitskenmerk: In de Geautomatiseerde Modus kunt u op momenten dat u minder insuline nodig hebt, bijvoorbeeld als u zich klaarmaakt om te gaan sporten, het Activiteitskenmerk inschakelen.
Opmerking: Deze gebruikershandleiding is uitsluitend bedoeld voor gebruik van de door Insulet geleverde Controller met de Omnipod 5-app, model PDM- M001-G-MG. Om te zien welke versie u heeft van de door Insulet geleverde Controller, draait u deze om. Als u 'PDM-M001-G-MG' op de achterkant van de Controller ziet staan, is dit de juiste gebruikershandleiding.
Deze vermindering in schommelingen moet leiden tot een vermindering van de frequentie, de ernst en de duur van zowel hyperglykemie als hypoglykemie. Het Omnipod 5-systeem kan ook in een Handmatige Modus werken, waarbij de insuline in een vaste of handmatig aangepaste snelheid wordt toegediend.
Pagina 17
Waarschuwing: Gebruik het Omnipod 5-systeem NIET als u het niet kunt of wilt gebruiken zoals voorgeschreven in deze gebruikershandleiding en door uw zorgverlener. Als dit systeem niet wordt gebruikt zoals bedoeld, kan dit leiden tot een te hoge of te lage insulinetoediening, wat kan leiden tot hyperglykemie of hypoglykemie.
Pagina 18
VERMIJD het toedienen van insuline, bijvoorbeeld door injectie of inhalatie, terwijl u een actieve Pod draagt, aangezien dit tot hypoglykemie kan leiden. Het Omnipod 5-systeem kan geen insuline volgen die buiten het systeem wordt toegediend. Overleg met uw zorgverlener hoe lang u moet wachten na het handmatig toedienen van insuline voordat u de Geautomatiseerde Modus start.
Pagina 19
Controleer ALTIJD of u de sensor volgens de instructies van de fabrikant gebruikt. Gebruik de sensor niet langer dan aanbevolen en gebruik deze niet na de uiterste gebruiksdatum. Het Omnipod 5-systeem is afhankelijk van nauwkeurige, actuele sensorglucosewaarden om uw insulinebehoeften te bepalen. Onjuist gebruik van de sensor kan een te hoge of te lage insulinetoediening tot gevolg hebben, wat kan leiden tot hyperglykemie of hypoglykemie.
Blootstelling aan een zuurstofrijke omgeving kan leiden tot verbranding van de Pod of de Omnipod 5-Controller, wat ernstige brandwonden op het lichaam kan veroorzaken. Waarschuwing:...
Pagina 21
Let op: Laat uw Controller NIET achter op een plaats waar u de alarmen en kennisgevingen van uw Omnipod 5-app niet kunt horen. Als u uit de buurt van de Controller bent, blijft de insulinetoediening in de Handmatige of Geautomatiseerde Modus doorgaan zoals geprogrammeerd.
Het Omnipod 5-systeem is ontworpen voor gebruik met de Dexcom G6 CGM. Om de Dexcom G6 met het Omnipod 5-systeem te gebruiken, dient u de Dexcom G6-sensor, Zender en gebruiksaanwijzing aan te schaffen en de Dexcom G6-app te downloaden op uw smartphone.
Houd ALTIJD een noodset bij de hand om snel te kunnen reageren op een noodsituatie in verband met uw diabetes of in het geval dat uw Omnipod 5-systeem stopt met werken. Neem altijd benodigdheden mee om uw Pod te kunnen vervangen, mocht dat op enig moment nodig zijn.
Belangrijke veiligheidsinformatie over uw Omnipod 5-pomp 2 Systeemtechnologie en navigatie 3 Overzicht Omnipod 5-systeem 4 Instellen van uw Omnipod 5-applicatie 5 Activeren en vervangen van uw Pod 6 Basaalprogramma's 7 Tijdelijke basaalsnelheden en voorinstellingen 8 Bloedglucosewaarden 9 Pauzeren en starten van de insulinetoediening 10 Wijzigen van de instellingen...
Pagina 25
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Pod draagt, aangezien dit tot hypoglyke- mie kan leiden. Het Omnipod 5-systeem Insuline kan geen insuline volgen die buiten het systeem wordt toegediend. Overleg...
NIET verder. De insulinetoediening beïnvloeden. Dit kan Pod dient in dat geval meteen vervangen een over- of onderdosering van insuline te worden. Als de Omnipod 5-app tot gevolg hebben, wat kan leiden tot niet piept tijdens een diagnostische hyperglykemie of hypoglykemie.
Pagina 28
(minder dan 700 hPA). Een derge- nipod 5-app ALTIJD als de uwe voordat lijke lage atmosferische druk is aanwezig u hem gebruikt. Als u de Omnipod 5-app op grote hoogte, bijvoorbeeld als u gaat van iemand anders gebruikt, kan het zijn...
Pagina 29
Als u niet binnen deze (hypoglykemie) ALTIJD onmiddellijk tijd op dit alarm reageert, geven volgens de aanbevelingen van uw zorg- de Omnipod 5-app en de Pod een verlener. Symptomen van hypoglykemie gevarenalarm en stopt uw Pod met het zijn onder meer zwakte, zweten, nervo- toedienen van insuline, wat kan leiden siteit, hoofdpijn of verwarring.
Hoewel het Omnipod 5-systeem veilig kan worden • Een onjuiste hoge sensorglucosewaarde kan gebruikt bij de atmosferische druk die gewoonlijk in vliegtuigcabines wordt...
Pagina 31
Pod-verpakking. De vulspuit mag maar STARTEN om de insulinetoediening één keer worden gebruikt en alleen tijdens het gebruik van de Handmatige bij het Omnipod 5-systeem. Als u de Modus na het einde van een bovenstaande instructies niet opvolgt, pauzeperiode te hervatten. Na zo'n kan uw Pod beschadigd raken.
Pagina 32
Extreme kou wordt gedefinieerd insulinetoediening. Als u onverwacht een als > 0 °C (32 °F) tijdens opslag en > 5 °C hoge glucose ervaart, vervang dan uw Pod. (41 °F) tijdens gebruik.
Pagina 33
Omnipod 5-app. Zie "" op pagina 146 om door de Controller binnen 1,5 meter meer te weten te komen over hoe u (5 voet) van de Pod te brengen. Zie "26.5. geluiden en trillingen kunt beheren. Communicatieproblemen Pod– "Probeer opnieuw"" op pagina 323.
Waarschuwingsalarm Een alarm dat u signaleert over een aspect van het Omnipod 5-systeem dat in de nabije toekomst uw aandacht nodig heeft, zoals een lage hoeveelheid insuline in uw Pod. Geautomatiseerde Modus...
Pagina 36
Suikers en zetmeel die worden geconsumeerd en door het lichaam worden afgebroken tot glucose. Verbinden Bij de Omnipod 5 verwijst 'verbinden' naar het opzetten van draadloze communicatie tussen systeemcomponenten. De Omnipod 5 maakt gebruik van Bluetooth® draadloze technologie om te communiceren met uw Pod en van de Zender naar de Pod.
Pagina 37
SmartAdjust™-technologie Pod-software die wordt gebruikt om de geautomatiseerde insulinetoediening te berekenen, zo vaak als elke 5 minuten, om uw glucose naar uw aangepaste glucosedoelstelling, of Streefwaarde glucose, te brengen.
In dit deel wordt uitgelegd hoe u het touchscreen gebruikt, hoe u getallen of tekst in de Omnipod 5-app invoert en hoe in deze gebruikershandleiding wordt beschreven op welke manier u tussen de schermen van de Omnipod 5-app navigeert. Basisinstructies voor het touchscreen Op het touchscreen van de Omnipod 5-app worden berichten en opties weergegeven.
Systeemtechnologie en navigatie Time-out en helderheid van het scherm Als het scherm van de Controller enige tijd niet wordt gebruikt, wordt het zwart, dit wordt 'time-out' genoemd. Zie voor aanpassing van de time-out en helderheid van het scherm "Schermweergave" op pagina 117. Het scherm dimt na 6 tot 10 seconden en wordt daarna zwart.
Systeemtechnologie en navigatie Het scrollwieltje gebruiken Als u op een bewerkbaar veld tikt, kan er een scrollwieltje verschijnen. Plaats uw vinger op het scrollwieltje. Veeg omhoog of omlaag om de gewenste waarde te selecteren. Hoe sneller u dat doet, hoe sneller het scrollwieltje draait. Als de gewenste selectie wordt getoond, selecteert u de waarde door op het keuzerondje naast de waarde te tikken en op KLAAR te tikken.
Systeemtechnologie en navigatie Navigatiepictogrammen en verkorte navigatie Optiepictogram Het Optiepictogram ( ) staat rechts van bepaalde lijsten. Als u op dit pictogram tikt, verschijnt er een lijst met opties die relevant zijn voor het item in die rij. Verkorte navigatie in de gebruikershandleiding In de gebruikershandleiding wordt het symbool '>' gebruikt om het navigeren van het ene naar het andere scherm aan te geven.
Dexcom G6-app. De Omnipod 5-app communiceert niet rechtstreeks met de Dexcom G6-app. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het Dexcom G6 CGM-systeem voor specifieke informatie over de Dexcom. • Met de Controller kunt u via de Omnipod 5-app de Pod besturen. Controller met Omnipod® 5-app Dexcom G6-app Pod ontvangt CGM-waarden Omnipod®...
Let op: Laat uw Controller NIET achter op een plaats waar u de alarmen en kennisgevingen van uw Omnipod 5-app niet kunt horen. Als u uit de buurt van de Controller bent, blijft de insulinetoediening in de Handmatige of Geautomatiseerde Modus doorgaan zoals geprogrammeerd.
Overzicht Omnipod 5-systeem 3.3 Vergrendelscherm en beveiliging Waarschuwing: Identificeer de Omnipod 5-app ALTIJD als de uwe voordat u hem gebruikt. Als u de Omnipod 5-app van iemand anders gebruikt, kan het zijn dat u allebei niet de juiste hoeveelheid insuline krijgt toegediend. Waarschuwing:...
'Uitschakelen' weergeeft, tik dan buiten het bericht om het te annuleren. Als u de Controller per ongeluk uitschakelt, kunt u belangrijke kennisgevingen en alarmen van de Omnipod 5-app missen. Als u de alarmen en kennisgevingen van uw Controller niet hoort, is het mogelijk dat u niet tijdig de nodige wijzigingen in uw insulinetherapie aanbrengt.
Overzicht Omnipod 5-systeem 3.4 Statusbalk Bovenaan het scherm staat een statusbalk met pictogrammen voor zowel de Omnipod 5 -app als de Controller. Indien van toepassing, verschijnen de volgende pictogrammen: • Omnipod 5 statuspictogram • Batterijniveau • Indicatie batterij opladen •...
Overzicht Omnipod 5-systeem 3.5 Home-scherm In dit deel wordt uitgelegd wat u op het beginscherm van de Omnipod 5-app kunt zien. Afhankelijk van de geactiveerde systeemmodus wordt andere informatie weergegeven. Alarmen en mededelingen Statusbalk Menupictogram Huidige systeemmodus Tabbladen Tabbladweergave; de...
Overzicht Omnipod 5-systeem Tabblad DASHBOARD Het tabblad DASHBOARD geeft de volgende informatie weer. Opmerking: Als de Omnipod 5-app aan een Zender is gekoppeld, geeft het tabblad DASHBOARD een andere inhoud weer. Zonder gekoppelde Zender • INSULINE 'ON BOARD' (IOB): deze waarde geeft aan hoeveel insuline in het lichaam beschikbaar is.
Met gekoppelde Zender • INSULINE 'ON BOARD' (IOB) • Sensorglucosewaarde (met trendpijl): wordt weergegeven als er een sensorglucosewaarde beschikbaar is. Zie "19.5. Sensorglucosetrendpijlen" op pagina 252. • Sensorglucosewaarde (zonder pijl): wordt weergegeven als er wel een sensorglucosewaarde beschikbaar is, maar geen sensorglucosetrend.
Overzicht Omnipod 5-systeem Tabblad INSULINE Het label van het tabblad INSULINE verandert in ACTIVITEIT als in de Geautomatiseerde Modus het Activiteitskenmerk is ingeschakeld, of in TIJDELIJK AAN als in de Handmatige Modus een tijdelijke basaalsnelheid loopt. Handmatige Modus In de Handmatige Modus toont het...
Overzicht Omnipod 5-systeem Tijdelijke basaalsnelheid Als er een tijdelijke basaalsnelheid actief is, wordt het label van het tabblad INSULINE lichtblauw en verandert in TIJDELIJK AAN. Op dit tabblad wordt de grafiek van de tijdelijke basaalsnelheid weergegeven en kunt u de tijdelijke basaalsnelheid annuleren.
Pod te sturen, dient de communicatie hersteld te worden. De communicatie kan hersteld worden door de Controller binnen 1,5 meter (5 voet) van de Pod te brengen. Zie "26.5. Communicatieproblemen Pod– "Probeer opnieuw"" op pagina 323.
POD-INFO een rode banner met de tekst WEINIG INSULINE IN POD. Als de gebruiksduur van de Pod bijna is verstreken en er minder dan 5 eenheden insuline in de Pod zitten, verschijnt er op het tabblad POD-INFO de rode banner WEINIG INSULINE IN POD.
Geschatte en niet-bevestigde bolushoeveelheden Als de Pod buiten bereik is, schat de Omnipod 5-app tijdens een lopende bolus de bolushoeveelheid. Een grijs pictogram ( ) geeft de geschatte bolushoeveelheid aan.
) linksboven op het Home-scherm. • Plaats uw vinger helemaal links op het scherm van de Omnipod 5-app en veeg naar rechts. Veeg naar links om het menu te verbergen. Tik op een optie in het menu om het desbetreffende scherm te openen.
Een waarschuwingsalarm ( ) is een signaal dat u attendeert op een aspect van de Omnipod 5-app of Pod waar u op korte termijn iets aan moet doen. De Omnipod 5-app geeft bijvoorbeeld een waarschuwingsalarm af als er nog maar weinig insuline in uw Pod zit.
Een actiepuntkennisgeving heeft betrekking op wijzigingen die u heeft aangebracht en die Omnipod 5-app de veiligheid van het systeem kunnen beïnvloeden. Het actiepunt Zet Bluetooth aan betekent bijvoorbeeld dat de draadloze Bluetooth-technologie is uitgeschakeld en dat uw app niet langer meer communiceert met uw Pod.
Pagina 59
Overzicht Omnipod 5-systeem Handmatige Modus Geautomatiseerde Modus Toedienen van De insuline wordt De insuline wordt bolusinsuline toegediend met gebruik van toegediend met gebruik van de SmartBolus-calculator of de SmartBolus-calculator of handmatig ingevoerd. handmatig ingevoerd. Verbonden Niet vereist. Indien Vereist. De...
Pagina 60
Overzicht Omnipod 5-systeem Handmatige Modus Geautomatiseerde Modus Beheren sensor Serienummer (SN) van een Serienummer (SN) van een Zender bekijken en wijzigen Zender bekijken Pauzeren Handmatig insuline Het systeem pauzeert en starten pauzeren voor een bepaalde automatisch op basis van van insuline duur van maximaal 2 uur.
Pagina 61
Overzicht Omnipod 5-systeem Identificeren van de systeemmodus De modusindicator laat de huidige modus van het Omnipod 5-systeem zien. Symbool Beschrijving Wordt weergegeven als er geen Pod- communicatie of actieve Pod is. Wordt weergegeven als het Omnipod 5- systeem in de Geautomatiseerde Modus staat en de Pod automatisch insuline toedient.
Streefwaarde glucose en corrigeren boven, en duur van de insulineactie. 4.1 Instellen van uw account Om de Omnipod 5 te gebruiken, dient u in te loggen op Omnipod.com om uw therapie-informatie in te voeren. Als u al een Omnipod-account heeft, kunt u dezelfde ID en hetzelfde wachtwoord gebruiken.
Dexcom of een erkende distributeur. Raadpleeg voor instructies de gebruiksaanwijzing van het Dexcom G6 CGM-systeem. Benodigdheden voor de training • De Controller met de Omnipod 5-app en de oplader • De Dexcom G6 Zender en Sensor • De Dexcom G6-app •...
Zie pagina 166 voor meer informatie. Opmerking: Als uw Controller niet is verbonden met een wifi-netwerk, kunt u met de simkaart op uw Omnipod 5-Controller via het mobiele netwerk gegevens verzenden en ontvangen. Als u de Omnipod 5-app niet langer via een mobiel netwerk op uw Controller gebruikt, kan Insulet de simkaart deactiveren.
Instellen van uw Omnipod 5-applicatie Opzetten van de training Nadat u bent aangemeld bij de Controller wordt u gevraagd de training voor het Omnipod 5-systeem te plannen of te bevestigen. Trainen is essentieel voor een veilig en effectief gebruik van het Omnipod 5-systeem.
Instellen van uw Controller Waarschuwing: Identificeer de Omnipod 5-app ALTIJD als de uwe voordat u hem gebruikt. Als u de Omnipod 5-app van iemand anders gebruikt, kan het zijn dat u allebei niet de juiste hoeveelheid insuline krijgt toegediend. Personaliseren van uw Controller Volg de onderstaande stappen om uw Controller te personaliseren.
1. Lees het bericht waarin wordt uitgelegd hoe belangrijk het is om de kennisgevingen van de Omnipod 5 -app in te schakelen. U kunt de app niet gebruiken als kennisgevingen zijn uitgeschakeld. ¾ Tik op BEGREPEN . 2. Lees het bericht waarin wordt...
Instellen van uw Omnipod 5-applicatie 4.4 Basaal-instellingen Waarschuwing: Ga uw systeem NIET gebruiken of uw instellingen wijzigen zonder adequate training en begeleiding van uw zorgverlener. Het onjuist initiëren en aanpassen van de instellingen kan een te lage of te hoge insulinetoediening tot gevolg hebben, wat kan leiden tot hyperglykemie of hypoglykemie.
Instellen van uw Omnipod 5-applicatie Instellen van een basaalprogramma De volgende stap is het instellen van een basaalprogramma. Zie voor een beschrijving van basaalsnelheden, basaalsegmenten en basaalprogramma's "Basaalprogramma's" op pagina 89. ¾ Tik op VOLGENDE in het overzichtsscherm Basaalprogramma instellen om verder te gaan.
4. Tik op OPSLAAN als het basaalprogramma correct is. 5. Toevoegen van een nieuw segment: a. Tik op de rij met de starttijd van het nieuwe segment. b. Tik op het veld Eindtijd en voer de starttijd van het nieuwe segment als de eindtijd voor dit segment in.
Opmerking: Als de basaalsnelheid voor een segment 0 E/u is, verschijnt er op de Omnipod 5-app een bericht om u hierop attent te maken. Tik op OK als de snelheid 0 E/u correct is. Als dat niet zo is, tik dan op ANNULEREN en wijzig het segment met een snelheid van 0 E/u.
Instellen van uw Omnipod 5-applicatie 4.5 Bolusinstellingen Vervolgens stelt u de bolusinstellingen in die worden gebruikt om een bolus te berekenen in de SmartBolus-calculator. Indien nodig kunt u uw bolusinstellingen later aanpassen (zie "17.8. Bolusinstellingen" op pagina 222 voor meer informatie).
Instellen van uw Omnipod 5-applicatie 7. Wijzigen ingevoerde gegevens: a. Tik op de rij met de gegevens die moeten worden gewijzigd en voer de gecorrigeerde waarde in. b. Controleer de resterende segmenten en corrigeer waar nodig. 8. Tik op OPSLAAN als de segmenten en waarden juist zijn.
Instellen van uw Omnipod 5-applicatie 6. Controleer de segmenten I/KH- verhouding voor 24 uur. 7. Wijzigen ingevoerde gegevens: a. Tik op de rij met de gegevens die moeten worden gewijzigd en voer de gecorrigeerde waarde in. b. Controleer de resterende segmenten en corrigeer waar nodig.
4. Herhaal indien nodig deze stappen totdat u waarden hebt opgegeven voor het segment dat om middernacht eindigt. 5. Controleer de segmenten voor het profiel van de volledige 24 uur. 6. Wijzigen ingevoerde gegevens: a. Tik op de rij met de gegevens die moeten worden gewijzigd en voer de gecorrigeerde waarde in.
4.6 Het instellen van uw app is voltooid Gefeliciteerd! Het instellen van de Omnipod 5-app is voltooid. Als u er klaar voor bent om uw eerste Pod te activeren, gaat u naar "5.1. Beginnen met het activeringsproces van de Pod" op pagina 72.
Pod met benodigdheden om te gebruiken bij het opnieuw opstarten van de app. Voordat u uw Omnipod 5-app gaat gebruiken, dient u al uw instellingen op te schrijven of te fotograferen om ze op een veilige plaats te bewaren voor naslagdoeleinden.
Pagina 79
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Pod verlopen is, omdat deze dan niet goed kan werken, wat de kans op infectie verhoogt. Let op: Gebruik de onderdelen van het Omnipod 5-systeem (Controller, Pod) NIET als u schade vermoedt na een onverwachte gebeurtenis, zoals vallen op of stoten tegen een hard oppervlak. Het gebruik van beschadigde onderdelen kan uw gezondheid in gevaar brengen omdat het systeem mogelijk niet goed werkt.
Pod op eventuele beschadigingen. 5. Als de insuline of de Pod kouder is dan 10 °C (50 °F), laat u de insuline of de Pod eerst opwarmen tot kamertemperatuur voordat u verdergaat.
E insuline. De Pod kan maximaal 200 eenheden 100-E insuline toedienen. 5. Zuig net zo veel lucht op in de spuit als de gewenste hoeveelheid insuline. 6. Steek de naald in de insulineflacon en injecteer de lucht. Door lucht te...
één keer in de vulpoort. Gebruik alleen de vulspuit en de vulnaald uit de Pod-verpakking. De vulspuit mag maar één keer worden gebruikt en alleen bij het Omnipod 5-systeem. Als u de bovenstaande instructies niet opvolgt, kan uw Pod beschadigd raken.
Als u langer dan twee uur wacht met het activeren van de gevulde Pod, wordt deze onbruikbaar. 5. Verwijder de naald uit de vulpoort voor insuline. De poort sluit zich automatisch zelf af. Er lekt geen insuline als de naald wordt verwijderd.
Pagina 86
WEGGOOIEN en begin opnieuw met de Pod-activering met een Omnipod 5-Pod. 3. Wacht totdat u de toon hoort van de Omnipod 5-app die aangeeft dat de Pod is geactiveerd en klaar is om te worden aangebracht. Opmerking: Na het activeren van een Pod kan de Omnipod 5-app in principe binnen een straal van maximaal 1,5 meter (5 voet) continu met deze Pod...
Om huidirritatie te voorkomen, dient een plaats zich op minstens 2,5 cm (1 inch) afstand van de vorige plaats te bevinden. • De plaats dient zich op minstens 5 cm (2 inch) afstand van uw navel te bevinden. • Vermijd plaatsen waar riemen, taillebanden of strakke kleding tegen de Pod kunnen schuren of deze kunnen losmaken.
Activeren en vervangen van uw Pod Voorbeelden van Podplaatsen Pod-plaatsen noteren (optioneel) Pod-plaats noteren is een optioneel kenmerk waarin u uw huidige Pod-plaats en eerdere Pod-plaatsen kunt bijhouden. Deze optie verschijnt alleen als de instelling Pod-plaats noteren is ingeschakeld (zie "10.2. Instellingen voor herinneringen"...
Opmerking: Om een plaatsgegeven te verwijderen, tikt u op naast het gegeven. 5. Tik op KLAAR als u gereed bent om terug te gaan naar het scherm Pod vervangen. Voorbereiden van de infusieplaats Zo vermindert u het risico van infectie op de infusieplaats: 1.
Begin in het midden van de plaats en veeg zachtjes met een draaibeweging vanuit het midden naar buiten. 5. Laat de infusieplaats aan de lucht drogen. Blaas niet op de plaats om deze te drogen. Verwijderen van de tab van de Pod...
Activeren en vervangen van uw Pod 2. Plaats de Pod als volgt: • Horizontaal Omhoog, omlaag of of diagonaal enigszins schuin op uw buik, heup, onderrug Horizontaal of of bil. diagonaal • Omhoog of omlaag gericht of enigszins schuin op uw bovenarm of dij.
1. Controleer of de Pod goed op uw lichaam is aangebracht en tik vervolgens op JA. 2. Als u in uw huid knijpt, laat deze dan los als de Omnipod 5-app vraagt of de canule op de juiste manier is ingebracht.
Om over te schakelen naar de Geautomatiseerde Modus, zijn een actieve Pod en het Zender serienummer (SN) vereist. Als u een Zender-SN hebt ingevoerd in de Omnipod 5-app, wordt u na het activeren van uw Pod gevraagd om over te schakelen naar de Geautomatiseerde Modus.
Als de nieuwe Pod wordt geactiveerd, staat het systeem in de Handmatige Modus; u wordt gevraagd om naar de Geautomatiseerde Modus te gaan als u een Zender serienummer (SN) hebt ingevoerd in de Omnipod 5-app. 3. Verwijderen van de gedeactiveerde Pod van uw lichaam: a.
Gooi de gebruikte Pod weg volgens de plaatselijke regels voor afvalverwerking. 4. Om een nieuwe Pod te activeren, tikt u op NIEUWE POD INSTELLEN. 5.8 Meer informatie over het gebruik van de Pod Voorkomen van infecties op de infusieplaats Let op: Wissel ALTIJD de infusieplaatsen voor insuline af om complicaties op de infusieplaats, zoals littekenweefsel en infecties, te voorkomen.
175 en "13.4. Informatieve geluiden en trillingen" op pagina 148. • Zie voor meer informatie over hoe om te gaan met situaties waarbij er geen communicatie is tussen de Omnipod 5-app en uw Pod "26.5. Communicatieproblemen Pod– "Probeer opnieuw"" op pagina 323. •...
Pagina 97
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Dit wordt uw basaalinsuline genoemd. De routine kan per dag verschillen. Met het Omnipod 5-systeem kunt u verschillende basaalprogramma's voor verschillende routines maken. U kunt bijvoorbeeld op weekdagen het ene basaalprogramma gebruiken en in het weekend een ander basaalprogramma.
Opmerking: Als u al 12 basaalprogramma's hebt, is de optie NIEUWE MAKEN niet meer beschikbaar. Indien nodig kunt u een bestaand basaalprogramma verwijderen. Zie "6.5. Verwijderen van een basaalprogramma" op pagina 92. 3. Zie "Instellen van een basaalprogramma" op pagina 61 om verder te gaan met het aanmaken van een nieuw basaalprogramma.
• Als u een opgeslagen basaalprogramma hebt bewerkt en deze wil starten, tikt u op START. Tik op NIET NU als u het nieuwe basaalprogramma nog niet wilt gaan gebruiken. 6.5 Verwijderen van een basaalprogramma U kunt alleen een basaalprogramma verwijderen als deze niet actief is. Verwijderen van een basaalprogramma: 1.
Dit wordt basaalinsuline genoemd. Bij mensen zonder diabetes geeft de alvleesklier deze basaalinsuline constant af. Bij mensen die het Omnipod 5-systeem gebruiken, bootst de Pod de werking van de alvleesklier na van een persoon zonder diabetes door continu tijdens het dragen van de Pod basaalinsuline toe te dienen.
Pagina 103
U kunt bijvoorbeeld 's nachts op een lagere snelheid insuline laten toedienen en overdag op een hogere snelheid. Om het in bovenstaand voorbeeld getoonde basaalprogramma te maken, worden de volgende basaalsegmenten in de Omnipod 5-app geprogrammeerd: Segment Basaalsnelheid 1: Middernacht–...
E/u pagina 123. Tip: Standaard geeft de Omnipod 5-app of de Pod een geluidssignaal aan het begin en einde van een tijdelijke basaalsnelheid en om de 60 minuten tijdens een tijdelijke basaalsnelheid.
Tijdelijke basaalsnelheden en voorinstellingen 7.2 Starten van een tijdelijke basaalsnelheid Opmerking: U kunt een tijdelijke basaalsnelheid niet starten of annuleren tijdens een directe bolus, maar wel tijdens een verlengde bolus. Starten van een tijdelijke basaalsnelheid: 1. Ga naar: Menupictogram ( ) >...
Pagina 107
• Als u een verlaging instelt, wordt het lopende basaalprogramma weergegeven als een horizontale stippellijn. 5. Tik op BEVESTIGEN om door te gaan. 6. Bekijk de gegevens van de tijdelijke basaalsnelheid. Als u iets moet corrigeren, tikt u op de rij die u wilt wijzigen.
1. Ga naar het tabblad TIJDELIJK AAN op het Home-scherm. 2. Tik op ANNULEREN. 3. Tik op JA om de annulering te bevestigen. De Omnipod 5-app annuleert de tijdelijke basaalsnelheid en start het laatst geplande basaalprogramma. 7.4 Aanmaken van een nieuwe vooringestelde tijdelijke...
10. Tik op OPSLAAN om dit als een vooringestelde tijdelijke basaalsnelheid op te slaan. 11. Tik op START als u deze tijdelijke basaalsnelheid nu wilt starten. Tik anders op NIET NU. 7.5 Bewerken van een vooringestelde tijdelijke basaalsnelheid Opmerking: U kunt een lopende vooringestelde tijdelijke basaalsnelheid niet bewerken.
Tijdelijke basaalsnelheden en voorinstellingen 7.6 Verwijderen van een vooringestelde tijdelijke basaalsnelheid Opmerking: U kunt een lopende vooringestelde tijdelijke basaalsnelheid niet verwijderen. Verwijderen van een vooringestelde tijdelijke basaalsnelheid: 1. Ga naar het scherm Vooringestelde tijdelijke basaalsnelheden: Menupictogram ( ) > Voorinstellingen tijdelijke basaalsnelheden 2.
Tijdelijke basaalsnelheden en voorinstellingen Instellingen tijdelijke basaalsnelheid: eenheden per uur (E/u) of percentage (%) Een tijdelijke basaalsnelheid kan worden ingesteld op basis van een percentage (%) of het aantal eenheden per uur (E/u). Als u een tijdelijke basaalsnelheid instelt op basis van het aantal eenheden per uur (E/u), dient de Pod tijdens de duur van de tijdelijke basaalsnelheid met een vaste snelheid insuline toe.
Als u een percentage gebruikt (%) en u stelt een afname in die leidt tot de toediening van minder dan 0,05 E/u voor een segment, wijst de Omnipod 5-app u erop dat u gedurende een of meer segmenten 0 eenheden insuline per uur ontvangt.
Tijdelijke basaalsnelheden en voorinstellingen Als u de basale insulinetoediening hebt uitgeschakeld door middel van een tijdelijke basaalsnelheid, kunt u nog altijd bolussen toedienen. Tip: Het is handig om de basale insulinetoediening uit te schakelen met behulp van een tijdelijke basaalsnelheid als u wilt dat uw basaalprogramma automatisch wordt hervat aan het einde van de tijdelijke basaalsnelheid.
Handmatige als de Geautomatiseerde Modus in de Omnipod 5-app worden gebruikt. Er kunnen momenten zijn waarop u uw bloedglucose moet controleren met een aparte BG-meter. U wilt misschien uw bloedglucose controleren als: •...
Tik op het vinkje om het numerieke toetsenbord te sluiten. Opmerking: Als u een bloedglucosewaarde invoert boven de 33,3 mmol/L (600 mg/dL), slaat de Omnipod 5-app deze op als 'HOOG'. Als u een bloedglucosewaarde invoert onder de 1,1 mmol/L (20mg/dL), slaat de Omnipod 5-app deze op als 'LAAG'.
Bloedglucosewaarden 8.3 Hoge en lage bloedglucosewaarden Waarschuwing: Volg ALTIJD de aanwijzingen van uw zorgverlener met betrekking tot de juiste glucosecontrole om hyperglykemie en hypoglykemie te voorkomen. Waarschuwing: Een glucosewaarde onder 3,9 mmol/L (70mg/dL) kan wijzen op hypoglykemie (lage glucose). Een glucosewaarde boven 13,9 mmol/L (250 mg/dL) kan wijzen op hyperglykemie (hoge glucose).
Omnipod 5-app 'HOOG' op in de geschiedenis. Dit betekent een ernstige hyperglykemie (hoge glucose). Als de bloedglucosewaarde LAAG is of onder 1,1 mmol/L (20 mg/dL), slaat de Omnipod 5-app 'LAAG' op in de geschiedenis. Dit betekent een ernstige hypoglykemie (lage bloedglucosespiegel).
Pagina 119
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Soms kan het nodig zijn om de toediening van insuline kort te pauzeren. U dient bijvoorbeeld de insulinetoediening te pauzeren als u een lopend basaalprogramma wilt bewerken of een tijdzone wijzigt. Met het Omnipod 5-systeem kunt u alle insulinetoediening gedurende maximaal twee uur pauzeren.
Pauzeren en starten van de insulinetoediening 9.2 Methodes om in de Handmatige Modus de insulinetoediening tijdelijk te pauzeren Er kunnen momenten zijn waarop u de insulinetoediening, of in ieder geval de basale insulinetoediening, voor een bepaalde tijd wilt pauzeren. Als u uw huidige Pod niet wilt deactiveren, kunt u als volgt de insulinetoediening tijdelijk pauzeren: •...
Als u de insulinetoediening niet onmiddellijk hervat, wordt dit scherm opnieuw weergegeven en geven de Omnipod 5-app en de Pod elke 15 minuten een pieptoon tot de insulinetoediening is gestart.
De vliegtuigmodus is een apparaatinstelling die de mobiele en wifi- netwerkverbinding uitschakelt. De vliegtuigmodus kan AAN of UIT gezet worden. Opmerking: Hoewel er voor het Omnipod 5-systeem geen constante netwerkverbinding nodig is, is er voor optimaal gebruik van het systeem, bijvoorbeeld als u uw glucosegegevens deelt met een zorgpartner, een frequente verbinding (mobiel of wifi) nodig.
Wijzigen van de instellingen 10 Schermweergave Met de instellingen voor de schermweergave kunt u de time-out en de helderheid van het scherm aanpassen. Time-outscherm Het scherm van de Controller wordt om de batterij te sparen zwart als u deze een bepaalde tijd niet gebruikt. Wijzigen van de tijdsduur: 1.
Tijdzone apparaat De tijdzone van uw apparaat is de tijd die buiten de Omnipod 5-app om op de statusbalk en het vergrendelscherm wordt weergegeven. Als u de instelling Automatische Tijdzone AAN hebt staan, wordt de tijd op uw apparaat automatisch bijgewerkt als u naar een nieuwe tijdzone reist of in de zomertijd.
Pagina 128
Tip: Als de schakelaar blauw is, staat de instelling AAN. Als de schakelaar grijs is, staat de instelling UIT. 5. Als de Automatische Tijdzone van het apparaat UIT staat, heeft u toegang tot de tijdzone van de Controller. 6. Om de tijdzone van de Controller te wijzigen, tikt u op SELECTEER TIJDZONE om de gewenste tijdzone uit de lijst te selecteren.
Pod met benodigdheden om te gebruiken bij het opnieuw opstarten van de app. Als u de Omnipod 5-app op uw Controller moet resetten, worden al uw instellingen en geschiedenis gewist. Volg in dat geval de volgende drie stappen.
U kunt deze kennisgeving 1 tot 24 uur voordat de Pod verloopt instellen. De Pod geeft op het geselecteerde tijdstip een piepsignaal. De Omnipod 5-app laat een bericht zien en de Controller geeft een piep- of trilsignaal. Instellen tijdstip herinnering Uiterste gebruiksdatum Pod: 1.
Deze waarde kan tussen de 1 en 24 uur liggen. Als u bijvoorbeeld voor 10 uur kiest, dient u uw Omnipod 5-app zowel overdag als 's nachts minstens een keer in de 10 uur uit de slaapstand te halen om te voorkomen dat het alarm Pod uitschakelen afgaat.
Wijzigen van de instellingen 10 10.3 Instellingen basaalprogramma en tijdelijke basaalsnelheden In de volgende gedeeltes wordt beschreven hoe u de instellingen voor de basale insulinetoediening kunt wijzigen. Opmerking: Deze instellingen gelden alleen in de Handmatige Modus. Maximale basaalsnelheid De maximale basale snelheid geeft alleen in de Handmatige Modus de bovengrens aan voor de basaalsnelheid die in uw basaalprogramma's en tijdelijke basaalsnelheden wordt gebruikt.
Pagina 133
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
11.1 Over uw recente geschiedenis en gegevens uit het verleden De Omnipod 5-app kan 90 dagen aan geschiedenisgegevens opslaan. Als het geheugen vol is, worden de oudste gegevens overschreven door nieuwe gegevens. U kunt uw gegevens doorbladeren, maar niet bewerken.
8,3 mmol/L (150 mg/dL). 5. Voorvallengedeelte: De rij onder de grafiek heeft: • Een paarse achtergrond voor de periodes dat de Omnipod 5 in de Geautomatiseerde Modus stond • Een neutrale (witte) achtergrond voor de periodes dat de Omnipod 5...
Pagina 137
• Een rode lijn voor de periode dat de insulinetoediening door de SmartAdjust-technologie werd gepauzeerd • Een oranje lijn voor de periode dat het Omnipod 5-systeem de maximale hoeveelheid basaalinsuline toediende • Een Bolusknop die het tijdstip dat u een bolus startte aangeeft 6.
Bladeren door uw geschiedenis en gegevens 11 Als het Omnipod 5-systeem in de Geautomatiseerde Modus: Beperkt stand staat, is de grafiekkop donkergrijs. 11.4 Overzicht geschiedenisinformatie Via het Detail geschiedenis scherm hebt u toegang tot een samenvatting en gedetailleerde informatie van de geschiedenis en een lijst met geautomatiseerde voorvallen.
11 Bladeren door uw geschiedenis en gegevens Opmerking: Tik op '<' naast de datum om een eerdere dag te zien. Gedeelte geschiedenisoverzicht In het bovenste gedeelte van een Geschiedenisscherm wordt een overzicht gegeven van de gegevens van die dag. Overzichtsitem Beschrijving Rij 1 - Sensor Gemiddelde...
Pagina 140
Bij een onbevestigde insulinetoediening Nadat een bolus of een basaaldosis insuline is toegediend, stuurt de Pod na voltooiing een bevestiging naar de Omnipod 5-app. Als een bolus of de basale of totale insulinetoediening niet is bevestigd, verschijnt een van de...
11 Bladeren door uw geschiedenis en gegevens 11.5 Berekeningen voor het geschiedenisoverzicht In dit gedeelte staan de berekeningen voor de overzichtsgegevens die op een Geschiedenisscherm worden getoond. Glucoseoverzichten De voor een glucoseoverzicht gebruikte berekeningen omvatten sensorglucosewaarden (inclusief HOGE en LAGE waarden) en sluiten handmatig ingevoerde metingen uit.
Bladeren door uw geschiedenis en gegevens 11 Als uw Omnipod 5-systeem geen updates heeft ontvangen van de Pod over de bevestigde insulinetoediening, zijn de berekeningen voor de insulinetoediening schattingen gebaseerd op de geplande insulinetoediening. Overzichtsitem Berekening Rij 2 = Som van toegediende basaalinsuline en...
Pictogram Dexcom G6: Glucosedoelbereik Het doel van het gebruik van het Omnipod 5-systeem is om uw glucose binnen uw glucosedoelbereik te houden. U definieert dit bereik door een boven- en ondergrens in te stellen. In de sensorgrafiek en het scherm BG invoeren wordt het glucosedoelbereik gebruikt om te bepalen welke glucosewaarden binnen uw doel vallen en welke er boven of onder liggen.
Bladeren door uw geschiedenis en gegevens 11 Directe en verlengde bolussen De bolushoeveelheid naast het boluspictogram is de som van een directe bolus plus een eventueel deel van een verlengde bolus. Als u een directe of verlengde bolus annuleert, is de vermelde hoeveelheid de bevestigde hoeveelheid vóór de annulering.
Omnipod 5-app gestuurd. Voordat de Omnipod 5-app de bevestiging van de Pod dat de bolus is toegediend ontvangt, wordt door de Omnipod 5-app de toegediende hoeveelheid geschat. Gedurende deze tijd geeft een grijs uitroepteken in het Geschiedenisscherm aan dat de bolus wordt geschat.
Bladeren door uw geschiedenis en gegevens 11 Basaalprogramma's Het pictogram Basaalprogramma en een banner geven de start van een basaalprogramma en de herstart van een basaalprogramma aan het einde van een tijdelijke basaalsnelheid of insulinepauzeperiode aan. Tijdelijke basaalsnelheden Het pictogram Tijdelijke basaalsnelheid en een banner geven in de Handmatige Modus het begin, het einde of de annulering van een tijdelijke basaalsnelheid aan.
11 Bladeren door uw geschiedenis en gegevens Geautomatiseerde voorvallen (Auto-voorvallen) Tik op AUTOMATISCHE VOORVALLEN op het geschiedenisscherm voor een weergave van de insuline die in de Geautomatiseerde Modus om de vijf minuten is toegediend. Het pictogram Systeemmodus en een banner geven het tijdstip aan waarop het systeem naar de Geautomatiseerde Modus of de Handmatige Modus is overgeschakeld.
12 Uitvoeren van software-updates 12.1 Door Insulet geleverde Controller Als de Controller van de Omnipod 5 met een netwerk is verbonden, kan deze als er een software-update beschikbaar is draadloos geüpdatet worden. Er zijn twee soorten updates voor de Controller van de Omnipod 5: updates voor het besturingssysteem en voor de Omnipod 5-app.
Uitvoeren van software-updates 12 Update besturingssysteem Updates van het besturingssysteem kunnen 'optioneel' of 'vereist' zijn. Vereiste updates dient u onmiddellijk uit te voeren voordat u de Omnipod 5-app gebruikt. Optionele updates kunnen tot later uitgesteld worden. Downloaden en installeren van een besturingssysteemupdate op de Controller: 1.
Pagina 151
Omnipod 5-app bij te werken zodra een update beschikbaar is. Als u ervoor kiest een optionele update uit te stellen, kunt u te allen tijde de Omnipod 5-app handmatig updaten. U ontvangt 72 uur na de update-kennisgeving elke 24 uur een herinneringskennisgeving dat u uw Omnipod 5-app moet updaten.
Uw Pod alarmeert nog steeds en u kunt het alarm of de kennisgeving zien op de Omnipod 5-app. Zie "13.3. Geluiden en trillingen" op pagina 147 om meer te weten te komen over hoe u geluiden en trillingen kunt beheren.
13 Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen • Berichten over communicatiefouten worden weergegeven als de Omnipod 5-app niet met de Pod kan communiceren. Zie "26.5. Communicatieproblemen Pod– "Probeer opnieuw"" op pagina 323. Zie voor het bekijken van de alarm- en kennisgevingsgeschiedenis pagina 146.
Controller niet hoort, is het mogelijk dat u niet tijdig de nodige wijzigingen in uw insulinetherapie aanbrengt. Uw Pod alarmeert nog steeds en u kunt het alarm of de kennisgeving zien op de Omnipod 5-app. Tip: Zie voor het testen van geluiden en trillingen "Controleren alarmen" op pagina 151.
Controller niet hoort, is het mogelijk dat u niet tijdig de nodige wijzigingen in uw insulinetherapie aanbrengt. Uw Pod alarmeert nog steeds en u kunt het alarm of de kennisgeving zien op de Omnipod 5-app. Zie "13.3. Geluiden en trillingen" op pagina 147 om meer te weten te komen over hoe u geluiden en trillingen kunt beheren.
Activeren of deactiveren van een Pod Reden Omnipod 5-app Tonen of trillingen Toon/trilling als de Pod Piept twee keer als de geven op verschillende en Omnipod 5-app Pod is gevuld met de tijdstippen tijdens het succesvol minimale hoeveelheid activeren van de Pod de zijn gekoppeld.
Controller niet hoort, is het mogelijk dat u niet tijdig de nodige wijzigingen in uw insulinetherapie aanbrengt. Uw Pod alarmeert nog steeds en u kunt het alarm of de kennisgeving zien op de Omnipod 5-app. Zie "13.3. Geluiden en trillingen" op pagina 147 om meer te weten te komen over hoe u geluiden en trillingen kunt beheren.
5. Tik op NEE als de Pod geen pieptoon gaf. Tik vervolgens op OPNIEUW CONTROLEREN om de alarmen opnieuw te controleren of tik op KLAAR en verwissel uw Pod.
(DKA). Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: Er is een blokkade (verstopping) geconstateerd door een geblokkeerde canule, een Pod-storing, of door het gebruik van oude of inactieve insuline, waardoor de insulinetoediening is gestopt.
Omnipod 5-appfout Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: Er is een onverwachte fout opgetreden in de Omnipod 5-app. Opmerking: Als uw Omnipod-app uit zichzelf stopt en opnieuw opstart, kan het zijn dat de app wit knippert voordat dit scherm verschijnt.
13 Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen Omnipod 5 Geheugen beschadigd Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: Er is een onverwachte fout opgetreden in de Omnipod 5-app. Geluid Pod: Geen Geluid en trilling Controller: • Toon van 30 seconden • Trilling van 30 seconden •...
Als er geen nieuwe Pod beschikbaar is, gebruik dan een andere manier van insulinetoediening. Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: De Pod detecteert een onverwachte fout en de insulinetoediening is gestopt. Geluid Pod: Ononderbroken toon Geluid en trilling Controller: •...
Als er geen nieuwe Pod beschikbaar is, gebruik dan een andere manier van insulinetoediening. Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: De Pod heeft het einde van zijn levensduur bereikt en de insulinetoediening is gestopt.
Als er geen nieuwe Pod beschikbaar is, gebruik dan een andere manier van insulinetoediening. Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: Het insulinereservoir van de Pod is leeg en de insulinetoediening is gestopt. Geluid Pod: Ononderbroken toon Geluid en trilling Controller: •...
Als er geen nieuwe Pod beschikbaar is, gebruik dan een andere manier van insulinetoediening. Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: De Pod is gestopt met de insulinetoediening omdat u een tijd voor Pod uitschakelen hebt ingesteld en u niet hebt gereageerd op het waarschuwingsalarm Pod uitschakelen.
Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen 13 Systeemfout Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: Er is een onverwachte fout opgetreden in de Pod of de Omnipod 5-app. Geluid Pod: Geen Geluid en trilling Controller: • Toon van 30 seconden • Trilling van 30 seconden •...
Waarschuwingsalarmen zijn alarmen die u wijzen op een situatie waar u op korte termijn iets aan moet doen. Weinig insuline in Pod Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: De hoeveelheid insuline in de Pod is lager dan de ingestelde waarde in uw instellingen. Geluid Pod: •...
Toon wordt na een levensduur van 72 uur van de Pod elke 60 minuten afgegeven • Na een levensduur van 79 uur wordt de toon elke 5 minuten afgegeven Geluid en trilling Controller: • Toon van 3 seconden • Trilling van 3 seconden •...
13 Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen Pod uitschakelen Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: U hebt de door u ingestelde tijd Pod uitschakelen bereikt. Als u niet op dit alarm reageert, stopt de Pod op korte termijn met de insulinetoediening.
Na zo'n pauze start de insulinetoediening niet automatisch. Als u de insulinetoediening niet hervat, kunt u hyperglykemie krijgen. Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: De periode die u heeft opgegeven om de insuline te pauzeren is verstreken. Als u de insulinetoediening niet start, kunt u hyperglykemie krijgen.
Opmerking: Gebruik een bloedglucosemeter om uw bloedglucosewaarde te bevestigen. Behandel indien nodig een lage glucose. Opmerking: Het waarschuwingsalarm Dringend lage glucose heeft direct betrekking op de huidige glucose in uw lichaam, terwijl andere alarmen betrekking hebben op de staat van de Pod of de Omnipod 5-app.
U een vereiste update voor de Omnipod 5-app niet hebt geïnstalleerd • Een update voor de Omnipod 5-app nog niet beschikbaar is om een bekend probleem op te lossen Gebruik in dat geval een andere manier om insuline toe te dienen. Als u uw Pod niet deactiveert en geen andere vorm van insulinetoediening gebruikt, kan dit leiden tot een te hoge of te lage insulinetoediening.
¾ Tik als er om wordt gevraagd op WIFI-INSTELLINGEN. Verbindt met een wifi-netwerk. Tip: Als u verbonden bent met een netwerk, wordt uw Omnipod 5-app op tijd geïnformeerd over software-updates. Tip: Als er geen wifi beschikbaar is, ga dan naar een gebied met een beter mobiel signaal.
Bespreek met uw zorgverlener hoe u uw insulinetoediening kunt regelen als u tussen verschillende tijdzones reist. Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: De Omnipod 5-app heeft gedetecteerd dat de zomertijd is begonnen of geëindigd. Geluid Pod: Geen Geluid en trilling Controller: •...
13 Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen Omnipod 5-fout Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: Er is een probleem met uw Omnipod 5-app. Geluid Pod: Geen Geluid en trilling Controller: • Toon van 3 seconden • Trilling van 3 seconden •...
Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen 13 Update Omnipod 5 - App niet langer ondersteund Beschrijving Waarom dit gebeurt: De versie van de Omnipod 5-app die u momenteel gebruikt is verouderd en wordt niet langer ondersteund. Geluid Pod: Geen Geluid en trilling Controller: •...
13 Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen Update Omnipod 5 - Software-update Beschrijving Waarom dit gebeurt: Er is een softwareupdate voor de Omnipod 5-app beschikbaar. Geluid Pod: Geen Geluid en trilling Controller: • Toon van 3 seconden • Trilling van 3 seconden •...
Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen 13 OS bijwerken Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: Er is een update beschikbaar voor het besturingssysteem van uw Controller. Geluid Pod: Geen Geluid en trilling Controller: • Toon van 3 seconden • Trilling van 3 seconden •...
Bespreek met uw zorgverlener hoe u uw insulinetoediening kunt regelen als u tussen verschillende tijdzones reist. Schermsignaal Beschrijving Omnipod 5-app: Waarom dit gebeurt: De tijdzone op uw Controller komt niet overeen met de Tijdzone insulinetoediening op de Omnipod 5-app.
Alarmen en actie- en herinneringskennisgevingen 13 13.9 Uitzetten van een niet-opgelost alarm U kunt een alarm op uw Pod of Omnipod 5-app uitzetten door het schermalarm op uw Omnipod 5-app te bevestigen. Als het alarm blijft aanhouden, volg dan de aanwijzingen in dit gedeelte.
Om u op een kennisgeving te attenderen, geeft de Pod drie pieptonen en laat de Omnipod 5-app een toon horen of geeft hij een trilling (zie "13.3. Geluiden en trillingen" op pagina 147). Als u een geluid hoort of een trilling voelt, kijk dan op uw Omnipod 5-app of er een bericht is.
) linksboven op het scherm om kennisgevingen als bevestigd te markeren. Opmerking: Als u de Omnipod 5-Controller in de slaapstand zet door op de aan/uit-knop te drukken, worden de kennisgevingen niet als bevestigd gemarkeerd. U moet op de pijl terug ( ) tikken om de kennisgeving te bevestigen.
Pagina 185
Bevestig het bericht (zie "Bevestigen van een herinneringskennisgeving" op pagina 174). Vervang uw Pod. Opmerking: Zie om het tijdstip van deze kennisgeving te wijzigen "Uiterste gebruiksdatum Pod" op pagina 121. Zowel de Pod als de Omnipod 5-app geven een geluid bij deze kennisgeving.
Hoofdstuk 14: Verzorgen van uw Controller en Pod HOOFDSTUK 14 Verzorgen van uw Controller en Pod Inhoud 14.1 Verzorgen en bewaren van de Pod en insuline ....178 Bewaren van de Pod en insuline .
De bedrijfstemperatuur van de Pod is getest en er is vastgesteld dat deze veilig werkt tussen 5 °C en 40 °C (41 °F en 104 °F). Onder normale omstandigheden houdt uw lichaamstemperatuur de Pod tussen 23 °C en 37 °C (73 °F en 98,6 °F).
Deel de schermbeveiliging van uw Controller met niemand. Let op: Gebruik de onderdelen van het Omnipod 5-systeem (Controller, Pod) NIET als u schade vermoedt na een onverwachte gebeurtenis, zoals vallen op of stoten tegen een hard oppervlak. Het gebruik van beschadigde onderdelen kan uw gezondheid in gevaar brengen omdat het systeem mogelijk niet goed werkt.
Controller veroorzaken. Extreme hitte wordt gedefinieerd als > 30 °C (86 °F) tijdens opslag en > 40 °C (104 °F) tijdens gebruik. Extreme kou wordt gedefinieerd als < 0 °C (32 °F) tijdens opslag en < 5 °C (41 °F) tijdens gebruik.
Verzorgen van uw Controller en Pod 14 USB-kabel Let op: Gebruik ALLEEN de USB-oplaadkabel die in de doos zat bij uw Controller. VERMIJD het gebruik van alternatieve oplaadkabels of andere accessoires, deze kunnen de Controller beschadigen of de manier waarop deze in de toekomst wordt opgeladen beïnvloeden.
14 Verzorgen van uw Controller en Pod Als u de Controller laat vallen Uw Controller kan beschadigd raken door een schok of harde klap. Als u de Controller hebt laten vallen of ergens hard tegenaan hebt gestoten, doet u het volgende: 1.
Bij normaal gebruik zou de batterij langer dan een dag moeten meegaan. U wordt via een bericht op de Omnipod 5-app gewaarschuwd als de batterij van de bijna leeg is. Het batterijpictogram in de statusbalk geeft aan in hoeverre de batterij nog is opgeladen (zie "3.4.
Pagina 193
4. Laad de Controller op totdat het batterijpictogram aangeeft dat deze 100% is opgeladen. 5. Trek de stekker van de oplaadkabel uit de Controller en de oplader uit het stopcontact. U kunt de batterij vaak opnieuw opladen, maar zoals alle batterijen heeft deze een beperkte levensduur.
15 Leven met diabetes 15.1 Controle van de infusieplaats Let op: Controleer ALTIJD op tekenen van infectie. Doe het volgende als u merkt dat de infusieplaats ontstoken is: • Verwijder onmiddellijk de Pod en breng een nieuwe Pod op een andere infusieplaats aan.
Leven met diabetes 15 15.2 Bewust zijn van uw glucose Waarschuwing: Wees u ALTIJD bewust van uw huidige sensorglucosewaarde, vertrouw op hoe u zich voelt en negeer de symptomen van hoge en lage glucose niet. Ook al wordt de insulinetoediening automatisch aangepast in de Geautomatiseerde Modus met als doel uw glucosespiegel op de voor u bepaalde Streefwaarde glucose te brengen, kan er toch ernstige hyperglykemie of hypoglykemie optreden.
Flacons met insuline (de temperatuur in het vrachtruim kan van invloed zijn op de insuline) • Een ondertekende brief van uw zorgverlener waarin staat dat u insuline en het Omnipod 5-systeem bij u moet hebben • Recepten voor al uw medicijnen •...
Tip: Neem dus extra Pods mee als u naar het buitenland gaat of voor langere tijd weg bent. Bel voordat u vertrekt de Cliëntenzorg voor informatie over de extra benodigdheden voor uw Omnipod 5-systeem die u moet meenemen. Plannen voor andere tijdzones...
Volg indien nodig de behandelinstructies van uw zorgverlener. Het Omnipod 5-systeem zendt en ontvangt informatie van de Pod met gebruik van draadloze Bluetooth-technologie. Controleer voordat u gaat vliegen het beleid van de luchtvaartmaatschappij met betrekking tot het gebruik van persoonlijke medische elektronische apparatuur die communiceert via Bluetooth-technologie.
Laat het uw zorgverlener weten als u extreem hoge of lage glucoses hebt of wanneer u vaker dan normaal een hoge of lage glucose hebt. • Als u technische problemen met uw Omnipod 5-systeem hebt die u niet zelf kunt oplossen, bel dan onmiddellijk de Cliëntenzorg. Hypoglykemie (lage glucose)
15 Leven met diabetes Voorkomen van hypoglykemie (lage glucose) • Stel samen met uw zorgverlener uw Streefwaarde glucose en richtlijnen vast. • Zorg dat u altijd snelwerkende koolhydraten bij u hebt voor het geval dat u snel moet reageren op een lage glucose. Voorbeelden van snelwerkende koolhydraten zijn glucosetabletten, snoepjes of vruchtensap.
Leven met diabetes 15 Mogelijke oorzaken Voorgestelde handeling van hypoglykemie Onjuiste Streefwaarde glucose Raadpleeg uw zorgverlener over het zo nodig of onjuiste correctiefactor verbeteren van deze instellingen. of onjuiste I/KH-verhouding Gevoelig voor ernstige Raadpleeg uw zorgverlener over het niet hypoglykemie of opmerken van hypoglykemie en over het niet opmerken verhogen van de Streefwaarde glucose.
In een Pod wordt snelwerkende insuline gebruikt die korter werkt dan langwerkende insuline; u hebt dus geen langwerkende insuline in uw lichaam als u het Omnipod 5-systeem gebruikt. Als er zich een blokkade (onderbreking van de insulinetoediening vanuit de Pod) of verstopping voordoet, kan uw glucose snel hoog worden.
Pagina 204
Leven met diabetes 15 Mogelijke oorzaken Voorgestelde handeling van hyperglykemie Houdbaarheids- datum insuline Deactiveer en verwijder de huidige Pod. Breng verlopen of insuline een nieuwe Pod gevuld met een nieuwe flacon blootgesteld aan insuline aan. extreme temperaturen Infusieplaats op of vlakbij een Deactiveer en verwijder de huidige Pod.
4. Controleer na 2 uur uw glucose opnieuw. 5. Als de glucose niet is gedaald, doe dan het volgende: • Injecteer een tweede bolus met een steriele spuit. Vraag uw zorgverlener of u dezelfde hoeveelheid insuline moet spuiten als bij stap 3.
In een Pod wordt snelwerkende insuline gebruikt die korter werkt dan langwerkende insuline; u hebt dus geen langwerkende insuline in uw lichaam als u het Omnipod 5-systeem gebruikt. Als de insulinetoediening van de Pod wordt onderbroken (een blokkade of verstopping), kan uw glucose snel hoger worden, wat kan leiden tot diabetische ketoacidose (DKA).
Controleer na 2 uur uw glucose opnieuw. Als uw glucose niet is gedaald of als uw ketonenwaarden zijn gestegen of verhoogd blijven, raadpleeg dan onmiddellijk uw zorgverlener voor advies. 15.5 Omgaan met bijzondere situaties Ziektedagen Door fysieke of emotionele belasting kan uw glucose stijgen; ziekte is een fysieke belasting.
Leven met diabetes 15 Lichaamsbeweging, sporten of zwaar werk Controleer uw glucose voor, tijdens en na lichaamsbeweging, sport of zware lichamelijke arbeid. Door de pleister blijft de Pod maximaal 3 dagen stevig op zijn plaats zitten. Indien nodig zijn er diverse producten beschikbaar om de Pod beter vast te plakken.
Pagina 209
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
SMARTBOLUS-CALCULATOR SmartBolus-calculator Belangrijke veiligheidsinformatie 16 Toedienen van een bolus 17 Toedienen van een bolus met de SmartBolus-calculator 18 Berekeningen SmartBolus-calculator...
Pagina 211
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Waarschuwing: Gebruik het Omnipod dosis berekenen en aanbevelen, wat 5-systeem NIET als u hydroxyurea kan leiden tot een te hoge of te lage gebruikt, een medicijn dat wordt insulinetoediening. Dit kan leiden tot gebruikt bij de behandeling van ziek- hyperglykemie of hypoglykemie.
Let op: Verlaat de Omnipod 5-app NIET tijdens het aanbrengen van wijzigingen in de instellingen voor de insulinetoediening. Als u de app verlaat voordat u de gewijzigde...
U kunt een handmatige bolus in de Handmatige Modus geheel of gedeeltelijk verlengen. Bij het toedienen van een handmatige bolus past het Omnipod 5-systeem de bolushoeveelheid niet aan op basis van uw glucosewaarde, verbruikte koolhydraten of insuline 'on board' (IOB), zoals bij gebruik van de SmartBolus-calculator.
Toedienen van een bolus 16 16.2 Toedienen van een directe en een verlengde bolus Een bolus is een extra dosis insuline die als aanvulling op de continue insulinetoediening met de basaalsnelheid wordt toegediend. Gebruik een bolus om de koolhydraten in een maaltijd op te vangen en/of een hoge glucose omlaag te brengen.
Opmerking: U kunt tijdens een verlengde bolus navigeren in de Omnipod 5-app, maar sommige functies zijn pas beschikbaar als de bolus voltooid is. Tenzij u de bolus annuleert, dient de Pod een bolus toe ongeacht of deze binnen het bereik van de Controller is of niet.
4. Optioneel: bepaal de resterende hoeveelheid van de geannuleerde bolus en voeg deze hoeveelheid toe in het veld Totale bolus. 5. Controleer of de ingevoerde hoeveelheid in het veld Totale bolus correct is. Tik vervolgens op BEVESTIGEN. 6. Tik op START.
2. Tik op de schakelaar Gemiste bolus om de herinneringen Gemiste bolus aan of uit te zetten. Als u deze herinneringen uitzet, slaat de Omnipod 5-app reeds eerder ingestelde herinneringen op voor later gebruik. Uitzetten van een enkele herinnering Gemiste bolus AAN of UIT zetten van een enkele herinnering Gemiste bolus: 1.
4. Tik op het veld Geen bolus tussen en selecteer het begin van een interval voor de Gemiste bolus. 5. Tik op het volgende veld en selecteer de eindtijd van het tijdsinterval. 6. Tik op OPSLAAN. Bewerken van een herinnering Gemiste bolus Bewerken van een herinnering Gemiste bolus: 1.
Pagina 221
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
17 Toedienen van een bolus met de SmartBolus-calculator 17.1 Over de SmartBolus-calculator Een bolus is een dosis insuline die wordt toegediend om de koolhydraten in een maaltijd, drank of snack op te vangen (een maaltijdbolus) of om een verhoogde glucosewaarde te corrigeren (een correctiebolus). De SmartBolus- calculator berekent een voorgestelde bolushoeveelheid insuline om een hoge glucosewaarde omlaag te brengen (een correctiebolus) en/of om koolhydraten in een maaltijd op te vangen (een maaltijdbolus).
Pagina 224
Na het openen van de SmartBolus-calculator dient de bolustoediening binnen 5 minuten te worden gestart, anders moeten de waarden worden vernieuwd. Als er meer dan 5 minuten zijn verstreken, krijgt u een bericht dat de waarden zijn verlopen. Tik op DOORGAAN om de SmartBolus-calculator te verversen en uw huidige waarden in te voeren of te gebruiken.
1. Tik op het Home-scherm op het pictogram Bolus Opmerking: Het bolusscherm is slechts 5 minuten geldig. Als na 5 minuten de bolustoediening nog niet is gestart, dient u deze te verversen en nieuwe waarden in te voeren. 2. Tik op het KH-veld Voer het aantal grammen koolhydraten in en tik op Klaar.
Toedienen van een bolus met de SmartBolus-calculator 17 Invoeren van een bloedglucosewaarde: 1. Tik op het veld Glucose . Als u in de afgelopen 10 minuten handmatig een bloedglucosewaarde van een meter hebt ingevoerd, verschijnt die waarde automatisch in het veld Glucose.
Minimale glucose voor berekeningen, krijgt u een bericht dat de SmartBolus- calculator is uitgeschakeld. Als de sensorglucosewaarde 'HOOG' aangeeft, wordt de SmartBolus-calculator tijdelijk uitgeschakeld. Opmerking: Als uw Omnipod 5-systeem geen geldige sensorglucosewaarde of -trend heeft op het moment dat u de SmartBolus-calculator opent, is de optie GEBRUIK SENSOR uitgeschakeld.
3. Om de volledige bolus direct toe te dienen, tikt u op BEVESTIGEN. 4. Controleer de bolusgegevens op het scherm Bolus bevestigen. 5. Optioneel: instellen van een herinnering om uw glucose te controleren: a. Tik op BG-HERINNERING MAKEN. b. Tik op het veld BG controleren in en selecteer het aantal uren waarin u wilt worden herinnerd.
17 Toedienen van een bolus met de SmartBolus-calculator 6. Controleer de bolusgegevens op het scherm Bolus bevestigen. Gram KH Bloedglucosewaarde of sensorglucosewaarde De totale bolus bevat alle IOB- Afgestemd op aanpassingen en IOB van x E betekent alle aanpassingen dat de SmartBolus- die u in de calculator de IOB bij berekende bolus...
Pagina 230
Opmerking: U kunt alleen het maaltijdgedeelte van een bolus verlengen. Een eventueel correctiegedeelte van een bolus wordt altijd direct toegediend. 5. Tik op het veld Duur om de duur voor het verlengde deel van de bolus in te voeren. 6. Tik op BEVESTIGEN.
Instellingen en bereik Zo kunt u de Invloed op voorgestelde Omnipod 5 instelling invoeren bolusberekening KH (gram) Invoeren in de Verhoging van de...
Pagina 232
Maximale bolus Invoeren van de Beperkt de hoeveelheid instellingen in de van een enkele bolus. 0,05 – 30 E Omnipod 5-app of (stappen van 0,05 E) tijdens de eerste configuratie Verlengde bolus (alleen Invoeren van de Maakt het mogelijk een...
2 – 6 uur of tijdens de periode de voorgestelde (stappen van 0,5 uur) eerste configuratie bolusdosis verlagen. Opmerking: Het kenmerk Verlengde bolus kan alleen in de Handmatige Modus gebruikt worden. Alle andere therapie-instellingen worden zowel in de Handmatige als in de Geautomatiseerde Modus op dezelfde manier gebruikt.
Pagina 234
Tik op VOLGENDE. 4. Herhaal zo nodig voor de resterende segmenten de vorige stappen. 5. Tik op OPSLAAN nadat u hebt gecontroleerd of alle segmenten juist zijn. Opmerking: U kunt segmenten toevoegen en verwijderen door de bestaande segmenten te bewerken.
Pagina 235
17 Toedienen van een bolus met de SmartBolus-calculator 4. Herhaal zo nodig voor de resterende segmenten de vorige stappen. 5. Tik op OPSLAAN nadat u hebt gecontroleerd of alle segmenten juist zijn. Opmerking: U kunt segmenten toevoegen en verwijderen door de bestaande segmenten te bewerken.
= 3 eenheden (3 eenheden maaltijdbolus) Maximale bolus Het Omnipod 5-systeem staat niet toe dat u een bolus invoert die hoger is dan uw instelling Maximale bolus. Als de SmartBolus-calculator een bolushoeveelheid berekent die hoger is dan uw maximale bolus, kunt u alleen de hoeveelheid tot de maximale bolushoeveelheid toedienen.
De SmartBolus-calculator werkt niet als deze niet beschikbaar is of als er geen communicatie met de Pod is. Niet beschikbaar' betekent dat de SmartBolus-calculator tijdelijk geen voorgestelde bolus kan berekenen. Uw Omnipod 5-systeem kan in enkele situaties de SmartBolus-calculator uitschakelen. Terwijl de...
IOB van eerdere maaltijdbolussen wordt maaltijd-IOB genoemd. Verder berekent het Omnipod 5-algoritme zowel in de Handmatige als in de Geautomatiseerde Modus voortdurend de IOB op basis van uw basale toediening. Bij het berekenen van een nieuwe bolus kan de SmartBolus-calculator de voorgestelde bolus verlagen op basis van de IOB.
Pagina 240
U kunt een bloedglucosewaarde rechtstreeks in waarde van mmol/L de SmartBolus-calculator invoeren. De waarde (20–600 een BG-meter vervalt als er na invoering 5 of meer minuten zijn mg/dL) verstreken. In de Omnipod 5-systeemgeschiedenis opgeslagen waarden kunnen tot 10 minuten na invoer worden gebruikt. Omnipod 5-insulinepomp...
Pagina 241
Deze waarde is bekend bij het Omnipod 5-systeem en wordt door de boluscalculator gebruikt om eventuele eerder geleverde maaltijdbolussen weer te geven. Gebruik van de Omnipod 5 met een compatibele sensor Sensorglucose- Voor het berekenen van de totale 2,2–22,2 mmol/L waarde bolushoeveelheid.
Pagina 242
Begrijpen van de SmartBolus-calculatorberekeningen 18 Grenzen van de voorstellen door de SmartBolus-calculator In de volgende afbeelding ziet u de grenzen tussen de soorten berekeningen die de SmartBolus-calculator afhankelijk van uw glucose kan uitvoeren. Hieronder volgen voorbeelden van hoe u de figuur dient te lezen: •...
De SmartBolus-calculator ververst de waarden elke 5 minuten. Als u uw bolus niet binnen 5 minuten na het invoeren in de SmartBolus-calculator start, wist het Omnipod 5-systeem het scherm, zodat het beschikt over de meest recente IOB- en sensorinformatie. •...
Opmerking: U dient uw Controller in de buurt van de Pod te brengen om de meest recente IOB-waarde op het beginscherm van uw Omnipod 5-app te krijgen. Verloop bolus-IOB In de grafiek ziet u hoe de IOB van een bolus van 8 E verloopt gedurende de ingestelde Duur van de insulineactie van 4 uur.
Pagina 245
Duur van de insulineactie: 3 uur Tijd sinds vorige maaltijdbolus: 2 uur Vorige maaltijdbolus: 4,5 E 3 uur – 2 uur x 4,5 E = 1,5 E maaltijd- IOB 3 uur Met andere woorden, twee uur na uw eerdere maaltijdbolus heeft uw lichaam 3 eenheden insuline van de maaltijdbolus verbruikt.
18 Begrijpen van de SmartBolus-calculatorberekeningen Een tegenovergestelde correctie wordt alleen toegepast op de maaltijdbolus. In dit voorbeeld is de maaltijdbolus verlaagd met 1,5 eenheden, resulterend in een maaltijdbolus van 1,0 E. Regels SmartBolus-calculator De SmartBolus-calculator gebruikt de volgende regels om een dosis voor een...
Begrijpen van de SmartBolus-calculatorberekeningen 18 Overzicht van het scherm Bolusberekening Als u de details van een bolusberekening wilt zien, tikt u op BEKIJK BOLUSBEREKENINGEN op het scherm Insuline & BG-geschiedenis of op BEREKENINGEN op het scherm SmartBolus-calculator. Als er voor een bolus een sensorglucosewaarde en -trend worden gebruikt, houdt de SmartBolus-calculator niet alleen rekening met de waarde, maar past deze ook de bolushoeveelheid aan aan de trend.
18 Begrijpen van de SmartBolus-calculatorberekeningen 18.2 Voorbeelden SmartBolus-calculator Voorbeeld 1 Maaltijd met 50 g KH en 0,6 E maaltijd-IOB en 0,5 E correctie-IOB van vorige maaltijd- en correctiebolussen. Sensorglucose is niet beschikbaar en er is geen bloedglucosewaarde ingevoerd. Correctiebolus -- E BG = n .v .t ., Streefwaarde gluco-...
Begrijpen van de SmartBolus-calculatorberekeningen 18 Voorbeeld 2 Maaltijd met 30 g KH, geen maaltijd- of correctie-IOB. Sensorglucosewaarde van 10 mmol/L (180 mg/dL) met een stijgende trend. Correctiebolus Uw glucose is 1,2 E 10 mmol/L (180 mg/dL), wat Sensor = 10, Streefwaarde 2,8 mmol/L (50 mg/dL) boven glucose = 7,2 uw streefwaarde is .
18 Begrijpen van de SmartBolus-calculatorberekeningen Voorbeeld 3 Geen KH ingevoerd, gebruik van een sensorglucosewaarde van 10 mmol/L (180 mg/dL) met een dalende trend. Er is 0,8 E maaltijd-IOB en 0,5 E correctie-IOB van vorige maaltijd- en correctiebolussen. Correctiebolus Sensor = 10,...
GEBRUIKEN VAN EEN SENSOR MET DE OMNIPOD 5 Belangrijke veiligheidsinformatie over uw sensor 19 Over de Dexcom G6 20 Verbinden van de Dexcom G6 met de Pod...
Pagina 253
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
(SN) van de Dex- Als uw sensorglucosewaarden niet com G6-Zender dat u opslaat in de overeenkomen met uw symptomen, Omnipod 5-app overeenkomt met het controleer dan ALTIJD uw bloedsui- nummer dat u draagt. In het geval dat kerspiegel met een BG-meter en over- er meer dan één persoon in een huis-...
Voorzorgsmaatregelen Sensor Let op: U kunt de Dexcom G6-ont- vanger niet gebruiken met het Om- nipod 5-systeem, omdat het Omnipod 5-systeem alleen compatibel is met de G6-app op een smartphone.
De Omnipod 5-systeem is ontworpen om te verbinden met het Dexcom G6 CGM-systeem. Zodra de Pod in verbinding staat met de Dexcom G6, ontvangt deze glucosewaarden en trends van de Dexcom G6. De Pod gebruikt in de Geautomatiseerde Modus de sensorglucosewaarden om automatisch om de 5 minuten een dosis insuline toe te dienen.
• Verzeker u er altijd van dat het serienummer (SN) van de Zender die u invoert in de apps van de Dexcom G6 en de Omnipod 5 overeenkomt met die van de Zender op uw lichaam. 19.2 Plaatsen van de Dexcom G6-sensor De Bluetooth-verbinding tussen de sensor en de Pod werkt het beste als deze niet door het lichaam hoeft te gaan.
19.3 Gebruiken van de Dexcom G6 met de Omnipod 5 Als u het Omnipod 5-systeem met het Dexcom G6 CGM-systeem gebruikt, dient u de Dexcom G6-app te gebruiken om uw sensor te bedienen.
De SmartBolus- calculator kan op basis van uw sensorglucosewaarde en -trend indien nodig uw bolus verhogen of verlagen. Hoge en lage sensorglucosewaarden De Omnipod 5-app geeft hoge en lage sensorglucosewaarden als volgt weer. Sensorglucosewaarden Schermweergave 22,2 mmol/L (400 mg/dL) HOOG...
Opmerking: Het waarschuwingsalarm Dringend lage glucose heeft direct betrekking op de huidige glucose in uw lichaam, terwijl andere alarmen betrekking hebben op de staat van de Pod of de Omnipod 5-app. 19.5 Sensorglucosetrendpijlen Trendpijlen worden weergegeven volgens de specificaties van Dexcom.
Omnipod 5 -app is geen actie nodig. • ZOEKEN NAAR POD: Verschijnt als er binnen het meest recente update- interval van 5 minuten geen communicatie met de Pod tot stand is gekomen. Tik op MEER INFORMATIE voor mogelijke oorzaken en aanbevolen acties.
Pagina 263
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
HOOFDSTUK 20 Verbinden van de Dexcom G6 met de Pod Inhoud 20.1 Over verbinden van de Dexcom G6 met de Pod ....256 20.2 Verbinden van de Dexcom G6 tijdens de eerste keer instellen van de Pod .
Dexcom G6-app te downloaden op uw smartphone. Voordat u de sensorglucosewaarden in het Omnipod 5-systeem kunt bekijken en gebruiken, dient u eerst het Omnipod 5-systeem zo in te stellen dat de Pod met de sensor kan communiceren. Eenmaal aangesloten kunt u het systeem in...
Waarschuwing: Controleer ALTIJD of het Zender serienummer (SN) van de Dexcom G6 dat u opslaat in de Omnipod 5-app overeenkomt met het nummer dat u draagt. In het geval dat er meer dan één persoon in een huishouden de Dexcom G6 gebruikt, kan een Zender serienummer (SN) die niet overeenkomt leiden tot een te hoge of te lage insulinetoediening, wat kan leiden tot hyperglykemie of hypoglykemie.
20 Verbinden van de Dexcom G6 met de Pod Als u geen actieve Pod hebt of uw Pod verwisselt, wordt het Zender serienummer (SN) bewaard en doorgestuurd naar de volgende Pod die wordt geactiveerd. 20.4 De Zender loskoppelen van de Pod U kunt de communicatie tussen de Pod en de Zender stoppen door het SN te verwijderen.
GEAUTOMATISEERDE MODUS Belangrijke veiligheidsinformatie Geautomatiseerde Modus 21 Over de Geautomatiseerde Modus 22 Schakelen tussen de Handmatige Modus en de Geautomatiseerde Modus 23 Activiteitskenmerk 24 Alarmen in de Geautomatiseerde Modus 25 Klinisch onderzoek Omnipod 5-systeem Onderzoeken...
Pagina 269
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
2 jaar. SmartAdjust-technologie kan een langdurige stopzetting van mag ook NIET worden gebruikt door insulinetoediening veroorzaken, wat mensen die minder dan 5 eenheden insuline kan leiden tot hyperglykemie, DKA per dag nodig hebben, omdat de veiligheid of overlijden. van de technologie nog niet getest is bij deze populatie.
Pagina 271
Belangrijke veiligheidsinformatie Waarschuwing: Gebruik het Omnipod 5-systeem NIET als u hydroxyurea gebruikt, een medicijn dat wordt gebruikt bij de be- handeling van ziekten, waaronder kanker en sikkelcelanemie. De sensorglucosewaarden van uw Dexcom G6-sensor kunnen onjuist verhoogd zijn, wat kan leiden tot een te hoge insulinetoediening, wat kan leiden tot ernstige hypoglykemie.
60 minuten zal zijn. Deze informatie wordt samen met uw huidige sensorglucosewaarde en -trend door de SmartAdjust-technologie gebruikt om de insulinetoediening elke 5 minuten automatisch aan te passen. Het doel van het systeem is u te helpen uw glucose op uw vastgestelde...
Over de Geautomatiseerde Modus 21 De SmartAdjust-technologie zit op de Pod zelf. Zelfs als de Controller of de smartphone waarop uw Omnipod 5-app draait buiten het bereik van de Pod is, blijft u in de Geautomatiseerde Modus. Als de Pod en Controller...
Pagina 275
-trend en 60-minutenvoorspelling. De waarden zijn altijd klein. (Vergeet niet dat een basaalsnelheid van 0,60 E/uur betekent dat u elke 5 minuten 0,05 E krijgt). Opmerking: Uw sensorglucosewaarde bepaalt hoeveel insuline het systeem in de volgende periode van 5 minuten zal toedienen.
'zien'. • Controleer of uw huidige, actieve Zender is gekoppeld aan de Pod door te controleren of het serienummer (SN) van de Zender dat is opgeslagen in zowel de Omnipod 5-app als in de mobiele Dexcom G6-app hetzelfde is.
• Controleer of uw actieve Zender niet is gekoppeld aan een Dexcom G6- ontvanger of een ander medisch apparaat. Als u de Omnipod 5 gebruikt, is de Pod het enige medische apparaat waarmee de Zender kan worden gekoppeld. U dient de mobiele Dexcom G6-app op een smartphone te gebruiken om sensoralarmen te beheren en sensoren en Zenders te starten en te stoppen.
Voor uw veiligheid stelt het systeem ook een limiet aan de aanpassingen per 5 minuten in de hoeveelheid insuline die de eerste Pod kan toedienen. Bij uw volgende Pod-wissel, als ten minste 48 uur geschiedenis is verzameld, gebruikt de SmartAdjust-technologie uw insulinetoedieningsgeschiedenis in plaats van de oorspronkelijke schatting om de adaptieve basale snelheid bij te werken.
Pagina 279
De SmartAdjust-technologie kijkt naar uw basaalsnelheid in de Handmatige Modus op dit tijdstip van de dag en uw adaptieve basale snelheid voor deze Pod en kiest elke 5 minuten de laagste van de twee waarden. Op deze manier geeft de SmartAdjust-technologie nooit meer dan het basaalprogramma dat actief zou zijn in de Handmatige Modus.
Over de Geautomatiseerde Modus 21 Controleer uw Dexcom G6-app voor eventuele sensoracties die u dient uit te voeren om de verbinding te herstellen. Zie de gebruiksaanwijzing van uw Dexcom G6 CGM-systeem. Opmerking: Geautomatiseerd: Beperkt kan optreden door een verlies van communicatie tussen de sensor en de Pod.
Overschakelen naar de Handmatige Modus Wanneer het alarm Restrictie geautomatiseerde toediening verschijnt, vraagt het systeem u om gedurende 5 minuten of langer naar de Handmatige Modus over te schakelen. Door deze stap weet het systeem dat u zich bewust bent van de situatie en actie overweegt.
HOOFDSTUK 22 Schakelen tussen de Handmatige Modus en de Geautomatiseerde Modus Inhoud 22.1 Overschakelen van de Handmatige Modus naar de Geautomatiseerde Modus ........274 Voordat u begint .
22 Schakelen tussen de Handmatige Modus en de Geautomatiseerde Modus 22.1 Overschakelen van de Handmatige Modus naar de Geautomatiseerde Modus Waarschuwing: Wees u ALTIJD bewust van uw huidige sensorglucosewaarde, vertrouw op hoe u zich voelt en negeer de symptomen van hoge en lage glucose niet. Ook al wordt de insulinetoediening automatisch aangepast in de Geautomatiseerde Modus met als doel uw glucosespiegel op de voor u bepaalde Streefwaarde glucose te brengen, kan er toch ernstige hyperglykemie of hypoglykemie optreden.
Pagina 284
Schakelen tussen de Handmatige Modus en de Geautomatiseerde Modus 22 Overschakelen naar de Geautomatiseerde Modus Overschakelen van de Handmatige Modus naar de Geautomatiseerde Modus: 1. Tik op het Home-scherm op het Menupictogram ( ) > Modus wijzigen. Opmerking: Als er op het scherm een rode cirkel met een uitroepteken staat en WIJZIGEN NAAR GEAUTOMATISEERDE MODUS is...
22 Schakelen tussen de Handmatige Modus en de Geautomatiseerde Modus 22.2 Overschakelen van de Geautomatiseerde Modus naar de Handmatige Modus Als u overschakelt van de Geautomatiseerde Modus naar de Handmatige Modus, wordt de basaalinsuline toegediend op basis van het basaalprogramma dat voor die tijd is geprogrammeerd.
Hoofdstuk 23: Activiteitskenmerk HOOFDSTUK 23 Activiteitskenmerk Inhoud 23.1 Over het Activiteitskenmerk ........278 23.2 Starten van het Activiteitskenmerk .
Opmerking: Als de communicatie tussen de Pod en de sensor wegvalt en het Omnipod 5-systeem in de beperkte staat is, blijft het Activiteitskenmerk ingeschakeld. Opmerking: Het is mogelijk dat vanwege de manier waarop insuline wordt berekend uw weergegeven IOB stijgt als het Activiteitskenmerk start en daalt als deze eindigt.
1. Ga naar het tabblad ACTIVITEIT op het Home-scherm. 2. Tik op ANNULEREN. 3. Tik op JA om de annulering te bevestigen. De Omnipod 5-app annuleert de activiteit en begint weer met de volledig geautomatiseerde insulinetoediening. Opmerking: Als u het Activiteitskenmerk annuleert, kunt u een afname van de...
Pagina 289
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Komt alleen voor in de Geautomatiseerde Modus. Schermen Omnipod 5-app: Vergrendelscherm: Reden De insulinetoediening werd te lang gepauzeerd of was te lang maximaal terwijl het Omnipod 5-systeem in de Geautomatiseerde Modus stond. Signaal (Pod) • 6 pieptonen, herhaalt zich elke minuut gedurende 3 minuten •...
Pagina 292
In de Handmatige Modus kunt u de sensorgrafiek bekijken om te zien of uw insulinetoediening is gepauzeerd of al lange tijd maximaal is. U kunt na ten minste 5 minuten in de Handmatige Modus en nadat u hebt bevestigd dat de sensorglucosewaarden correct zijn, terugkeren naar de Geautomatiseerde Modus.
¾ Tik op OK om het signaal te bevestigen. Zie voor meer informatie over Geautomatiseerde Modus: Beperkt stand "21.5. Over Geautomatiseerde Modus: Beperkt" op pagina 269. Controleer uw Dexcom G6-app om te zien of er sensorglucosewaarden aanwezig zijn of dat de oorzaak van het communicatieverlies te maken heeft met de sensor.
• Zwangere of borstvoeding gevende vrouwen De veiligheid en effectiviteit van het Omnipod 5-systeem bij gebruikers onder bovenstaande omstandigheden is onbekend. De bovenstaande uitsluitingslijst is beknopt en bevat niet alle uitsluitingscriteria. Het onderzoek is geregistreerd bij clinicaltrials.gov, een nationale databank van klinisch onderzoek in de...
Overzicht klinisch centrale studie Omnipod 5-systeem 25 Demografie In onderstaande tabel staan de uitgangskenmerken, inclusief demografische gegevens, van de deelnemers aan het begin van de Omnipod 5-behandelingsfase van 3 maanden. Uitgangskenmerken bij aanvang van de Omnipod 5-behandelingsfase (N=240) Kinderen Adolescenten & volwassenen...
In de onderstaande tabellen staat informatie over de primaire en secundaire glykemische resultaten van de standaardtherapiefase in vergelijking met de behandelingsfase van 3 maanden met het Omnipod 5-systeem. De primaire resultaten van het onderzoek omvatten het verschil in gemiddeld A1C% en % tijd binnen bereik (3,9–10 mmol/L, 70–180 mg/dL).
Pagina 298
< 54 mg/dL wordt gerapporteerd als medianen met interkwartielafstanden tussen haakjes (Q1, Q3). De mediaan is het middelste getal in een oplopende lijst van getallen en de interkwartielafstand vertegenwoordigt de middelste 50% van de waarden. *Verschil tussen standaardtherapiefase en Omnipod 5-systeemfase was statistisch significant.
A1C% bij kinderen (6 tot 13,9 jaar) en adolescenten en volwassenen (14 tot 70 jaar). Adolescenten, volwassenen en kinderen ondervonden een verlaging van A1C na 3 maanden gebruik van het Omnipod 5-systeem, ongeacht de categorie A1C < 8% of ≥ 8% bij aanvang.
(MDI) of het gebruik van een insulinepomp. Tijd binnen bereik (3,9–10 mmol/L, 70–180 mg/dL) en A1C waren verbeterd na 3 maanden gebruik van het Omnipod 5-systeem, ongeacht het type behandeling bij aanvang. Na 3 maanden gebruik van het Omnipod 5-systeem verbeterde de tijd <...
(0,16) bolusinsuline, E/kg (SD) *Verschil tussen standaardtherapiefase en Omnipod 5-systeemfase was statistisch significant. Resultaten Body Mass Index In de onderstaande tabel staat informatie over de gemiddelde body mass index (BMI), een maat voor het voor lengte gecorrigeerde gewicht, en de...
Er waren 3 ernstige gevallen van hypoglykemie die niet konden worden toegeschreven aan de geautomatiseerde insulinetoediening van het Omnipod 5-systeem of aan een storing in het systeem, en 1 geval van DKA als gevolg van een vermoedelijk defecte infusieplaats. Andere gerelateerde, maar niet-glykemische bijwerkingen waren infectie of irritatie op de infusieplaats (2 kinderen, 2 adolescenten/volwassenen).
In de onderstaande tabellen staat informatie over de glykemische resultaten bij verschillende zelfgekozen Streefwaarden glucose instellingen tijdens de Omnipod 5-systeemfase van 3 maanden tijdens de centrale studie.Van de aanpasbare Streefwaarden glucose was de meest gekozen 6,1 mmol/L (110 mg/dL). Totale (24-uurs) glykemische resultaten bij Streefwaarden glucose...
Pagina 305
25 Overzicht klinisch centrale studie Omnipod 5-systeem Totale (24-uurs) glykemische resultaten bij Streefwaarden glucose instellingen bij adolescenten en volwassenen (14 tot 70 jaar) tijdens de centrale studie Kenmerk 6,1 mmol/L, 6,7 mmol/L, 7,2 mmol/L, 110 mg/dL 120 mg/dL 130 mg/dL Streefwaarde...
Pagina 306
Streefwaarde glucose instelling van respectievelijk 7,2 mmol/L (130 mg/dL), 7,8 mmol/L (140 mg/dL) en 8,3 mmol/L (150 mg/ dL) voor in totaal 9 dagen, gevolgd door 5 dagen vrije keuze van een Streefwaarde glucose van 6,1–8,3 mmol/L (110–150 mg/dL).
Pagina 307
25 Overzicht klinisch centrale studie Omnipod 5-systeem periode zijn geregistreerd ook perioden kunnen omvatten waarin de deelnemers vonden dat hun insulinebehoefte verminderd was. Totale (24-uurs) glykemische resultaten bij Streefwaarden glucose instellingen bij adolescenten en volwassenen (14 tot 70 jaar) tijdens het vooronderzoek...
Pagina 308
Er is een onderzoek uitgevoerd bij 25 deelnemers met diabetes type 1 in de leeftijd van 6-70 jaar om de sensorgestuurde SmartBolus-calculator van de Omnipod 5 te beoordelen. Tijdens fase 1 gebruikten de deelnemers het Omnipod 5-systeem de eerste 7 dagen in de Handmatige Modus zonder een aangesloten sensor (standaard SmartBolus-calculator).
Klinisch onderzoek naar Omnipod 5 bij heel jonge kinderen Het doel van dit onderzoek was het beoordelen van de veiligheid en doeltreffendheid van het Omnipod 5-systeem bij kinderen van 2 tot 5,9 jaar met diabetes type 1. Aan dit multicenter prospectief onderzoek met één groep deden 80 kinderen mee.
Overzicht klinisch centrale studie Omnipod 5-systeem 25 Demografie In onderstaande tabel staan de uitgangskenmerken, inclusief demografische gegevens, van de deelnemers aan het begin van de Omnipod 5-behandelingsfase van 3 maanden. Uitgangskenmerken bij aanvang van de Omnipod 5-behandelingsfase Kenmerk Leeftijd (jaar) ± SD 4,7 ±...
In de onderstaande tabellen staat informatie over de primaire en secundaire glykemische resultaten van de standaardtherapiefase in vergelijking met de behandelingsfase van 3 maanden met het Omnipod 5-systeem. De primaire resultaten van het onderzoek omvatten het verschil in gemiddeld A1C% en % tijd binnen bereik (3,9–10 mmol/L, 70–180 mg/dL).
Omnipod 5-systeem, geanalyseerd per uitgangswaarde A1C%. Deelnemers ondervonden een verlaging van A1C na 3 maanden gebruik van het Omnipod 5-systeem, ongeacht de categorie A1C < 8% of ≥ 8% bij aanvang. Subgroepanalyse verschil in gemiddelde A1C(%) per uitgangswaarde A1C(%) Uitgangswaarde A1C <8%...
Resultaten Body Mass Index In de onderstaande tabel staat informatie over de gemiddelde Body Mass Index (BMI) en BMI z-score tijdens de standaardtherapiefase en de Omnipod 5-systeemfase van 3 maanden. De BMI en de BMI z-score veranderden niet tussen de twee fasen. Kenmerk...
Bijwerkingen In de onderstaande tabel staat een volledige lijst van de bijwerkingen die zich tijdens de behandelingsfase van 3 maanden van het Omnipod 5-systeem hebben voorgedaan. Andere gerelateerde, maar niet-glykemische bijwerkingen waren huidirritatie (n=2), cellulitis (n=1) en ketose die niet voldeed aan de DKA-definitie (n=2).
In de onderstaande tabellen staat informatie over de glykemische resultaten bij verschillende zelfgekozen Streefwaarden glucose instellingen tijdens de Omnipod 5-systeemfase van 3 maanden tijdens de centrale studie. De meest gekozen Streefwaarden glucose waren 6,1 mmol/L (110 mg/dL) en 6,7 mmol/L (120 mg/dL), die respectievelijk 33% en 42% van de tijd werden gebruikt.
Pagina 317
Klinisch onderzoek naar een CGM-gestuurde SmartBolus- calculator bij heel jonge kinderen Er is een onderzoek uitgevoerd bij 5 deelnemers met diabetes type 1 in de leeftijd van 2-5,9 jaar om de CGM-gestuurde SmartBolus-calculator van de Omnipod 5 in de Handmatige Modus te beoordelen. Tijdens fase 1 gebruikten de deelnemers het Omnipod 5-systeem de eerste 7 dagen in de Handmatige Modus zonder een aangesloten sensor (standaard SmartBolus-calculator).
26 Veelgestelde vragen en probleemoplossing 26.1 Veelgestelde vragen over de Omnipod 5-pomp De volgende onderwerpen zijn tijdens het gebruik van de Omnipod 5 vaak ter sprake gekomen. Hieronder staan de belangrijkste oorzaken en aanbevolen acties vermeld. Problemen met de Pod Probleem...
Hier ziet u de tijd, de sensorglucosewaarde en de bijbehorende hoeveelheid toegediende insuline in elk interval van 5 minuten. Waar vindt u De Omnipod 5-app houdt de geschiedenis bij van de geschiedenis eerdere insulinetoedieningen. Deze kunt u hier bekijken: van toegediende Menupictogram ( ) >...
Let op: Reset de Omnipod 5-app NIET zonder overleg met uw zorgverlener. Hierdoor worden al uw instellingen, de adaptieve basale snelheid en de geschiedenis gewist en dient u uw actieve Pod te vervangen.
Pagina 324
Pod en het opnieuw invoeren van uw Zender serienummer (SN). Openen van de U hebt de Als u gegevens op de Omnipod 5-app Omnipod 5-app app-gegevens wist, levert uw huidige Pod nog steeds herstart het in- gewist van de...
26 Veelgestelde vragen en probleemoplossing 26.2 Veelgestelde vragen over de SmartBolus-calculator Probleem Mogelijke Wat kunt u doen oorzaak De SmartBo- U hebt al veel in- U kunt de sensorglucosewaarde lus-calculator suline toegediend verwijderen, zodat de calculator adviseert geen gekregen (uw alleen een bolushoeveelheid bolus of 0 insuline, IOB is hoog) en...
Omnipod 5-app verschijnen. U gebruikt de 1. Gebruik de Dexcom G6-app Dexcom G6- op uw smartphone. Het ontvanger. Omnipod 5-systeem is niet compatibel met de Dexcom G6- ontvanger. 2. Zet hierna de Dexcom G6- ontvanger uit.
Pagina 327
Controller dicht bij de Pod. verschillen van sorglucosewaar- die in de den rechtstreeks Omnipod 5-app. van de sensor. De Omnipod 5-app ontvangt de sensorglucose- waarden van de Pod. Soms is er een kleine ver- traging voordat de waarde in de Omnipod 5-app wordt bijgewerkt.
Veelgestelde vragen en probleemoplossing 26 Problemen met een hoge glucose Probleem Mogelijke oorzaak Wat kunt u doen Na een paar weken Een van de Meestal dient u uw insuline/ gebruik van het voordelen van KH-verhouding te wijzigen systeem lopen de geautomatiseerde om meer insuline vóór sensorglucosewaar-...
Pagina 329
26 Veelgestelde vragen en probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Wat kunt u doen Na een paar weken Het kan zijn dat U kunt hier uw Streefwaarde gebruik van het uw Streefwaarde glucose controleren: systeem in de Geau- glucose aangepast Menupictogram ( ) >...
Veelgestelde vragen en probleemoplossing 26 Problemen met een lage glucose Probleem Mogelijke Wat kunt u doen oorzaak De sensorgluco- Het kan U kunt hier uw Streefwaarde glucose sewaarden zijn nodig zijn uw controleren: 's avonds laat Streefwaarde Menupictogram ( ) > laag.
De Geautoma- Volg de scherminstructies om uw tiseerde Modus glucose te controleren. Als u na kan de grens van 5 minuten in de Handmatige Modus zeker weet dat uw Pod en sensor de insulinetoe- diening hebben goed werken, kunt u terugkeren bereikt, hetzij het naar de Geautomatiseerde Modus.
Pod te vervangen. Als de Omnipod 5-app de instructie niet aan de Pod heeft verstuurd, zegt de Omnipod 5-app dat u naar een andere plaats moet gaan en op PROBEER OPNIEUW moet tikken om te proberen de communicatie te herstellen. Nadat...
POD DEACTIVEREN: Dit moet niet uw eerste keuze zijn. Als u deze optie selecteert, kunt u de instructies volgen om de Pod te vervangen. Als de instructie voor het annuleren van de bolus al door de Omnipod 5-app is verzonden op het moment dat er een communicatieprobleem optreedt, biedt de Omnipod 5-app de volgende opties: •...
Pod op te lossen, een bolus toe te dienen of de status van uw systeem en glucose te controleren. Nadat u het Zender serienummer (SN) in de Omnipod 5-app hebt ingevoerd en de Dexcom G6-app op uw smartphone heeft gebruikt om uw sensor te activeren, kunt u overschakelen van de Handmatige Modus naar de Geautomatiseerde Modus.
26 Veelgestelde vragen en probleemoplossing i). De contacten van de nationale bevoegde autoriteiten (Vigilance Contact Points) en verdere informatie zijn te vinden op de volgende website van de Europese Commissie: https://ec.europa.eu/health/md_sector/contact_en Als u een probleem hebt met uw systeem, neem dan contact op met de Cliëntenzorg op 1-800-591-3455.
Tijdelijke basaalsnelheid Bereik: verlaging van 100% (0 E/u) tot verhoging van (ingesteld op %) 95% van de huidige basaalsnelheid, in stappen van 5%. Kan niet hoger zijn dan de maximale basaalsnelheid. Tijdelijke basaalsnelheid Bereik: 0 E/u tot de maximale basaalsnelheid in stappen (ingesteld op E/u) van 0,05 E/u.
Nederlands. Specificaties van de Pod Afmetingen: 3,9 cm breed x 5,2 cm lang x 1,45 cm hoog (1,53" x 2,05" x 0,57") Gewicht (zonder insuline): 26 gram (0,92 oz) Bereik bedrijfstemperatuur: gebruiksomgeving van de Pod van 5 °C tot 40 °C (41 °F tot 104 °F).
Pagina 338
Voorvulsnelheid: 0,05 eenheden per seconde Basaal: door de gebruiker programmeerbaar in stappen van 0,05 E tot maximaal 30,0 E per uur Bolussnelheid: 1,5 eenheden per minuut. Dosisbereik van 0,05 E tot 30,0 eenheden Nauwkeurigheid toediening (getest per IEC 60601-2-24): Basaal: ± 5% bij snelheid ≥ 0,05 E/u Bolus: ±...
Gewicht: 165 grams (5,82 oz) Actief schermgebied: 56,16 mm breed x 120,58 mm hoog (2,21" x 4,75") Bereik bedrijfstemperatuur: 5 °C tot 40 °C (41 °F tot 104 °F) Bereik voor opslagtemperatuur: 0 °C tot 30 °C (32 °F tot 86 °F)
Een blokkade (verstopping) is een onderbreking van de insulinetoediening door de Pod. Als er door het Omnipod 5-systeem een blokkade wordt gedetecteerd, klinkt er een gevarenalarm en wordt er aangegeven dat u de Pod moet deactiveren en vervangen.
Bijlage Prestatiekenmerken De Omnipod 5-insulinepomp levert op twee manieren insuline: basale insulinetoediening (continue) en insuline via bolustoediening. De volgende juistheidsgegevens zijn verzameld over beide soorten afgifte in laboratoriumonderzoeken uitgevoerd door Insulet. De Samenvatting van veiligheid en klinische prestaties (Summary of Safety and Clinical Performance, SSCP) is beschikbaar op www.omnipod.com/sscp.
[177,49; 181,15] Opmerking: Een meting op het tijdspunt van 12 uur op een basaalsnelheid van 30,0 E/u is niet van toepassing op het Omnipod 5-systeem omdat het reservoir leegt na ongeveer 6 ⅔ uur op deze snelheid. Bolusafgifte: Om de nauwkeurigheid van bolusafgifte te beoordelen, werden 12 Pods getest bij afgifte van een minimale, gemiddelde en maximale bolushoeveelheid (0,05, 5,00 en 30,0 Eenheden).
Pagina 343
Bijlage De tabellen hieronder tonen voor elke gevraagde bolusomvang het bereik van de hoeveelheid insuline waarvan werd waargenomen dat het werd toegediend vergeleken met de aangevraagde hoeveelheid. Elke tabel toont het nummer en percentage van afgegeven bolusomvang waargenomen binnen het gespecificeerde bereik.
Pagina 344
Bijlage Hoeveelheid insulineafgifte voor een gemiddeld (5,00 E) Bolusverzoek Hoeveelheid <1,25 1,25-3,75 3,75-4,50 4,50-4,75 4,75-5,25 (Eenheden) (% van instellingen) (<25%) (25-75%) (75-90%) (90-95%) (95-105%) Aantal en percentage 0/300 0/300 1/300 4/300 287/300 bolussen (0%) (0%) (0,3%) (1,3%) (95,7%) binnen bereik...
Pagina 345
Bijlage Omnipod 5-systeem Etiketsymbolen De volgende symbolen staan op het Omnipod 5-systeem of de verpakking ervan: Symbool Betekenis Symbool Betekenis Enkel voor Niet veilig voor MRI eenmalig gebruik Raadpleeg de Niet gebruiken meegeleverde als de verpakking documenten is beschadigd Gesteriliseerd met...
Let op: Maak GEEN veranderingen of aanpassingen aan enig onderdeel van het Omnipod 5-systeem dat niet geautoriseerd is door Insulet Corporation. Ongeautoriseerde manipulatie van het systeem kan uw recht herroepen om het te gebruiken. Het Omnipod 5 geautomatiseerd insulinetoedieningssysteem is ontwikkeld om in overeenstemming te zijn met de regels van Deel 15 van de Federale Communicatiecommissie (Federal Communications Commission [FCC]).
Definitie van Pod naar Sensor draadloze communicatie Het percentage sensorglucosewaarden succesvol ontvangen door de Pod wanneer de Sensor en Pod proberen te communiceren om de 5 minuten. In de vereisten voor systeemprestaties staat dat ten minste 80% van de sensorglucosewaarden succesvol moet worden ontvangen door de Pod wanneer de Sensor wordt gedragen binnen het gezichtsveld van de Pod.
Elektromagnetische compatibiliteit De informatie in dit gedeelte (zoals scheidingsafstanden) is over het algemeen speciaal bedoeld en geschreven voor het Omnipod 5-systeem. De gegeven getallen zijn geen garantie voor een foutloze werking maar geven een redelijke mate van zekerheid. Deze informatie is niet altijd van toepassing op andere medische elektrische apparatuur.
(inclusief accessoires zoals antennekabels en externe antennes) binnen een straal van 30 cm (12 inch) van enig onderdeel van het Omnipod 5-systeem, omdat het van invloed kan zijn op de communicatie tussen uw Controller en uw Pod. Elektromagnetische emissies Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving (zie de volgende tabel).
Pagina 350
RF-communicatie op een afstand van 6V in ISM door RF velden ten minste 30 cm (12 inch) van het en amateur 6V in ISM (IEC 61000-4-6) Omnipod 5-systeem. radiobanden en amateur tussen 150 radioban- KHz en 80 den tussen 150 KHz en...
Pagina 351
0 1 cyclus op graden 0 graden 0% UT 0% UT (100% dip in (100% dip UT) voor 0,5 in UT) cycli op 0, 45, voor 0,5 90, 135, 180, cycli op 0, 225, 270 en 45, 90, 135,...
Pagina 352
Pulsmodu- Band 13, latie b) 217 Hz 800- Pulsmodula- 800/900, tie b) 18 Hz TETRA 800. ODEM 820, CDMA 850, LTE Band 5 1720 1700– G GSM Pulsmodula- 1800, tie 217 Hz 1990 CDMA 1900, 1845 1900, DECT, 1970 LTE Band 1, 3, 4, 25;...
Omvang van de diensten Insulet Corporation’s omvang van diensten zijn beperkt tot het leveren van het Omnipod 5 geautomatiseerd insulinetoedieningssysteem. Het Omnipod 5-systeem bestaat uit de Pod en de draagbare, draadloze Controller, die de Pod programmeert met instructies voor insulinetoediening. Naleving Het Omnipod 5 geautomatiseerd insulinetoedieningssysteem wordt geproduceerd en verstrekt door Insulet Corporation.
Pagina 354
Privacykennisgeving (HIPAA Privacy Notice) later in deze rubriek. 4. Ontvangst van een tijdig antwoord op uw verzoek om dienstverlening. 5. Ontvangst van doorlopende dienstverlening. 6. Selectie van de leverancier van medische apparatuur van uw keuze. 7. Geïnformeerde besluitvorming betreffende uw zorgplanning.
Controller vervangt onder deze Beperkte garantie, vervalt de garantiedekking voor de vervangende Controller vier (4) jaar (voor alle landen behalve Canada) of vijf (5) jaar (voor Canada) vanaf het moment van aankoop van de oorspronkelijke Controller. Beperkte garantiedekking voor het Omnipod 5 geautomatiseerd...
Pagina 356
Bijlage alleen vervangen als de activering van de Pod binnen beide tijdsperioden valt (d.w.z plaatsvinden op of vóór de uiterste gebruiksdatum op het etiket met een productiedatum niet meer dan achttien (18) maanden ervoor en op of vóór een tijdstip niet meer dan tweeënzeventig (72) uur voordat u Insulet van de vordering op de hoogte hebt gesteld).
Pagina 357
Uw statutaire rechten worden op generlei wijze beperkt door deze beperkte garantie. Insulet garandeert niet de geschiktheid van de Controller of de Pods of het Omnipod- systeem voor specifieke personen, aangezien gezondheidszorg en behandelingen complexe onderwerpen zijn waarvoor gekwalificeerde zorgverleners nodig zijn.
Insulet en u en vervangen deze voorwaarden alle andere communicatie over een defect, fout of storing in een Controller, een Pod of een Omnipod 5 geautomatiseerd insulinetoedieningssysteem. Geen werknemer, agent of vertegenwoordiger van...
Pagina 359
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Pagina 361
Controller uit slaapstand halen 36 Gevarenalarmen 152–159 Correctiefactor 226, 229 Blokkade gedetecteerd 152 correctie-IOB 230, 236 Geheugen beschadigd CT-scans 199 Omnipod 5 154 Omnipod 5-appfout 153 Pod-fout 155 Pod heeft geen insuline meer 157 Dexcom probleem gedetecteerd 253 Pod uitschakelen 158 diabetische ketoacidose 72, 197...
Pagina 362
Index snelwerkend versus langwerkend I/KH-verhouding 225, 229 I/KH-verhouding. Zie I/KH indicaties voor gebruik 6 verhouding 230 infusieplaats Insulinetoediening starten 114 richtlijnen voor selecteren 78 voorbereiden 80 instellen Controller 56 Kennisgevingen Instellen nieuwe Pod 72 actiepunt. Zie instellingen Actiepuntkennisgevingen afbeelding vergrendelscherm 117 ketonen 197 bericht vergrendelscherm 117 kiezen van plaats, Pod 78...
Pagina 363
Index Controller 36 röntgenstralen 189 operatie 199 Opstartmodus 326 schakelen tussen modi van Geautomatiseerd naar pauzeren van de insulinetoediening Handmatig 275 tijdens het bewerken van een scherm basaalprogramma 91 bescherming 29 Pauzeren van de insulinetoediening gevoeligheid 29 helderheid 117 PIN-code time-out 117 resetten 118 Scherm Over 48...
Pagina 364
Index temperatuur vloeistoffen (water) en de Controller bewaren van de Controller 180 insuline 73, 178 voorbereiden van infusieplaats 80 Pod 73, 328 Voorinstellingen. Zie tijdelijke tijdelijke basaalsnelheid basaalsnelheid instellen activeren of instellen 97 Aanmaken van een nieuwe begrijpen 101–104 vooringestelde tijdelijke instellen op nul 97, 113 basaalsnelheid 99 instelling 123...
Opmerkingen Mijn instellingen Mijn instellingen Gebruik deze pagina's om uw belangrijke instellingen bij te houden. Vergeet niet uw informatie bij te werken als u instellingen wijzigt of toevoegt. Basaalprogramma 1 Basaalprogramma 2 Basaal- Basaal- Naam_______________ Naam_______________ snelheid snelheid E/u. E/u. middernacht middernacht E/u.
Mijn instellingen Insuline-tot-koolhydraatver- Correctiefactor houding (I/KH-verhouding) 1 eenheid 1 eenheid insuline I/KH-verhouding voor Correctiefactor voor insuline is verlaagt glucose elk tijdsegment elk tijdsegment voldoende voor middernacht tot middernacht tot g KH mmol/L (mg/dL) g KH mmol/L (mg/dL) mmol/L (mg/dL) g KH mmol/L (mg/dL) g KH mmol/L (mg/dL)