58
1-1. Voor een veilig gebruik
■
Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst
Als u een zitje op de voorpassagiersstoel moet
gebruiken, moet u deze stoel als volgt instellen:
●
Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop
●
Zet de zitting in de hoogste stand
●
Schuif de zitting helemaal naar achteren
■
Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje
●
Gebruik een passend veiligheidssysteem voor kinderen tot het kind groot genoeg is
om de standaard gemonteerde veiligheidsgordel te gebruiken.
●
Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de achterstoel en
gebruik de veiligheidsgordel in de auto. (→Blz. 30)
WAARSCHUWING
■
Gebruik van een baby- en kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto vormt geen
goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (bij plotseling remmen of bij een
aanrijding) ernstig letsel oplopen.