192
4-1. Voordat u gaat rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laadvermogen
en belading zorgvuldig door:
WAARSCHUWING
■
Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
●
Jerrycans met benzine
●
Spuitbussen
■
Voorzorgsmaatregelen bij het vervoer van goederen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de pedalen
niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de bestuurder wordt gehinderd
of dat de bestuurder of passagiers door voorwerpen geraakt worden, wat een ongeval
kan veroorzaken.
●
Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
●
Stapel bagage in de vergrote bagageruimte niet te hoog op, om te voorkomen dat
goederen tijdens hard remmen naar voren schuiven. Plaats bagage altijd zo laag
mogelijk.
●
Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
●
Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. De bagageruimte is niet
ontworpen om personen te vervoeren. Personen dienen plaats te nemen op een zit-
plaats en een gordel op de juiste manier om te doen.
●
Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op elkaar gesta-
peld worden)
• Op de hoedenplank
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
• Vóór het scherm van het navigatiesysteem (indien aanwezig) of het Lexus display-
audioscherm (indien aanwezig)
●
Berg alle voorwerpen op in het passagierscompartiment.
■
Lading en gewichtsverdeling
●
Overlaad uw auto niet.
●
Verdeel de belading altijd gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing en de remwerking in negatieve zin beïnvloe-
den, waardoor een ongeval met ernstig letsel zou kunnen ontstaan.