■
Verschillen tussen de schermweergave en de werkelijke weg
De afstandslijnen en voertuigbreedtereferentielijnen staan mogelijk niet
geheel parallel aan de zijlijnen van het parkeervak, ook al lijkt dit wel zo. Con-
troleer dit visueel.
De ruimtes tussen de voertuigbreedtereferentielijnen en de linker en rechter
zijlijn van het parkeervak zijn mogelijk niet gelijk aan elkaar, ook al lijkt dit wel
zo. Controleer dit visueel.
De afstandslijnen geven een indicatie voor afstanden op een vlak wegopper-
vlak. In elk van de volgende gevallen is er sprake van een foutmarge tussen de
vaste rijlijnen op het scherm en de werkelijke afstand/koers op de weg.
●
Wanneer zich achter de auto een steile helling omhoog bevindt
De afstandslijnen lijken dichter bij de
auto dan de werkelijke afstand.
Objecten lijken zich daarom verder
van de auto te bevinden dan in wer-
kelijkheid het geval is. Op dezelfde
manier is er sprake van een fout-
marge tussen de rijlijnen en de wer-
kelijke afstand/koers op de weg.
●
Wanneer zich achter de auto een steile helling omlaag bevindt
De afstandslijnen lijken verder van
de auto dan de werkelijke afstand.
Objecten lijken zich daarom dichter
bij de auto te bevinden dan in werke-
lijkheid het geval is. Op dezelfde
manier is er sprake van een fout-
marge tussen de rijlijnen en de wer-
kelijke afstand/koers op de weg.
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
269
4