Download Print deze pagina

Lexus IS 300h 2013 Handleiding pagina 247

Advertenties

246
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Naderingswaarschuwing
Wanneer uw auto een voorligger te dicht nadert en automatisch decelereren
door middel van de cruise control niet mogelijk is, zal het scherm gaan knippe-
ren en een zoemer klinken om de bestuurder te waarschuwen. Dit kan bijvoor-
beeld gebeuren als een andere bestuurder vóór u invoegt terwijl u een
voorligger volgt. Gebruik het remsysteem om voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de waarschuwing niet verschijnt:
Als de snelheid van de auto voor u gelijk is aan of hoger is dan de snelheid
van uw eigen auto
Als de voorligger extreem langzaam rijdt
Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
Op het moment dat het gaspedaal wordt ingetrapt
Selecteren van de conventionele constante-snelheidsregeling
Wanneer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de auto met een
ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen. Selecteer deze
functie alleen wanneer de afstandsregeling niet goed werkt als gevolg van vuil,
enz.
1
Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
2
Schakel de constante-snelheidsre-
geling in.
(Duw de hendel naar voren en houd
de hendel in die stand ongeveer 1 s
vast.)
Het controlelampje van de constante-snelheidsregeling gaat branden.
Als u tijdens de constante-snelheidsregeling terug wilt keren naar de afstandsregel-
modus, drukt u de hendel weer naar voren en houdt u hem ongeveer 1 seconde vast.
Nadat de gewenste snelheid is ingesteld, kunt u niet terugkeren naar de afstandsre-
gelmodus.
Als het contact UIT en vervolgens weer AAN wordt gezet, wordt automatisch de
afstandsregeling weer ingesteld.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 238
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 238

Advertenties

loading