Inhoudsopgave
Advertenties
15 Leven met diabetes
Voorkomen van hypoglykemie (lage glucose)
•
Stel samen met uw zorgverlener uw Streefwaarde glucose en richtlijnen vast.
•
Zorg dat u altijd snelwerkende koolhydraten bij u hebt voor het geval dat
u snel moet reageren op een lage glucose. Voorbeelden van snelwerkende
koolhydraten zijn glucosetabletten, snoepjes of vruchtensap.
•
Leer vrienden, gezinsleden en collega's de tekenen van hypoglykemie
te herkennen, zodat zij kunnen helpen als u niet meer merkt dat u
hypoglykemie hebt of als u een ernstige reactie krijgt.
•
Zorg dat er in uw noodset een injectiespuit met glucagon zit. Leer
vrienden en gezinsleden hoe zij u glucagon moeten geven als u ernstige
hypoglykemie hebt en bewusteloos raakt.
Controleer regelmatig de uiterste gebruiksdatum van uw glucagonset
zodat u deze tijdig kunt vervangen.
Opmerking: Neem altijd medische identificatie (zoals een paspoort voor
noodgevallen) mee en draag een medische halsketting of armband voor
noodgevallen, zoals een medisch identificatielabel.
Nogmaals, het regelmatig controleren van uw glucose is de sleutel tot het
voorkomen van mogelijke problemen. Door lage glucose in een vroeg stadium
op te sporen, kunt u het behandelen voordat het een probleem wordt.
Raadpleeg uw zorgverlener voor advies over hoe u een lage glucose
kunt voorkomen.
Mogelijke oorzaken
van hypoglykemie
Onjuist
basaalprogramma
(Handmatige Modus)
Onjuiste timing van
een bolus of een te
grote bolus
192
Voorgestelde handeling
Controleer of het juiste basaalprogramma actief is.
Raadpleeg uw zorgverlener over het aanpassen
van uw basaalprogramma's of het gebruik van
een tijdelijke basaalsnelheid.
Dien een bolus tijdens het eten toe.
Controleer uw bloedglucose voordat u zichzelf
een maaltijdbolus geeft. Pas indien nodig de
bolus aan.
Controleer de grootte en de timing van de bolus.
Corrigeer uw glucose na een maaltijd niet te veel.
Controleer de koolhydraatinname.
Raadpleeg uw zorgverlener voor richtlijnen.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
