532
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
15
Maak terwijl de compressor is uitgeschakeld de slang los van het ventiel en
trek vervolgens de voedingsstekker uit de accessoireaansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van de slang wat bandenreparatievloeistof.
16
Plaats het ventieldopje op het ventiel van het gerepareerde wiel.
17
Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk banden-
reparatievloeistof en kan de auto vuil
worden.
18
Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, tijdelijk op in de
bagageruimte.
19
Rijd, om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig over de band te verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een snelheid van maximaal 80 km/h.
20
Stop, nadat u ongeveer 5 km/h hebt
gereden, op een veilige plaats met
een harde en horizontale onder-
grond en verwijder het ontluchtings-
dopje van de slang voordat u de
reparatieset opnieuw aansluit.