300
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■
Omstandigheden waaronder de Rear Crossing Traffic Alert-functie een auto niet sig-
naleert
De Rear Crossing Traffic Alert-functie is niet ontworpen om de volgende typen voertui-
gen en/of objecten te signaleren:
●
Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.
●
Voertuigen die van direct achter de auto naderen
●
Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
*
ten
●
Voertuigen die van de auto af bewegen
●
Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto
●
Voertuigen die achteruit inparkeren in de parkeerruimtes naast uw auto
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■
Omstandigheden waaronder de Rear Crossing Traffic Alert-functie mogelijk niet
goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signaleert de Rear Crossing Traffic Alert-functie
auto's mogelijk niet correct:
●
Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist en
sneeuw
●
Wanneer er ijs of modder e.d. op de achterbumper zit
●
Wanneer er continu meerdere auto's naderen
●
Parkeren onder een kleine hoek
●
Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
●
Bij het parkeren op een steile helling, zoals heuvels, een daling in de weg, enz.
●
Direct nadat de hoofdschakelaar BSM is ingeschakeld
●
Wanneer uw auto een aanhangwagen trekt
●
Direct nadat het hybridesysteem is gestart met ingeschakelde hoofdschakelaar BSM
●
Voertuigen die niet kunnen worden waarge-
nomen door de sensoren als gevolg van
obstakels
*
*