206
4-2. Rijprocedures
EV-modus
In de EV-modus wordt de auto aangedreven door de elektromotor (tractie-
motor), die zijn energie uit het batterijpakket (tractiebatterij) haalt.
Deze modus is geschikt voor het 's nachts of in de vroege morgen door woon-
wijken rijden of het rijden in een parkeergarage, enz. zonder dat u zich zor-
gen hoeft te maken over geluidsoverlast of uitlaatgassen.
Schakelt EV-modus in/uit
Wanneer de EV-modus wordt inge-
schakeld, wordt "EV MODE" (EV-
modus) op het multi-informatiedisplay
weergegeven. Door in de EV-modus de
schakelaar in te drukken, wordt terug-
gekeerd naar normaal rijden (aandrij-
ving door de benzinemotor en de
elektromotor [tractiemotor]).
■
Omstandigheden waarin de EV-modus niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden ingeschakeld. Als de
stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer en verschijnt er een melding
op het multi-informatiedisplay.
●
De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het rijden met
hoge snelheid, enz.
●
De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een temperatuur lager dan
ongeveer 0°C gestaan.
●
De benzinemotor is aan het opwarmen.
●
Het batterijpakket (tractiebatterij) is (bijna) ontladen.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor wordt aan-
gegeven, is laag. (→Blz. 114)
●
De rijsnelheid is ongeveer 45 km/h of hoger.
●
Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
●
De voorruitverwarming is ingeschakeld.