Inhoudsopgave
Advertenties
De eerste Pod
Bij de eerste keer dat u een Pod draagt (of als er 30 dagen of langer tussen twee
Pods zit) is er geen recente geschiedenis beschikbaar. Het Omnipod 5-systeem
schat dan tijdens de eerste keer dat u een Pod draagt uw totale dagelijkse insuline
aan de hand van uw actieve basaalprogramma (in de Handmatige Modus). De
SmartAdjust-technologie stelt op basis van die geschatte TDI een uitgangswaarde
voor de adaptieve basale snelheid in. Dat is de beginsnelheid die op basis van uw
huidige en voorspelde glucose en trend naar boven of beneden wordt bijgesteld.
Voor uw veiligheid stelt het systeem ook een limiet aan de aanpassingen per
5 minuten in de hoeveelheid insuline die de eerste Pod kan toedienen.
Bij uw volgende Pod-wissel, als ten minste 48 uur geschiedenis is verzameld,
gebruikt de SmartAdjust-technologie uw insulinetoedieningsgeschiedenis in plaats
van de oorspronkelijke schatting om de adaptieve basale snelheid bij te werken.
Doorlopend gebruik
Bij elke Pod-wissel wordt, zolang u het systeem draagt, bijgewerkte informatie
over de insulinetoediening verzonden en opgeslagen in de Omnipod 5-app,
zodat de volgende Pod die wordt gestart wordt bijgewerkt met de nieuwe
adaptieve basale snelheid.
Opmerking: Uw totale dagelijkse insuline (TDI) omvat alle insuline die in de
Geautomatiseerde of Handmatige Modus is toegediend. Om uw TDI voor elke
dag te bekijken, gaat u naar Menupictogram (
bekijkt u de waarde Totale insuline.
21.5 Over Geautomatiseerde Modus: Beperkt
Waarschuwing:
Wees u ALTIJD bewust van uw huidige
sensorglucosewaarde, vertrouw op hoe u zich voelt en negeer de symptomen
van hoge en lage glucose niet. Ook al wordt de insulinetoediening
automatisch aangepast in de Geautomatiseerde Modus met als doel uw
glucosespiegel op de voor u bepaalde Streefwaarde glucose te brengen, kan
er toch ernstige hyperglykemie of hypoglykemie optreden.
Als uw sensorglucosewaarden niet overeenkomen met uw symptomen,
controleer dan ALTIJD uw bloedsuikerspiegel met een BG-meter en
overweeg indien nodig behandeling en/of sensorkalibratie. Schakel
ALTIJD over naar de Handmatige Modus als u denkt dat u onnauwkeurige
sensorglucosewaarden ontvangt.
•
Een onjuiste hoge sensorglucosewaarde kan overmatige
insulinetoediening veroorzaken, wat kan leiden tot ernstige
hypoglykemie, epileptische aanvallen, bewustzijnsverlies of overlijden.
•
Een onjuiste lage sensorglucosewaarde kan een langdurige stopzetting
van insulinetoediening veroorzaken, wat kan leiden tot hyperglykemie,
DKA of overlijden.
Neem contact op met uw zorgverlener als u symptomen hebt die niet
consistent zijn met uw bloedglucosewaarden en u alle instructies in deze
gebruikershandleiding hebt opgevolgd.
Over de Geautomatiseerde Modus 21
) > Detail geschiedenis en
269
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
