Belangrijke veiligheidsinformatie
Let op:
Zorg ervoor dat er bij het
schoonmaken van de Controller
GEEN vuil of vocht in de USB-poort,
de luidspreker, de knop voor geluid/
trillen of de aan/uit-knop komt. Als u dit
niet doet, kan dit leiden tot schade aan
de Controller.
Communicatie
Let op:
Als er geen communicatie is
tussen de Pod en de Controller, blijft
de Pod insuline toedienen volgens
de instellingen die op de Pod actief
waren voordat de communicatie werd
verbroken. Zo gaat bijvoorbeeld de
geautomatiseerde insulinetoediening van
de Pod in de Geautomatiseerde Modus
gewoon door. Om uw systeemstatus en
kennisgevingen te zien en om nieuwe
instructies naar de Pod te sturen, dient
de communicatie hersteld te worden.
De communicatie kan hersteld worden
door de Controller binnen 1,5 meter
(5 voet) van de Pod te brengen. Zie "26.5.
Communicatieproblemen Pod– "Probeer
opnieuw"" op pagina 323.
Let op:
Gebruik GEEN
draagbare radiofrequente (RF)
communicatieapparatuur (inclusief
randapparatuur zoals antennekabels
en externe antennes) dichter dan
30 cm (12 inch) bij enig deel van het
Omnipod 5-systeem, aangezien dit de
communicatie tussen uw Controller en
uw Pod kan beïnvloeden.
Alarmen en geluid
Let op:
Reageer ALTIJD op de volgende
waarschuwingsalarmen: uiterste
gebruiksdatum Pod, weinig insuline in
Pod en Pod uitschakelen. Als er geen
actie wordt ondernomen, escaleren
deze alarmen tot gevarenalarmen. Als
er een gevarenalarm optreedt, stopt
de insulinetoediening.
Let op:
Om een Pod-alarm permanent
uit te zetten, dient de Pod van uw lichaam
te worden verwijderd. Als een Pod is
24
verwijderd en weggegooid, activeer dan
onmiddellijk een nieuwe Pod om te
voorkomen dat u te lang zonder insuline
zit, wat kan leiden tot hyperglykemie.
Let op:
Controleer ALTIJD de
alarmfunctie als u de Pod vervangt en u
een probleem vermoedt met de geluiden
van de Pod, zodat u tijdens het gebruik
geen belangrijke alarmen mist (zie
"Controleren alarmen" op pagina 151).
Let op:
Zet uw Controller of
smartphone NIET op stil, trillen of
een andere instelling die verhindert
dat u alarmen of kennisgevingen van
uw Omnipod 5-app hoort. Als u de
alarmen en kennisgevingen van uw
Controller niet hoort, is het mogelijk
dat u niet tijdig de nodige wijzigingen
in uw insulinetherapie aanbrengt.
Uw Pod alarmeert nog steeds en u kunt
het alarm of de kennisgeving zien op de
Omnipod 5-app. Zie "" op pagina 146 om
meer te weten te komen over hoe u
geluiden en trillingen kunt beheren.