42
1-1. Voor een veilig gebruik
■
Omstandigheden waarbij de airbags geactiveerd kunnen worden, anders dan bij een
aanrijding
De airbags voor en de curtain airbags kunnen ook geactiveerd worden bij zware stoten
tegen de onderkant van de auto. Zie de afbeelding voor een aantal voorbeelden.
●
Raken van een stoeprand of een ander hard
voorwerp
●
In of over een diepe kuil rijden
●
Hard neerkomen
■
Soorten aanrijdingen waarbij de airbags soms niet geactiveerd worden (airbags voor)
Het airbagsysteem vóór treedt over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen van
opzij of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een frontale aanrijding op lage
snelheid. Maar wanneer een aanrijding voldoende voorwaartse deceleratie veroor-
zaakt, wordt de airbag mogelijk geactiveerd.
●
Aanrijding van opzij
●
Aanrijding van achteren
●
Over de kop slaan