Inhoudsopgave
Advertenties
Opmerking: Het Omnipod 5-systeem kan geen insuline volgen die buiten
het systeem wordt toegediend. Overleg met uw zorgverlener hoe lang
u moet wachten na het handmatig toedienen van insuline voordat u de
Geautomatiseerde Modus start.
6. Als u zich op enig moment misselijk voelt, controleert u op ketonen en
neemt u direct contact op met uw zorgverlener.
Diabetische ketoacidose (DKA)
Waarschuwing:
Wacht NIET met de behandeling van DKA. Zonder
behandeling kan DKA snel leiden tot ademhalingsmoeilijkheden, shock,
coma of overlijden.
In een Pod wordt snelwerkende insuline gebruikt die korter werkt dan
langwerkende insuline; u hebt dus geen langwerkende insuline in uw lichaam
als u het Omnipod 5-systeem gebruikt. Als de insulinetoediening van de
Pod wordt onderbroken (een blokkade of verstopping), kan uw glucose snel
hoger worden, wat kan leiden tot diabetische ketoacidose (DKA). DKA is
een ernstige, maar te voorkomen, noodsituatie die kan optreden als een
hoge glucose niet wordt behandeld, bij ziekte, of als er niet genoeg werkende
insuline in uw lichaam aanwezig is.
Symptomen van DKA
•
Misselijkheid en overgeven
•
Buikpijn
•
Uitdroging
•
Fruitig geurende adem
•
Droge huid of tong
•
Slaperigheid
•
Snelle hartslag
•
Moeizame ademhaling
De symptomen van DKA lijken op die van griep. Controleer voordat u
aanneemt dat u griep hebt uw glucose en controleer ook op ketonen om DKA
uit te sluiten.
Voorkomen van DKA
De gemakkelijkste en betrouwbaarste manier om DKA te voorkomen is door
minimaal 4–6 keer per dag uw glucose te controleren. Met routinecontroles
kunt u een hoge glucose vaststellen en behandelen voordat DKA ontstaat.
Behandelen van DKA
•
Als u bent begonnen met het behandelen van een hoge glucose, dient
u ook te controleren op ketonen. Controleer altijd op ketonen als uw
glucose 13,9 mmol/L (250 mg/dL) of hoger is.
Leven met diabetes 15
197
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
