Inhoudsopgave
Advertenties
21 Over de Geautomatiseerde Modus
Op het tabblad Auto-voorvallen ziet u de totale hoeveelheid insuline die elke
5 minuten automatisch is toegediend. Dit tabblad toont alle geautomatiseerde
insulinetoediening, uw adaptieve basale snelheid en elke aanpassing
naar boven of beneden op grond van uw sensorglucosewaarde, -trend en
60-minutenvoorspelling. De waarden zijn altijd klein. (Vergeet niet dat een
basaalsnelheid van 0,60 E/uur betekent dat u elke 5 minuten 0,05 E krijgt).
Opmerking: Uw sensorglucosewaarde bepaalt hoeveel insuline het systeem
in de volgende periode van 5 minuten zal toedienen. Als bijvoorbeeld uw
sensorglucosewaarde om 11:00 uur tot 3,2 mmol/L (56 mg/dL) is gedaald, geeft
de SmartAdjust-technologie om 11:05 uur geen microbolus af. Op het tabblad
Auto-voorvallen wordt om 11:05 uur 0 E weergegeven (zie onderstaande tabel).
11:05
11:00
Aanpassen instellingen voor geautomatiseerde insulinetoediening
De belangrijkste instelling die in de Geautomatiseerde Modus van invloed is op de
geautomatiseerde insulinetoediening is de Streefwaarde glucose. De Streefwaarde
glucose is in te stellen tussen 6,1–8,3 mmol/L (110–150 mg/dL) (stappen van
0,55 mmol [10 mg/dL]) en u kunt tot 8 verschillende tijdsegmenten per dag
aanmaken. Naarmate u de instelling Streefwaarde glucose verhoogt, dient de
SmartAdjust-technologie minder geautomatiseerde insuline toe. Aanpassen van
uw Streefwaarde glucose kan in de volgende gevallen nuttig zijn:
•
Er zijn momenten van de dag waarop u meer of minder gevoelig bent
voor insuline (u en uw zorgverlener stellen bijvoorbeeld een moment
van de dag vast waarop u meer risico loopt op hypoglykemie, waardoor
een hogere Streefwaarde glucose nodig kan zijn). Uw zorgverlener kan
u helpen bij het kiezen van verschillende Streefwaarden glucose voor
verschillende momenten van de dag.
•
U wilt uw sensorglucosewaarden geleidelijk verlagen tot een lagere
Streefwaarde glucose (bijvoorbeeld als u het systeem voor het eerst gebruikt).
Raadpleeg uw zorgverlener voordat u wijzigingen aanbrengt in uw Streefwaarde
glucose. Zie "Klinische onderzoeken Omnipod 5-systeem" op pagina 285 voor
informatie over klinisch onderzoek bij elke Streefwaarde glucose.
De instellingen van de SmartBolus-calculator kunnen ook worden aangepast
om uw totale dagelijkse insulinetoediening en de glucose na de maaltijd
te beïnvloeden. Deze instellingen omvatten de Insuline/koolhydraat-
verhouding, de Correctiefactor, Corrigeren boven, de Tegenovergestelde
correctie en Duur van de insulineactie. Deze zijn in zowel de Handmatige als
de Geautomatiseerde Modus allemaal van invloed op de hoeveelheid van een
toe te dienen bolus.
Opmerking: Het is belangrijk om te begrijpen dat het wijzigen van uw
basaalprogramma's, maximale basaalsnelheid, correctiefactor of de duur
van de insulineactie geen invloed heeft op de SmartAdjust-technologie (het
Omnipod 5-algoritme).
266
Sensor (mmol/L [mg/dL]) Hoeveelheid insuline (E)
3,4 (62)
3,2 (58)
0
0,05
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
