1
Inleiding
Als u na het lezen van deze gebruikershandleiding nog vragen hebt, kunt u
24 uur per dag en 7 dagen per week contact opnemen met de Cliëntenzorg.
Noodset
Waarschuwing:
Houd ALTIJD een noodset bij de hand om snel te kunnen
reageren op een noodsituatie in verband met uw diabetes of in het geval dat uw
Omnipod 5-systeem stopt met werken. Neem altijd benodigdheden mee om uw
Pod te kunnen vervangen, mocht dat op enig moment nodig zijn.
Waarschuwing:
Rijd NOOIT zelf naar de eerste hulp als u dringende medische
zorg nodig heeft. Vraag een vriend of familielid om u naar de spoedeisende hulp
van het ziekenhuis te brengen of bel een ambulance.
Stel een noodset samen die u altijd met u meeneemt. Deze set moet het
volgende bevatten:
•
Enkele nieuwe, verzegelde Omnipod 5-Pods
•
Een flacon met snelwerkende 100-E insuline (zie "1.5. Algemene
waarschuwingen" op pagina 7 voor insulines die zijn goedgekeurd voor
gebruik in de Omnipod 5-Pod)
•
Naalden of pennen voor het injecteren van insuline
•
Glucosetabletten of iets anders wat snelwerkende koolhydraten bevat
•
Glucosesensor en benodigdheden
•
Teststrips voor het meten van bloedglucose
•
Bloedglucosemeter
•
Ketonenteststrips
•
Prikpen en lancetten
•
Wattenstaafjes voor alcoholvoorbereiding
•
Instructies van uw zorgverlener voor de hoeveelheid te injecteren insuline
als de toediening door de Pod is onderbroken
•
Een ondertekende brief van uw zorgverlener waarin staat dat u insuline en
het Omnipod 5-systeem bij u moet hebben
•
Telefoonnummers van uw zorgverlener en/of arts in geval van nood
•
Glucagonkit en schriftelijke instructies voor het toedienen van een
glucagondosering als u buiten bewustzijn bent (zie "15.4. Voorkomen van
lage en hoge glucoses en diabetische ketoacidose" op pagina 190)
Tip: Vraag uw zorgverlener om u te helpen een plan op te stellen voor
noodsituaties, waarin onder andere staat wat u moet doen als u uw
zorgverlener niet kunt bereiken.
14