Inhoudsopgave
Advertenties
Belangrijke veiligheidsinformatie
Geautomatiseerde Modus
Waarschuwingen Geautomati-
seerde Modus
Waarschuwing:
SmartAdjust-technologie
mag NIET worden gebruikt door kinderen
jonger dan 2 jaar. SmartAdjust-technologie
mag ook NIET worden gebruikt door
mensen die minder dan 5 eenheden insuline
per dag nodig hebben, omdat de veiligheid
van de technologie nog niet getest is bij
deze populatie.
Waarschuwing:
Gebruik de SmartAdjust-
technologie NIET bij zwangere vrouwen,
ernstig zieke patiënten en dialysepatiënten.
De veiligheid van de SmartAdjust-
technologie is bij deze populaties niet
geëvalueerd. Raadpleeg uw zorgverlener
als een van deze voorwaarden op u van
toepassing is voordat u SmartAdjust-
technologie gebruikt.
Waarschuwing:
Wees u ALTIJD bewust van
uw huidige sensorglucosewaarde, vertrouw
op hoe u zich voelt en negeer de symptomen
van hoge en lage glucose niet. Ook al
wordt de insulinetoediening automatisch
aangepast in de Geautomatiseerde Modus
met als doel uw bloedsuikerspiegel op uw
bepaalde Streefwaarde glucose te brengen,
kan er toch ernstige hyperglykemie of
hypoglykemie optreden.
Als uw sensorglucosewaarden niet over-
eenkomen met uw symptomen, controleer
dan ALTIJD uw bloedsuikerspiegel met
een BG-meter en overweeg indien nodig
behandeling en/of sensorkalibratie. Schakel
ALTIJD over naar de Handmatige Modus als
u denkt dat u onnauwkeurige sensorglucose-
waarden ontvangt.
•
Een onjuiste hoge sensorglucosewaarde
kan overmatige insulinetoediening
veroorzaken, wat kan leiden tot ernstige
hypoglykemie, epileptische aanvallen,
bewustzijnsverlies of overlijden.
•
Een onjuiste lage sensorglucosewaarde
kan een langdurige stopzetting van
insulinetoediening veroorzaken, wat
kan leiden tot hyperglykemie, DKA
of overlijden.
Neem contact op met uw zorgverlener als
u symptomen hebt die niet consistent zijn
met uw bloedglucosewaarden en u alle
instructies in deze gebruikershandleiding
hebt opgevolgd.
Waarschuwing:
VERMIJD het toedienen
van insuline, bijvoorbeeld door injectie of
inhalatie, terwijl u een actieve Pod draagt,
aangezien dit tot hypoglykemie kan leiden.
Het Omnipod 5-systeem kan geen insu-
line volgen die buiten het systeem wordt
toegediend. Overleg met uw zorgverlener
hoe lang u moet wachten na het handmatig
toedienen van insuline voordat u de Geauto-
matiseerde Modus start.
Waarschuwing:
Controleer ALTIJD
op symptomen van hypoglykemie als
het Activiteitskenmerk is ingeschakeld.
Hypoglykemie kan nog steeds optreden
bij gebruik van het Activiteitskenmerk.
Volg het advies van uw zorgverlener
over het voorkomen en behandelen van
hypoglykemie. Indien onbehandeld, kan
hypoglykemie leiden tot epileptische
aanvallen, bewustzijnsverlies of overlijden.
261
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
