Download Print deze pagina

Lexus IS 300h 2013 Handleiding pagina 145

Advertenties

144
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Aanwijzing voor de instapfunctie (indien aanwezig)
Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of portiergreep, te dicht bij
de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij
het midden van de achterbumper bij het ontgrendelen van de achterklep.
Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portier-
vakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de aanwezige radiogolven
wordt de sleutel mogelijk waargenomen door de antenne buiten het interieur en kun-
nen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische
sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld. De auto
kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die de elektronische sleutel sig-
naleren.
Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of het
wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld of vergrendeld. (Als de
portieren niet worden geopend en gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld.)
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid
dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de afstands-
bediening om de portieren te ontgrendelen.)
Wanneer u de vergrendel- of ontgrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet vergrendeld of ontgrendeld.
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dit geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de auto.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-
systeem met startknop uit te schakelen. (→Blz. 142)
Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle portie-
ren om het alarm uit te schakelen.
Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem opnieuw aan of gebruik
de vergrendelsensor aan de onderzijde van de portiergreep.
Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgrendeling van de portieren
belemmeren. Raak de ontgrendelsensor van het portier aan en controleer of de portie-
ren worden ontgrendeld voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
Het ontgrendelen van de auto duurt mogelijk langer als zich een andere elektronische
sleutel in het effectieve bereik bevindt.

Advertenties

loading