Download Print deze pagina

Lexus IS 300h 2013 Handleiding pagina 537

Advertenties

536
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
Bij het repareren van een lekke band
Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke ondergrond.
Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen direct nadat met de auto is gereden
niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de remmen moge-
lijk zeer heet. Wanneer u deze delen met uw handen, voeten of andere lichaamsde-
len aanraakt, kan dit leiden tot brandwonden.
Sluit de slang stevig aan op het ventiel terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed is aangesloten op het ventiel, kan er lucht ontsnappen of kan
de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
Als de slang tijdens het vullen loskomt van het ventiel, is het mogelijk dat de slang
abrupte bewegingen maakt.
Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters bandenreparatievloeistof naar buiten
komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lucht uit de band laat ontsnappen.
Volg voor het repareren van de band de volgende procedure. Als u de procedure
niet volgt, kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
Bewaar afstand tot de band wanneer deze gerepareerd wordt, omdat de band kan
klappen. Als u scheuren of beschadigingen waarneemt, zet dan de compressor uit en
stop onmiddellijk met de reparatie.
De bandenreparatieset kan bij langdurig gebruik oververhit raken. Gebruik de com-
pressor niet langer dan 10 minuten achter elkaar.
Sommige onderdelen van de bandenreparatieset kunnen erg warm worden. Wees
daarom voorzichtig tijdens en na het gebruik ervan.
Plak de waarschuwingssticker voor de rijsnelheid alleen op de aangegeven plaats.
Als de sticker wordt aangebracht op een plaats waar zich een airbag bevindt, zoals
bijvoorbeeld op het middelste deel van het stuurwiel, dan kan dit de werking van het
airbagsysteem hinderen.
Rijden om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig te verdelen
Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra voorzichtig bij het maken van bochten.
Als de auto niet rechtuit rijdt of als u merkt dat het stuurwiel naar één kant trekt,
brengt u de auto tot stilstand en controleert u het volgende:
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm
lager is, dan kan dit duiden op een ernstige beschadiging.
2
of bar, 19 psi) of

Advertenties

loading