WAARSCHUWING
■
Als er een baby- of kinderzitje geplaatst wordt
Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje en zet het
kinderzitje goed vast.
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt vastgezet, kan het kind of een andere pas-
sagier bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
●
Plaats het zitje op de rechter zitplaats achter
als de bestuurdersstoel contact maakt met
het zitje en verhindert dat het zitje goed kan
worden bevestigd.
●
Verstel de passagiersstoel zodanig dat deze
geen contact maakt met het baby- of kinder-
zitje.
●
Als er een zitje waarin het kind met het
gezicht in de rijrichting zit op de passagiers-
stoel wordt geplaatst, moet de stoel zo ver
mogelijk naar achteren worden geschoven.
Als dat niet gedaan wordt, kan er ernstig let-
sel ontstaan als de airbags geactiveerd wor-
den.
1-1. Voor een veilig gebruik
67
1